Dagboek van een eerstejaars: Celebration
Het is bijna even logisch als een wiskundig axioma dat vorige week elke student vaker dronken dan nuchter was. In tegenstelling tot onze collega’s in Gent kregen wij, Leuvense studenten, onze punten pas op het einde van de week en daarenboven begonnen nieuwe proffen aan enkele inleidende lessen. Een nieuwe lessenrooster betekende ook nog eens een extra avond in Leuven. Genoeg excuses dus om nieuwe mensen te ontmoeten en ons vertrouwd biertje in de hand te nemen.
Onze Gentse medestudenten zijn er vaak jaloers op, maar bij ons kan je reeds een pintje vinden voor slechts 90 cent. De afgelopen dagen kreeg mijn lever dan ook liters ervan te verwerken. Voor ik het wist, nestelde zich een mannelijke kat in mijn lichaam en begonnen mijn andere goede voornemens in het gedrang te komen. Met de nodige hoeveelheden acetylsalicylzuur, in de volksmond bekend als aspirine, en enkele grote slokken water kon ik toch de weg vinden naar de aula. Na enkele dagen strompelend met het dauw aan de voeten de Leuvense straten, geurend naar verse koeken van de bakker, onveilig gemaakt te hebben was het back to reality.
De (flauwe) KUL had er niets beter op gevonden dan onze punten beschikbaar te stellen op het moment dat onze eerste les van de dag begon. Velen zochten troost in het feit dat het beruchte systeem toch vaak plat ligt en er vaak vertragingen optreden. Veel troost blijft er echter niet over wanneer je de komende zes uur les hebt en ondertussen her en der studenten hun resultaten lezen met de daarbij gepaarde mimiek. Mijn hartslag naderde oneindig en tijdens een lange pauze kon ik dan eindelijk toch even buiten glippen om rustig op kot het resultaat onder ogen te zien. Binnen enkele seconden zou ik weten welke vruchten mijn levenswijze heeft afgeworpen. Mijn ogen leken betoverd, mijn lichaam genoot van een endorfinepiek en ik schreeuwde het uit. De kogel was door de kerk en ik had hem mooi ontweken. Ik was voor alles geslaagd.