Studentenclub in de kijker: Vlaamse Cantus Crashers (VCC)
Waar kwam het idee voor de club vandaan?
Het concept van de VCC bestaat al langer dan de club zelf. Welgeteld een jaar. Het begon allemaal toen in het academiejaar 2017-2018 een groep van 7 man geregeld ging cantussen. Op een doorsnee cantus zijn meestal maar 3 tot 5 extra personen welkom per vereniging. Deze mensen zaten echter in verschillende verenigingen dus konden wel samen naar de cantus door zich via een andere vereniging in te schrijven. Dit idee werd snel opgevangen en de groep vergrootte zich naar 10, 15, 20, … personen tot er op gegeven moment een volledige cantus gevuld kon worden, bestaande uit 1 grote groep vrienden. Deze groep bestond uit allerlei mensen van verschillende afkomst, verschillende studies maar wel met een gemeenschappelijk doel: op de cantus tonen wie en wat we zijn. Er werd dus de nodige drank verzet en de cantus werd qua zingen zo goed als overgenomen door ons.
Even fast forward naar een jaar later. De ‘meme’ werd omgezet naar een officiële vereniging die de naam Vlaamse Cantus Crashers (VCC) zou dragen. In het academiejaar 2018-2019 richtten de oprichters (Cédric Ponseele, Niels Van Der Schueren, Dieter Gommers, Lawrence Wallace, Eli Bral en Fran Debruyne) de VCC op. Een groep waar broederschap en cantusliefde primeert.
Wie kan lid worden?
Wij zijn een zeer open club. We hebben wel bepaalde 'basisvereisten’. Maar die kunnen een beetje verdraaid worden. Zo is een regel bijvoorbeeld dat je eerst ontgroend moet zijn in een andere vereniging alvorens je je bij de VCC aansluit. Dit omdat we een cantusvereniging zijn en iemand die nog nooit 'gecantust' heeft, zal misschien een beetje achterlopen op iets minder bekende nummers die de ervaren cantussers wel al door en door kennen. We hebben echter gemerkt dat de liefde voor cantussen zich zeer snel kan ontwikkelen dus er zijn altijd uitzonderingen mogelijk.
Er is dus geen doop bij jullie?
Wij hebben inderdaad niet echt een doop. Toch niet een doop zoals de meeste mensen het kennen: waar je vuilgemaakt wordt en allemaal opdrachten moet doen. Wij werken meestal met een doopcantus. Dit is een cantus waar de schachten/nieuwe leden liederen aangeleerd krijgen en af en toe een strafje krijgen en een pintje moeten drinken. Wij volgen echter voor een groot deel de regels van de codex en er zal nooit iemand verplicht worden om te drinken (art. 102 uit de Gentse Codex).
Wat is heel het verhaal rond cantussen?
Als je als student aansluit bij een studentenvereniging is een cantus onvermijdelijk. Om je lint in ontvangst te nemen moet je aanwezig zijn op je doopcantus. Op deze doopcantus krijg je vrij snel te weten of cantussen je ding is of niet. Het is natuurlijk altijd aangeraden om nog een themacantus te doen of een cantus als je ontgroend bent. Dan kan je pas echt zeggen of cantussen je ding is of niet.
Als je doorhebt dat cantussen echt iets voor jou is, zou ik je aanraden onze Instagram of facebook eens te bekijken !!
Hebben jullie een leuze ?
We hebben niet echt een vaste spreuk. We sluiten onze communicatie via social media wel vaak af met de latijnse tekst ‘Et ab nato mei, et nunc, et ad mortuum mei, bibi, bibo et bibibo!’. Deze spreuk betekent, losjes vertaald, ‘Vanaf mijn geboorte, op dit moment en tot mijn dood, dronk ik, drink ik en zal ik drinken!’.
Zal de vereniging nieuw leven krijgen na corona?
Jazeker, we hebben al enkele activiteiten in de frigo staan en de data van onze cantussen zijn vastgelegd. We hebben er enorm veel zin in en ik kijk er als kersverse praeses (Bram Hofkens) heel hard naar uit om er samen met mijn praesidium een prachtig jaar van te maken.
Meer info: Vlaamse Cantus Crashers | Facebook