Je auto, je vrijheid? Ja, maar je moet die wel verzorgen!

Rijbewijs gehaald? Proficiat! En die auto, da’s de volgende stap… Alleen, na de aanschaf blijkt die niet alleen nogal wat centen te vreten, maar dat ding vraagt ook aandacht! Jawel, je karretje waar je zo trots op bent vraagt verzorging en onderhoud, en ook een schoonmaakbeurt van tijd tot tijd – hoewel dat geen verplichting is. Waar moet je allemaal op letten om je wagen in optima forma te houden? Wat kan je zelf doen en waarvoor loop je naar een garage? We zetten even de belangrijkste zaken op een rijtje:

 

Maak het jezelf makkelijk: neem de handleiding door die je in het handschoenkastje vindt. Je vindt er alle informatie om de meest evidente controles (en eventuele werkjes) die op regelmatige tijdstippen dienen te gebeuren niet uit het oog te verliezen en uit te voeren. Dit is een betrouwbaar en nuttig boekje!

1. Dagdagelijkse controles, kleine ‘ingrepen’, klein onderhoud

Wil je problemen vermijden, maak dan voor jezelf een klein schema met de meest courante zaken waar je moet op letten, zoals:

- Oliepeil: controleren aan de hand van de twee merkstreepjes op de peilstok. Het oliepeil dient zich tussen de twee merktekens te bevinden. Niet daaronder, maar ook niet daarboven. Met te weinig olie rijden betekent kans op te weinig smering, te veel kan tot nutteloos olieverbruik en schade aan de motor leiden. Moet je olie bijvullen, dan geeft de handleiding je uitleg over welk soort olie je je dient aan te schaffen en hoe je die dient bij te vullen.
OPGELET: oliepeil steeds controleren bij een koude motor!
- Koelvloeistofpeil: ook daarvoor heb je merktekens als referentiepunt.
TIP: Gebruik als je dient bij te vullen een mix van water en antivries, ook ’s zomers. Antivries bevat producten om roest in de radiator en de koelleidingen tegen te gaan.
- Bandenspanning: let op het aantal Bar (of kg/cm2) dat je in verschillende rijomstandigheden op de banden dient te ‘steken’. De druk is meestal verschillend voor de voor- en achterbanden. Een auto geladen met meerdere inzittenden en een volle koffer vraagt een aangepaste bandenspanning.
TIP: Controleer de bandenspanning steeds op koude banden. Zijn de banden warm, bijvoorbeeld na een eind rijden, dan voeg je daar 0,2 tot 0,3 bar bij.
- Werking alle lichten: dat doe je met twee. De ene stap uit en kijkt van buitenaf of alles werkt, de andere bedient de schakelaars en de pedalen vanop de bestuurderspositie.
TIP: Vergeet je derde remlicht niet en ALLE richtingaanwijzers. Dit is vooral een kwestie van veiligheid, maar voorkomt ook problemen bij een controle door de politie.

2. Groot Onderhoud.

Het gaat hier om alle werkzaamheden van een klein onderhoud plus het vervangen van stukken die aan slijtage onderhevig zijn (bijvoorbeeld een luchtfilter, remblokken, bougies).

Je begint aan het vervangen best niet zelf, tenzij je over een goede technische knobbel beschikt!

TIP: Groot onderhoud KAN in een merkgarage gebeuren, maar ook bij bijvoorbeeld Auto5. De tweede oplossing is goedkoper, maar als je wagen nog in garantie is laat je je onderhoud toch best doen in een merkgarage. Zo vermijd je problemen als de garantie van toepassing is. Raadpleeg opnieuw de handleiding van je wagen als je meer wil weten.

3. Je wagen winterklaar maken.

Belgische winters zijn niet zonder gevaar voor de gezondheid van je auto. Bereid je voor op water, sneeuw, ijzel, strooizout en vriestemperaturen.

- Check je banden (slijtage??) En bandenspanning.
- Zorg voor voldoende antivries, niet alleen in het koelwater, maar ook in je ruitensproeiers.
- Kijk of de accu voldoende vloeistof bevat (dopjes afschroeven: staat het water boven de elementen van de accu?) Let zeker op de staat van de accu als die ouder wordt dan 3-4 jaar. Als je auto traag en moeilijk start bij koude, heeft dat meestal daarmee te maken.
- Werken je lichten naar behoren? Mistlichten ook?

TIP: merkgarages, maar ook onafhankelijke servicecentra als Midas, Speedy en Auto5 hebben meestal een aangepast winteronderhoud klaar tegen een speciaal tarief! Kleine investering, maar liever dat dan aan de kant staan met pech.

4. Vermijd inbraak en (auto)diefstal.

Niet alleen je auto, maar ook de inhoud ervan zijn kostbaar. De gelegenheid maakt de (auto)dief. Voorkomen kan!

- Laat NOOIT waardevolle voorwerpen achter in je wagen, ook niet in de koffer. Cd’s berg je beter op. Neem het frontpaneel van je autoradio weg en NEEM HET MEE (maar laat het ook niet in je zak van je jas slingeren als je op stap gaat). Een laptop, kledij en een boekentas laat je uiteraard niet in je wagen.

- Schrik potentiële dieven af: zorg voor een echt alarm (DUUR en niet altijd efficiënt) of een fake alarm (klevers met een alarmwaarschuwing op de ramen, twee knipperende rode ‘LED’–lampjes die aangaan als je het contact afzet; spotgoedkoop en niet zo moeilijk te installeren voor doe-het-zelvers).

- DENK ER ZELFS NIET AAN ooit je sleutels op het contact te laten zitten, ook al stap je maar voor even uit!

- Bang dat je wagen zelf een gegeerd object is? Schroef de elektrische toevoer van je motor los onder de motorkap als je die voor een langere tijd ergens achterlaat. Vraag aan een garagist of een kenner hoe je dat best doet en hoe je de stroom in een mum van tijd weer aansluit.