Tien sterke planten voor een urban jungle zonder geklungel

Plan(t) je een binnentuintje? Steek je groene vinger op naar monotone tinten en saaie bloempotjes, want more is zoveel more. Mix en match met patronen en materialen, schuim rommelmarkten af en wees creatief met wat je op zolder vindt. Je hoeft je trouwens niet te beperken tot cactussen en vetplanten. Met deze tien toppers maak je je urban jungle compleet.
 
Sanseveria (= vrouwentong)
Luchtzuiverend en oersterk, dus onmisbaar in je urban jungle. Hoe verder hij van het raam staat, hoe donkerder de bladeren. Geef liever te weinig dan te veel water.
 
Zamioculcas Zamifolia (= ZZ-plant of kamerpalm)
Hoe groter de pot, hoe groter hij wordt, maar de ZZ-plant is giftig, dus opletten bij het verpotten. Hij zoekt steeds de zon op, dus draai ‘m af en toe een kwartslag zodat hij ‘recht’ groeit.
 
Yucca (= palmlelie)
Giftig voor huisdieren en kinderen, maar zolang jij ‘m niet opeet als midnight snack, kan hij perfect op kot staan. De yucca kan trouwens makkelijk een aantal weken zonder water.
 
Epipremnum aureum (= scindapsus)
Hang de scindapsus gerust op, tenzij je geen gaten mag maken in het plafond natuurlijk, dan kan hij gewoon in een pot. Hij heeft een luchtzuiverende werking, maar blijf weg van het sap, want dat kan de huid en slijmvliezen irriteren.
 
Nephrolepis (= varen)
Zo eentje werkt niet alleen luchtzuiverend, hij kan ook lang en gelukkig leven in een warme badkamer. Besproei de bladeren gewoon regelmatig met een plantenspuit (dus niet de wortel), en geef eventueel maandelijks wat voeding.
 
Aloë Vera
Ook deze plant heeft maar weinig dorst. Je mag gerust een blad afsnijden, maar vang het transparante sap op. Het helpt tegen eczeem, sportblessures, brand-, snij- en schaafwonden, blaren en zonnebrand. Het gele sap kan je maar beter vermijden, want dat kan gaan irriteren op je huid.
 
Philodendron of Monstera Deliciosa (= gatenplant)
Geef een gatenplant liever geregeld een klein beetje water dan één keer veel, want de grond mag niet te nat zijn. Let wel: hij is giftig bij inname. Niet dat jij erop zal kauwen, maar een gatenplant is misschien niet de beste optie voor wie een Minou of Felix heeft lopen. Leuk weetje: bij weinig licht, krijgt een gatenplant minder gaten. 
 
Musa Tropicana (= dwergbananenplant)
De wortels van de bananenplant liggen in de tropen, dus geef ‘m regelmatig een sproeibeurt en ook drie keer per week wat te drinken. Bij wie extra voeding voorziet, kan de bananenplant tot wel 2 meter groot worden. Wil je ’t zover niet laten komen? Stop die extra voeding en de groei zal stagneren.
 
Chlorophytum Comosum (= graslelie)
De graslelie overleeft zowel in een hang- als in een bloempot. Als hij regelmatig water en wat liefde krijgt, zal hij helpen de lucht te zuiveren. Zorg wel dat de plant al het water kan opnemen, anders zal-ie zodanig snel willen groeien dat hij letterlijk uit zijn voegen barst.
 
Pilea Peperomioides (= pannenkoekenplant)
Steek de pannenkoekenplant liefst niet in een terracotta bloempot, want zo eentje neemt heel veel water op, waardoor de aarde sneller zal uitdrogen. De pannenkoekenplant groeit naar het licht, dus draai hem af en toe een kwartslag. Sowieso zullen kleine stekjes groeien naast de moederplant. Als ze groot en sterk genoeg zijn, kan je ze makkelijk verpotten.