De studententijd van Charlotte Timmers
Charlotte Timmers schittert als het lief van Frank Verstraeten in de spectaculaire bioscoophit Zillion. Eerder dit najaar zag je haar al aan het werk op VTM in Billie vs Benjamin, de bekroonde serie van Tim Van Aelst over een linkse jongedame die verliefd wordt op een rechtse kerel.
Het lijkt wel of het thema van deze herfst luidt: Charlotte valt op foute mannen. Charlotte Timmers lacht hard. "Goeie insteek!" Ze bloost zowaar. "Daar overval je me wel een beetje mee. Wat moet ik hier nu op antwoorden?"
GUIDO: Gelukkig is je partner in het echte leven de voortreffelijke Robin Pront, regisseur van Zillion. Praten jullie thuis eigenlijk nog over iets anders?
Charlotte: Ik vind het niet erg om constant over de film te spreken.
GUIDO: Durf je tegen Robin assertiever zijn dan tegen andere regisseurs?
Charlotte: Eerder assertiever in mijn onzekerheid. Als Robin mijn scène goed vond, maar ik was niet honderd procent zeker, durfde ik wel te vragen om het nog eens opnieuw te doen. Bij een andere regisseur zou ik misschien mijn onzekerheid hebben doorgeslikt, ook al had ik graag nog een poging had gedaan om beter te spelen.
Miss Monster
GUIDO: Vanessa Goossens, jouw personage in Zillion, glijdt af van een stralende Miss België tot een halve junkie. Was dat interessant om te spelen?
Charlotte: O ja! Als acteur wil je liefst een personage spelen dat een boog maakt, maar als die boog niet in het scenario staat, dan kan dat niet. Hier was dat wel het geval, en Vanessa was zo'n leuke, eh, verzakking om te spelen. (lacht)
GUIDO: Werd het script chronologisch opgenomen, of moest je op maandag de mooie miss spelen, op dinsdag het cokesnuivende wrak, om dan op woensdag weer mooi en fris te zijn?
Charlotte: Filmopnames gebeuren doorgaans niet chronologisch, wat het extra moeilijk maakt, maar dat heb ik al lang aanvaard. Toen ik begon met acteren, vroeg ik me wel eens af waarom dat zo is. Het heeft meestal te maken met beschikbaarheden of locaties. Een van mijn meest intense scènes in Zillion zie je pas op het einde van de film, en die moest al op de tweede draaidag worden ingeblikt. Ik had het lieve meisje nog niet eens gespeeld en ik moest haar al neerzetten als monster. Maar als je je rol kent, dan lukt dat wel.
GUIDO: Moet je dan een knop omdraaien?
Charlotte: Ik wel. Veel acteurs hebben dat niet nodig, maar als ik triest moet zijn, of een intense scène moet spelen, dan kan ik niet een minuut daarvoor nog lopen te lachen. Dan zou het niet authentiek overkomen.
GUIDO: Je moet de emoties van het personage zelf voelen?
Charlotte: Dat probeer ik in elk geval.
GUIDO: Is dat mentaal wel gezond?
Charlotte: Bij Zillion heb ik het soms lastig gehad. Mijn eerste twee draaiweken waren meteen in de loft van Frank Verstraeten, en daar leek het constant nacht. Alles was dichtgeplakt. Bovendien moest ik ook nog focussen op donkerte, dat was wel heftig.
Quarterlife crisis
GUIDO: In het secundair volgde je Drama op het Lemmensinstituut, en daarna ben je Sinologie gaan studeren aan de KU Leuven. Leg uit!
Charlotte: Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in Azië. Nog steeds trouwens. Tijdens het laatste trimester in het Lemmensinstituut lazen we veel Chinese poëzie. Ik begon toen ook boeken te lezen over China en mijn papa was er juist op reis geweest, dus dat viel allemaal een beetje samen. Toen ik achttien was, dacht ik: oké, ik heb Drama gedaan, dat was al raar, en nu ga ik nóg iets raars doen: Sinologie. Maar uiteindelijk heb ik het niet afgewerkt, dus professioneel gezien heeft die investering niets opgeleverd. Achteraf gezien zou ik sneller de knoop hebben doorgehakt om ermee te stoppen, want ik heb toch vier jaar aan de unief gezeten. Je ziet te dikwijls dat studenten jarenlang blijven hangen in een richting die hen niet ligt. Ik begrijp dat wel: je bent op je achttiende eigenlijk nog te jong om zo'n ingrijpende keuze te maken.
GUIDO: Waarom ben je niet naar de toneelschool gegaan? Lag dat te veel voor de hand?
Charlotte: Ik voelde steeds meer de competitiedrang opkomen in het acteurswereldje. Een leven lang audities doen en moeten strijden, ik wist niet of ik dat wel wou. Ik zag het niet zitten om een leven lang kwetsbaar te zijn. Ik dacht toen echt dat ik klaar was met acteren, vandaar dat ik naar de unief ben getrokken. Ik dacht dat ik, doordat ik Sinologie studeerde, de boot van het acteren had gemist, maar dat bleek niet zo te zijn. De drang tot spelen is weer komen bovendrijven. Achteraf gezien kan een mens op om het even welk moment van richting veranderen. Je hebt zoveel tijd en er liggen zoveel opportuniteiten op je pad.
GUIDO: Jouw studententijd was dus niet de mooiste tijd van je leven?
Charlotte: Ik had toen al last van een quarterlife crisis! Mijn vrienden uit het Lemmensinstituut gingen allemaal naar Antwerpen studeren, en ik bleef in Leuven. De vrienden die ik op de universiteit heb leren kennen koester ik ook wel, maar het voelde plots allemaal zo serieus. Van een internaat vol uitbundige artiesten kwam ik terecht in een ernstige, zware studierichting. Daar heb ik het wel moeilijk mee gehad. Ik herinner me een zekere angst. Ga ik dit wel kunnen? Ben ik serieus genoeg? Ben ik slim genoeg? Hoor ik hier wel thuis? Ik had het lastig om op de unief mijn weg te vinden, terwijl ik me tijdens mijn dramaopleiding als een vis in het water had gevoeld.
Dikke feestneus
GUIDO: Als je jezelf bezig ziet op het grote scherm, kun je dan vergeten dat jij het bent?
Charlotte: Nee. Misschien wel als ik Zillion een tweede keer zal zien, maar bij de eerste visie ben ik sowieso heel kritisch voor mezelf. Dan kan ik er nog niet naast kijken dat ik het ben. Ik ken zelfs acteurs die nooit naar zichzelf willen kijken, maar ik probeer dat wel te doen. Anders weet ik ook niet hoe ik beter kan worden.
GUIDO: Hoe zou je willen dat mensen zich voelen nadat ze Zillion hebben gezien?
Charlotte: Geëntertaind. Zin om op stap te gaan, met een dikke feestneus op. Zin om alive te zijn. Zin om er zin in te hebben. Ik hoop ook stiekem dat ze overrompeld zullen zijn. Als je nog moet gaan kijken, trommel dan al je vrienden op, want daarna zullen jullie stevig willen doorzakken.
Tekst: Herbert De Paepe