“Belgen hebben geen weet van wat zich daar afspeelt.”
Student Mattijs Messely trok met Artsen Zonder Grenzen naar Kenia
Van oktober tot december 2010 doorkruiste een delegatie van Artsen Zonder Grenzen gans België om in meer dan zestig hogescholen en universiteiten de film Living in Emergency te tonen. Dankzij het promowerk van geëngageerde studenten kwamen daar maar liefst 12.000 kijklustigen op af. Toen dat erop zat, werd één hardwerkende Student Promotion Manager samen met een Waalse collega uitgenodigd voor een vijfdaags bezoek aan de post die Artsen Zonder Grenzen in Kenia heeft opgesteld. Mattijs Messely, een 20-jarige student Politieke Wetenschappen aan de KU Leuven, was de gelukkige. Wij pikten hem op in Zaventem en staken onmiddellijk een micro onder zijn neus.
GUIDO: Vertel nog eens hoe het precies allemaal is begonnen?
Mattijs: Samen met andere teamleden was het mijn taak als Student Promotion Manager om studenten te overtuigen om naar de film te komen kijken toen die in onze campus werd getoond. En ik mag wel zeggen dat we daarin zijn geslaagd, want de aula, waar plaats is voor zo’n 800 studenten, zat bomvol. Enkele laatkomers hebben zich zelfs nog op de trappen gezet, omdat ze de film absoluut wilden zien.
GUIDO: Voor wie de film niet gezien heeft, waar gaat die eigenlijk over?
Mattijs: ’t Is een documentaire over het werk dat Artsen Zonder Grenzen verzet in probleemgebieden, en dat wordt aan de hand van enkele concrete situaties getoond. Soms heel rauw hoor.
GUIDO: Hoe hebben jullie Living In Emergency gepromoot bij jullie collega’s?
Mattijs: Met behulp van Artsen Zonder Grenzen hebben we flyers rondgedeeld en posters laten printen. Daarnaast hebben we de film nog een tweede keer getoond voor wie er de eerste keer niet bij kon zijn, en bovendien hebben we ook een debat georganiseerd over ontwikkelingssamenwerking en de onafhankelijkheid van ngo’s.
GUIDO: Jouw promowerk heeft je uiteindelijk een trip naar Kenia opgeleverd.
Mattijs: Dat klopt. Samen met een Waalse student had Artsen Zonder Grenzen me uitgenodigd voor een vijfdaagse trip eind maart naar Kibera, één van de grootste sloppenwijken van Afrika, waar zo’n 240.000 mensen in erbarmelijke omstandigheden wonen. Artsen Zonder Grenzen heeft daar vier gezondheidscentra ingericht. Drie die zich toespitsen op tuberculose en hiv, en een vierde, die nog maar pas bestaat, voor seksueel geweld. Die laatste bleek trouwens dringend nodig. Mensen kunnen er niet alleen terecht voor medische hulp, maar ook voor psychologische bijstand en vooral bij die laatste post is dat van grote waarde. Wij hebben de mogelijkheid gekregen om met patiënten en ex-patiënten te praten.
GUIDO: En?
Mattijs: Ik denk dat wij hier in België niet echt weet hebben van wat zich daar afspeelt en wat Artsen Zonder Grenzen er voor de lokale bevolking betekent. In Kenia is er gelukkig al voldoende stabiliteit om enkele projecten uit te bouwen, maar de toestand blijft wel schrijnend. De mensen leven in de stank, vechten elke dag om te overleven en dat in kleine ‘kotjes’ van golfplaten waar elke vierkante centimeter telt en amper plaats is voor hygiëne. Bovendien zijn heel wat ex-patiënten door de ziekte of het seksueel misbruik verstoten door familie en vrienden en staan ze er dus helemaal alleen voor. Omdat de lokale bevolking veel beter op de hoogte is van de culturele gevoeligheden en ook beter snapt in welke situatie een man of vrouw op dat moment verkeert, heeft Artsen Zonder Grenzen ook veelKenianen in het team zitten.
GUIDO: Wat zal je het meeste bijblijven?
Mattijs: (denkt even na) De sfeer die er hangt. En dat ze er toch nog het beste van proberen te maken. Gelukkig zijn er organisaties als Artsen Zonder Grenzen die de lokale inwoners daarbij kunnen helpen. Weet je, het was echt een fantastische ervaring.
GUIDO: Zou je voor Artsen Zonder Grenzen kunnen werken?
Mattijs: Nu ik eens een project van dichtbij heb kunnen volgen, weet ik ook over welke capaciteiten medewerkers van Artsen Zonder Grenzen en dergelijke organisaties moeten beschikken. Een goeie portie diplomatie bijvoorbeeld, maar je moet bovendien ook heel flexibel zijn. Ik denk wel dat het iets voor mij is, ja. Het is toch mooi om het verschil te kunnen maken?
(SVR)