Dagboek van een eerstejaars - Prosit Senior, Prosit Corona, Ad fundum!
Onder de studentenbevolking doen de gruwelijkste verhalen de ronde over biervloeiende cantussen. Een mens zou voor minder nieuwsgierig worden en dus besloot ik om deze week eens uit te dokteren wat nu allemaal waar was en wat niet.
Uit rondvraag bleek dat mijn studentenkring deze week een cantus hield speciaal voor eerstejaarsstudenten. Vervolgens ging ik in de drukke straatjes van Leuven op zoek naar een rasechte student die mij wat hints kon geven zodat ik toch wist waaraan ik me mocht verwachten. Hij loste initieel niet veel, maar na enkele pintjes (en de nodige plaspauzes) begonnen de lippen wat losser te komen en vloeiden de tips rijkelijk. Zo moest ik eerst en vooral een codex zien te kopen. Niet zo eentje met artikels en wetboeken, maar een met liedjes, herinneringen en biervlekken. Een goede voorbereiding was volgens hem ook essentieel. Zo zouden frieten een gouden laagje vormen en zou een lepel honing vooraf wonderen verrichten. Tot slot legde hij me kort de regels uit, dat zou toch enkele ad fundums schelen. Mijn bron was uitgeteld en dus was het ook tijd voor mij om me terug te trekken.
Met mijn codex onder de arm, de frietjes met honing in de maag en een zak vol goede moed vertrok ik. Onzeker namen we allen plaats aan tafels. Vanavond zou het gaan gebeuren. Er heerste een zeer autoritaire, maar toch gemoedelijke sfeer. We dronken de ene ad fundum na de andere en hoe meer bier reeds vergoten, hoe gezelliger het allemaal werd. Er vielen echter toch enkele slachtoffers. Zo zat de jonge student naast me duidelijk vol. Iemand nam de arme stakker snel onder de armen en maakte dat hij veilig en wel op zijn kot geraakte. Al die verhalen over comazuipen waren dus vast en zeker meer uitzondering dan regel. Wanneer er toch iets zou mislopen, had je altijd een hele groep om op terug te vallen. Het was een avond vol plezier, zang en kameraadschap. Een avond die nog lang zal blijven hangen. En mij zien ze daar zeker terug!