De grote Guido-enquête: 10 populaire misvattingen over studenten rechtgezet

Dit voorjaar hield Guido een grote studentenenquête. Niet minder dan (hou je vast) 18.000 studenten kwamen naar onze Guido Student Portal en vulden daar een paar honderd vragen in. De resultaten waren dikwijls verrassend
en zorgden ervoor dat een aantal populaire misvattingen over studenten nu definitief in het verdomhoekje kunnen.

Misvatting #1: Studenten worden verwend door hun ouders

Vergeet het maar! Bijna 45% van de ondervraagde studenten moet het wekelijks rooien met minder dan 25 euro zakgeld van hun ouders. Alhoewel. De ouders betalen doorgaans wel het kot (bij 52,6% van de kotstudenten kost dat tussen 151 en 225 euro per maand), de benzine (40,7%) en de internetrekening (86,8%).

Misvatting #2: De studentenverenigingen boeren achteruit

Dat zouden we niet durven beweren, want 36,9% van de studenten beweert lid te zijn van een studentenvereniging, en dat is bijvoorbeeld meer dan van klassieke jeugdbewegingen (slechts 22,9%). Lid worden doen ze vooral omdat dat handig is voor kortingen op syllabussen en dergelijke (33,2%) of gewoon voor het plezier (30,5%).

Misvatting #3: Studenten zijn te lui voor sport

Neen, verduiveld! Integendeel! Bijna 75% van de studenten doet aan sport, en 45% is zelfs lid van een sportclub. De populairste sporten zijn lopen/joggen (24,9%), fitness (20,7%) en zwemmen (19,1%).

Misvatting #4: Alle studenten zijn zuiplappen

Toegegeven: 86,9% van de studenten drinkt alcohol, maar als je hen vraagt wat ze het liefst bestellen op een terrasje, prefereert 37,3% een niet-alcoholisch drankje, met cola als favoriet (14,1%), gevolgd door ice tea (9,7%) en vruchtensappen (4,5%). Toch blijft de allerfavorietste terrasconsumptie een lekker fris pintje (25,3%).

Misvatting #5: Alle studenten zitten aan de drugs

Maar neen! Meer dan 58,7% van de studenten heeft nog nooit een joint gerookt. Bijna 33% heeft het wel eens geprobeerd, maar de regelmatige en zware gebruikers stranden op respectievelijk 7,2 en 1,7%. Wat gewone sigaretten betreft, is het erger gesteld: 41,2% van de studenten rookt. Gelukkig blijft het een minderheid die dagelijks 1 pakje of meer rookt (18,9%), en 75,5% is van plan te stoppen met roken.

Misvatting #6: Studentenkoten zijn Spartaanse oorden

Vergeet het cliché van het studentenkot met enkel een bed, een tafel en een emmer koud water om je te wassen. De koten vandaag zijn piekfijn ingericht. Niet minder dan 46,6% heeft een eigen keuken, 44,5% een oven, 81,3% een microgolfoven en 36% een eigen toilet en douche. Het traditionele kot verliest trouwens terrein: 18,4% van de studenten woont in een studio en 6,7% in een appartement.

Misvatting #7: Studenten rijden niet met de auto

Toch wel, want 69,5% van de studenten heeft een rijbewijs. De overgrote meerderheid daarvan (80,6%) behaalt dat zelfs nog voor zijn of haar 19de verjaardag. Bovendien heeft 37,4% een eigen auto (hoewel maar 9,3% die helemaal zelf heeft betaald).

Misvatting #8: Studenten gaan nooit naar de les

Integendeel: bijna 4 op 10 van de studenten (39,1%) gaat altijd naar de les. De echt hardcore brossers zijn zwaar in de minderheid: maar 2% beweert nooit of zelden op te dagen. De overige studenten brossen sporadisch (40,7%) of maken zelf een selectie van de belangrijkste lessen (15,3%).

Misvatting #9: Studenten lezen geen kranten

De toekomst van de kranten lijkt verzekerd, want 70,6% van de studenten leest meerdere keren per week een krant. Dat is vooral te danken aan hun ouders, want 44,1% leest mee met het abonnement thuis. Slechts 8,1% heeft een eigen abonnement, en 5,6% deelt een abonnement met iemand anders. Hé, en mogen we er hier toch even op wijzen dat bij de gratis magazines voor jongeren Guido Campus Magazine als populairste uit de bus kwam? Jawel!

Misvatting #10: Studenten kijken geen tv

Vergeet het maar: 34,5% van de studenten geeft tv-kijken op als een belangrijke activiteit in de vrije tijd. De televisie komt na uitgaan (60,5%), pc/internet (45%) en bioscoop (35,4%), maar toch: op 55,2% van de studentenkoten is een tv aanwezig, vaak ook aangevuld met een video- (24,9%) en/of dvd-speler (39,4%).