Blue Jasmine
Woody Allen kan het (soms) nog. Hij schiet even vaak naast doel als erin, maar als hij scoort, oh boy. In Blue Jasmine schetst de oude neurotische meester het portret van een New Yorkse vrouw uit de upperclass die alles verliest in de crisis, want haar man bleek een eersteklas fraudeur.
Jasmine vliegt naar San Francisco, waar haar zus Ginger een heel gewoon leventje leidt. Ze probeert zich aan te passen aan een leven onder de common people, maar de bitterheid over de luxe die ze achter zich heeft moeten laten, vreet haar van binnenin op en dreigt ook het leven van haar zus te verwoesten. Blue Jasmine lijkt bij momenten eerder een sociaal drama à la Mike Leigh dan de zoveelste romantische worp van Woody Allen. Hoewel de emoties van de nevenpersonages af en toe wat oppervlakkig en karikaturaal worden geschetst, is Jasmine een van de sterkste vrouwelijke personages van de laatste filmjaren. Dat is niet in het minst te danken aan Cate Blanchett, die van Allen de kans krijgt om een regelrecht bravourestuk op te voeren: haar gelaagde en doorleefde vertolking van een ontredderde, maar diep egoïstische vrouw, benadert de perfectie.
(HDP)