Float Fall
Ze coveren ‘Everybody’s got to learn sometime’ op een heerlijke wijze, ze samplen uit La Haine en Rozanne De Scheemaeker verheft de hoorn naar ongekende muziekhoogten. Samen met Ruben Lefever is Float Fall rustig maar zeker een heel sterke nieuwe kracht in de Belgische droompop aan het worden.
GUIDO: Was Pukkelpop jullie grootste optreden tot nu toe?
Rozanne: Het voorprogramma van Alt-J in De Melkweg in Amsterdam, dat was nog net iets groter. Of er meer volk was voor ons, dat weet ik niet. Maar Pukkelpop was het indrukwekkendst. Je weet dat de mensen voor jou komen.
Ruben: Zoveel volk dat afkomt op één single.
Ruben: ‘Someday’ heeft héél veel gedaan voor ons.
Rozanne: Het was spannend. Er speelden nog andere goeie bands op het moment dat wij dat podium opgingen. De mensen zijn gekomen met de vraag: wat heeft Float Fall nog te bieden?
GUIDO: Hebben jullie daar zelf al een idee over?
Ruben: De debuutplaat zou voor het voorjaar moeten zijn.
Rozanne: Voor die plaat gaan we onze tijd nemen. Er zijn verwachtingen bij de fans. Die verwachten op de plaat meer ‘Somedays’ te horen. Maar voor onszelf kan het nog alle kanten uit.
Ruben: Wie ons al live hoorde, weet dat we meer zijn, dat Float Fall breder is dan de single.
Rozanne: En dat we met veel dingen bezig zijn.
Ruben: Op de plaat maken we een beslissende synthese…
Rozanne: Een groter concept.
Ruben: En we tonen wie we zijn.
GUIDO: Muzikanten krijgen vaak de tijd niet meer om zich te ontwikkelen.
Rozanne: Het gaat heel snel. Een single raakt bekend en meteen wordt naar een plaat gevraagd. Wij dachten nog niet eens aan een plaat.
Ruben: Wij wilden een jaar na de Rock Rally van 2012 laten horen waar we ondertussen stonden. We hebben het nooit als een vooruitgeschoven single gezien.
Rozanne: We zijn sinds ‘Someday’ alweer veranderd.
Ruben: Door de ervaring die we in de studio hebben opgedaan.
Rozanne: En heel de ervaring na wat ‘Someday’ teweegbracht. Wanneer word je op de radio gespeeld? Wanneer vraagt men je op grotere festivals?
Ruben: Zonder hautain te willen klinken, denk ik dat we nu ook veel meer weten waar we op mogen mikken. Als je ons in februari had gezegd dat onze muziek tot in de States zou geraken, of door Perez Hilton zou worden gedeeld? Dat was een ogenopener om het België-verhaal te doorbreken.
Rozanne: Binnen de kortste tijd is de song op verschillende blogs in verschillende landen gekomen. Allemaal vanzelf.
GUIDO: Heb je dan eigenlijk nog een label nodig?
Rozanne: Artistiek gaan we niets uit handen geven! En PIAS legt ons niets op, laat ons helemaal onze zin doen. We hebben ook gekozen voor mensen die ons kunnen gidsen, maar ons wel alle muzikale vrijheid geven. We zijn te perfectionistisch met ons twee om dingen te gaan veranderen omdat iemand anders dat wil. We voelen ons echt op ons gemak bij Jasper en Pieter van PIAS.
Bluesjam
GUIDO: Componeren jullie of maken jullie songs?
Ruben: Wij zijn zeker geen jammers.
Rozanne: Met een computer is dat ook moeilijk. Wij gebruiken de computer niet als muziekinstrument, dan is dat toch niet evident. Wij zitten met onze synths en onze gitaren. Een zanglijn kan er iets geïmproviseerder bijkomen eenmaal een song af is, maar jammen zit niet echt in ons, denk ik. We zijn echt schrijvers.
Ruben: Ik heb het gevoel dat als je met twee gitaristen en een bassist een jam start, je vaak toch weer op iets vrij gelijkaardigs uitkomt. Na vijftien minuten ben je toch weer gewoon blues aan het spelen. Het vernauwt nogal automatisch naar hetzelfde. We zijn waarschijnlijk te theoretisch en we kennen onze instrumenten te goed… We gaan eerder aan onze piano zitten en denken na. Of we tokkelen een mooi akkoordenschema en bouwen daar dan op voort.
Rozanne: Of we beluisteren een drumlijn en pluizen uit welke klank nog te kort is. Componeren, schrijven dus.
GUIDO: Waar ligt de raaklijn van jullie schrijfstijlen?
Rozanne: We hebben elk onze eigen manier en we overlappen ook wel.
Ruben: Ik focus iets meer op akkoorden en op ritme en jij hebt net een beter oor voor melodie.
Rozanne: Ja. Ik heb meestal meteen een akkoordenschema met een melodielijn en vaak al een stukje tekst. Ruben zal vaker eerst een drumlijn hebben.
Ruben: Harmonie is wat me echt raakt, een goed akkoord waar je het niet verwacht.
GUIDO: Is het veel samenzitten, of veel naar elkaar doorsturen?
Ruben: Ook als we samenzitten is het naar elkaar terugkoppelen van eigen ideeën.
Rozanne: Het is makkelijker als je met twee aan iets werkt. De ander hoort en denkt anders.
GUIDO: Hoe kom je als band tot wat je speelt?
Ruben: We zijn vertrokken vanuit een jongen en een meisje. Het eerste halfjaar hebben we met twee gitaren geprutst.
Rozanne: En met een akoestische gitaar.
Ruben: Dan moet het wel singer-songwriter zijn!
Rozanne: En met een piano en een bas.
Ruben: Na dat halfjaar prutsen hebben we er een computer bijgehaald.
Rozanne: En dat werkte direct. Dat was een verademing, daarmee wilden we meteen verder gaan. Het paste bij wat we in ons hoofd hebben.
Ruben: Na een jaar hadden we twee nummers waar we eindelijk tevreden over waren.
GUIDO: Een beetjes discipline kan geen kwaad in muziek.
Rozanne: Dat heb je nodig. Niet te snel tevreden zijn ook.
GUIDO: Was hoorn je eerste instrument in het conservatorium?
Rozanne: Ja. Ik speel al hoorn van toen ik acht was. Ik heb pas heel laat beslist om toch naar het conservatorium te gaan, echt aan het einde van mijn secundaire studies. Ik had elders al toelatingsexamen Engels gedaan. Ik was aan het twijfelen. Het was dus een beetje een gok, maar ik voelde me meteen thuis. Allemaal mensen die het zelfde denken en hetzelfde zijn: muziek. Heel blij dat ik juist gekozen heb. En veel mensen weten gewoon niet goed wat hoorn is. Het is veel meer dan hoempapa-hoempapa! Ik kan meteen tien voorbeelden laten horen waar je echt van achterover valt! In pop- en andere muziek. En ik vind echt dat het heel mooi past in Float Fall.
Ruben: Bij het dromerige en het soundscape-achtige van onze muziek werkt dat goed.
Nuchtere dromers
GUIDO: Wat zijn de plannen nu?
Rozanne: Mijn hoofddoel is om volledig van mijn muziek te leven. Ik ga nu ook wel een lerarenopleiding volgen, voor de zekerheid. Schrijven en opnemen voor de plaat. Een heel pak minder optreden ook.
Ruben: We zijn volop bezig met alle praktische zaken rond de opname.
GUIDO: Spannend wel.
Rozanne: Ja! Dat ik daarmee kan en mag bezig zijn, denk ik vaak.
Ruben: Hou die gedachte maar goed vast eens we twee weken ver in de studio zijn!
Rozanne: Als we over het volume van één basdrummetje blijven kibbelen. (lacht) Voor de B-kant van ‘Someday’ hebben we echt een week gedaan over de afwerking. Dat willen we toch echt vermijden vanaf nu. Op den duur hoor je dingen die niemand anders hoort. Ik word ook nogal gek als ik de hele tijd mijn eigen stem hoor. Dat blijft confronterend.
GUIDO: Waar zie je jezelf binnen 5 jaar?
Rozanne: Dat is nog ver hoor, binnen 5 jaar!
GUIDO: Maar het is er vlug.
Ruben: Ik hoop gewoon dat we met evenveel passie en kwaliteit doen wat we doen en in stijgende lijn respons krijgen op wat we doen. Geen one-hit, of one-year wonder. Dat vooral niet.
Rozanne: Dat het niet vechten wordt. We doen het veel te graag! Ik denk dat we wel durven dromen, maar tegelijkertijd zijn we ook heel nuchter. Maar het zou toch wel tof zijn mochten we dankzij onze muziek een stuk van de wereld kunnen zien. Op mooie plaatsen komen en tegelijkertijd muziek mogen spelen voor mensen, dat is al het mooiste in combinatie.
Ruben: We zijn allebei te gedreven om het te zien verminderen.
GUIDO: Wat raakt jullie in muziek?
Ruben: Ik kan dat hebben bij The Pixies. Ik heb zeker twee maanden aan een stuk naar die Best of geluisterd toen ik 13, 14 was. Bij ‘Monkey gone to heaven’ is er een lijn tekst ‘If the devil is six, then God is seven…’ Iedere keer weer kippenvel! Zoiets is heel onvatbaar voor mij.
Rozanne: Dat je een moment dat je mooi vindt niet kan verklaren. Een concert hoeft ook niet perfect te zijn om je diep te raken, en tegelijkertijd is een perfect concert geen enkele garantie op datzelfde gevoel. Ik val wel vaak voor een stem. Een timbre. Op het moment zelf kan me dat echt pakken.
(LAD)
foto: Brendan Canthy