BLOKTIPS: Verlies je hoofd niet, noteer de hoofdzaak
Hieronder tips om netjes en efficiënt te noteren wat je prof de hele dag uit zijn botten staat te slaan.
1. Verzorg de lay-out
- Markeer elke pagina: cursus, datum, paginanummer, enz.
- Laat een marge aan de linkerkant van je pagina om er de structuur van de cursus (titels) en persoonlijke aanduidingen in te noteren (tips, onvolledige passages, dingen die je niet begrijpt, enz.)
- Gebruik insprongen om een hiërarchie aan te brengen in je ideeën, laat wat ruimte om de tekst luchtiger te maken (en bij herlezen makkelijker te begrijpen en te memoriseren )
2. Noteer je info kort
Het is onmogelijk om te schrijven aan spreeksnelheid!
• Gebruik afkortingen en tekens/symbolen
• Kies de woorden die je noteert: schrijf niet alles “woord voor woord” (behalve bij definities), maar eerder in telegramstijl (nominale of verbale zinnen)
3. Selecteer je informatie
• Als er een syllabus is, neem dan snel het hoofdstuk door voor de les. Zo zal je makkelijk de elementen terugvinden die door de docent worden uitgewerkt en kan je enkel de extra informatie noteren (anekdotes, voorbeelden die de leerstof verduidelijken, enz.)
- Als er geen syllabus is, probeer dan de structuur van de cursus terug te vinden (in het begin van de les overloopt de docent vaak de leerstof van die dag, op het einde van de somt hij de belangrijkste punten nog eens op en legt hij uit wat er volgende keer behandeld zal worden). Gebruik sleutelwoorden als geheugensteuntje voor belangrijke anekdotes, sprekende voorbeelden, enz. Let hierbij op de specifieke woordenschat.
4. Breng orde in je notities
Verlies geen tijd met het overschrijven van je notities, maar herlees ze snel na de les en…
• Ga na of je alles begrepen hebt (zo kan je bijkomende uitleg vragen of zaken opzoeken indien nodig).
• Markeer de algemene structuur door de titels en ondertitels te nummeren en schenk aandacht aan de verbanden tussen de ideeën (gevolgen, tegenstellingen, enz.).
• Vul de passages die je in een “te telegrafische stijl” hebt genoteerd aan (de informatie zit dan nog fris in je geheugen), herschrijf de anekdotes aan de hand van de sleutelwoorden.
To study or not to study?
De studenten zeggen:
• “Het is zinloos om twee maanden op voorhand te studeren, dan ben ik alles alweer vergeten.”
• “Ik kan niet alles de dag ervoor studeren.”
Dat klopt! Als je een vak één keer gestudeerd heb, vergeet je de informatie erg snel. Als je er daarentegen verscheidene keren tijdens het jaar aan werkt, memoriseer je sneller en kan je makkelijker de antwoorden formuleren op het moment van de examens.
Wat betekent “verscheidene keren aan een vak werken”?
→ Wat doen?
→ Wanneer?
• Je notities in orde brengen, oefeningen opnieuw maken
→ elke week doen
→ oktober
• Een hulpmiddel opstellen dat je helpt bij het studeren (schema, samenvatting, vragenlijst, woordenlijst, enz.)
→ op het einde van elk hoofdstuk
→ november
• Memoriseren en je kennis toetsen
→ voor een test
→ maart
Plannen helpt je het werk aan te pakken
• Maak een lijst op met de taken die je de volgende drie weken moet uitvoeren. Elke lijn moet de volgende punten verduidelijken:
De cursus De actie De hoeveelheid De geschatte tijd
voorbeelden :
Engels, oefeningen hfst. II → ¾ uur
Economie, samenvatting pagina's 23 tot 45 → ½ dag
2. Maak de nodige uren vrij
Tel op hoeveel tijd je nodig hebt voor al je taken en bepaal op welk moment je zal kunnen werken gedurende de drie volgende weken.
Krijg je er niet alles ingestopt?
Er zijn twee oplossingen: ofwel verminder je de werklast die je voorzien hebt voor de drie volgende weken, ofwel voorzie je meer werkmomenten.
3. Plan: zet elke taak op het meest geschikte moment
Bijvoorbeeld: je kan je notities in een halfuurtje in orde brengen, maar voor een samenvatting heb je op zijn minst anderhalf uur nodig. Hou rekening met de rest van je tijdschema en je voorliefde voor bepaalde cursussen.
4. Voer de voorziene taken uit
Je planning is een hulpmiddel om het werk dat je nog moet doen te visualiseren. Het is geen bevelschrift: wissel gerust taken om, vervang een werkmoment door een vrij moment, enz.
Memoriseren is…
• informatie coderen in je geheugen
• die gegevens ergens opslaan
• doel: de info oproepen op het moment dat jij wil.
•
Als je een tekst intypt op de computer…
• codeer je de gegevens
• moet je het document een naam geven en opslaan
• doel: het bestand terugvinden wanneer je wil .
Slagen in een schriftelijk examen
1. De vraag begrijpen
Lees aandachtig elke vraag om te bepalen:
• wat het onderwerp is: waarover gaat het?
• welke actie je moet ondernemen: wat moet je doen? Het werkwoord van de vraag geeft aan hoe je je antwoord moet organiseren (vb. opnoemen, vergelijken , aantonen, enz.)
• waar je moet beginnen en eindigen: welk aspect, welk deel? (vb. “som de voordelen van een bepaalde verkooptechniek op”, het heeft geen zin ook de nadelen te geven noch de voordelen van de overige verkooptechnieken).
2. Tijd hebben om alle vragen te beantwoorden
Gun jezelf voor elke vraag de tijd om te werken in functie van de moeilijkheidsgraad, de lengte, je kennis… van de vraag. Als je die tijd overschrijdt, ga dan naar de volgende vraag en kom later terug op de vorige. Zorg ervoor dat je geen klad moet overschrijven (zie hieronder).
Vergeet niet dat herlezen essentieel is. Hou dus nog een beetje tijd over.
3. Het antwoord opstellen
Een antwoord opstellen doe je in twee fases.
• Het klad: maak een schema van je antwoord. Noteer de algemene ideeën in telegramstijl. Deze fase stelt je in staat om achteraf je antwoord te structureren, om het op een logische en persoonlijke manier te ordenen (zo voorkom je dat het document dat je moet indienen vol doorhalingen en pijlen staat). Check of je wel degelijk op de vraag antwoordt (zie hieronder).
• In het net schrijven
4. Herlezen
Deze laatste fase is belangrijk. Ze stelt je in staat om na te gaan of
• je niets vergeten bent
• de spelling en de syntaxis correct zijn, je antwoorden begrijpelijk en goed geordend zijn
• je de conventies gerespecteerd hebt (je naam, het nummer van de vraag…)
Slagen in een mondeling examen
Dé 3 essentiële elementen om te slagen voor een mondeling examen:
1. Jezelf voorstellen
Enkele elementaire raadgevingen om niet te vergeten:
• Zeg goedendag als je binnenkomt.
• Spreek met een heldere en zelfverzekerde stem (oefen je!)
• Hou je recht, schouders achteruit, glimlach…
• Kleed je correct en netjes om er niet te onverzorgd uit te zien.
2. De voorbereidingstijd
Als je voorbereidingstijd krijgt voor je op een vraag moet antwoorden, maak er dan maximaal gebruik van om de stress te neutraliseren, je ideeën duidelijk te formuleren en je uiteenzetting te structureren.
• Analyseer de vraag (zie pagina van april).
• Stel op je kladpapier een schematisch antwoord op. Noteer niet de zinnen die je gaat zeggen, maar enkel sleutelwoorden en de verbanden tussen de ideeën.
• Structureer je antwoord (bepaal de volgorde waarin je de informatie naar voren zal brengen).
3. Je antwoord naar voren brengen
Bij de docent, moet je
• het schema van je antwoord uiteenzetten. Geef een korte opsomming of beschrijf hoe je je uiteenzetting naar voren wil brengen. De docent moet je kunnen volgen in je redenering.
• Op een gestructureerde en precieze manier antwoorden op de vraag, de hele vraag en niets dan de vraag…
• Afronden met een slotzin, een laatste bedenking. De docent moet weten wanneer je klaar bent.