Dagboek van een eerstejaars: Niemand zwanger
De straten hangen reeds vol schattige lichtjes, de verkoudheden zijn weer in het land en de Sint is toegekomen uit het zuiderse Spanje… Kortom, de winter begint. Het duurt misschien nog een tijdje vooraleer we weer allen samen de kerstboom versieren en vechten om de kalkoen aan te snijden,maar dat houdt me toch niet tegen een bekend fenomeen uit de doeken te doen. Elke (toekomstige) student kan ervan meespreken: tijdens de feestdagen werden we door familie angstig aangeklampt. Talrijke vragen werden ons rond het hoofd geslingerd. Of we al weten wat we gaan studeren? Of die richting wel genoeg werkzekerheid biedt? Of dat überhaupt wel iets voor ons is? Nu we eindelijk onze keuze gemaakt hebben en het academiejaar begonnen is, weet ik zeker dat ik binnen enkele weken weer van die vervelende vragen mag verwachten. Of ik wel genoeg leer? Of mijn kot geen vuilnisbelt is? Of ik nog niemand zwanger gemaakt heb? Maar deze keer kom ik voorbereid naar de familiefeesten en maak ik al op voorhand mijn balans op van bijna 2 maanden in Leuven.
Allereerst zal er te sprake komen of ik blij ben met mijn studiekeuze. Deze ‘originele’ nonkels en tantes zal ik moeten ontgoochelen, want ik ben wel degelijk tevreden. De richting is echt iets voor mij en de stad nog véél meer. Bij het horen van dit antwoord wordt natuurlijk direct gesuggereerd of ik voldoende studeer. Een goede wijn moet rijpen, net als de kennis die ik vergaard heb. Ik heb nog geen (proef)examens gehad en dus geen enkel referentiepunt. Om oma geen hartaanval te bezorgen, zeg ik er natuurlijk bij dat ik alles mooi bijhoud en elke dag naar de les ga. Na enkele wijntjes beginnen de lippen al wat losser te komen en pronkt onze nonkel wel eens over hoeveel keer hij wel niet de bloemetjes buitenzette en over hoe hij elke keer met een ander meisje thuiskwam. Tante zal hem dan wel onder tafel schoppen, maar alle blikken zijn op dat moment op mij gericht. Dus stel ik hen gerust door te vermelden dat ik geen vast vriendinnetje heb en verzeker ik mama nog eens dat ze de komende jaren geen kleinkinderen moet verwachten. Bij het dessert wordt natuurlijk geopperd dat ik van deze heerlijke gerechten niet kan genieten op kot. Waarop de kleine wijsneus naast me beweert dat ik elke dag naar de frituur ga of pizza laat bezorgen. Wel, ook die angstige familieleden, die denken dat ik één dezer dagen opgenomen zal worden met een cholesterol die de pan uitswingt en enkele vernauwde bloedvaten, kan ik meedelen dat ik zeer gevarieerd eet en zelfs af en toe sport.
De vragen zijn op. Ik bedank hen voor het gezelschap en de cadeautjes, maar stel hen teleur, omdat ik reeds vertrek naar huis om te studeren. Eens ik de straat uit ben, zet ik koers naar Leuven.