Citytrip: 5 Romeinse highlights in de Duitse studentenstad Trier
Is de Duitse stad Trier, gelegen aan de Moezel op een boogscheut van de grens met Luxemburg, een citytrip waard? Als je houdt van geschiedenis en archeologie, luidt het antwoord zonder meer: jawohl!
Trier is de oudste stad van Duitsland en staat bomvol imposante Romeinse overblijfselen, wat de stad de bijnaam 'het Rome van het Noorden' heeft opgeleverd. Het is bovendien een gezellige verkeersvrije winkel-, wandel- en studentenstad, met een rijke bier- en wijncultuur. Waar wacht je nog op?
1) De Porta Nigra
Deze imposante, zwartgeblakerde Romeinse stadspoort dateert uit het jaar 170 en maakte deel uit van de stadsomwalling van Augusta Treverorum, zoals Trier indertijd heette. Vandaag staat het monumentale bouwwerk symbool voor de stad. Je kan de Porta Nigra beklimmen, waarbij je zult merken dat de poort in de middeleeuwen werd omgebouwd tot een kerk, iets waar Napoleon korte metten mee heeft gemaakt. Het is de best bewaarde Romeinse stadspoort ten noorden van de Alpen.
2) Het amfitheater
De belangrijkste Romeinse stad van het noorden, daar hoort uiteraard een amfitheater bij, waar zwaarden en drietanden van gladiatoren kletterden, en brullende leeuwen en beren de arena werden ingejaagd. Het amfitheater van Trier, ongeveer even oud als de Porta Nigra, bood plaats aan niet minder dan twintigduizend toeschouwers. Het werd pas in 1816 herontdekt en is bijgevolg minder goed bewaard dan de amfitheaters in het Middellandse-Zeegebied, maar dat maakt een bezoek niet minder indrukwekkend. Je kunt zelfs de kelders onder de arena verkennen.
3) De Romeinse badhuizen
Dat de Romeinen wellness serieus namen, daar kan je in Trier moeilijk naast kijken, want de stad telt maar liefst drie grote Romeinse badhuizen. En met 'groot' bedoelen we echt reusachtig. De Keizerthermen aan de rand van de stad zijn het indrukwekkendst, al zijn ze eigenlijk nooit helemaal afgewerkt. Als het regent, trek dan naar de Thermen aan de Viehmarkt (de Veemarkt), want die zijn overdekt. Gratis is dan weer een bezoek aan de Barbarathermen nabij de Romeinse brug over de Moezel. Dit uitgestrekte complex moest alleen de Thermen van Trajanus in Rome laten voorgaan qua omvang, maar vandaag blijven er alleen fundamenten van over.
4) De Aula Palatina
De grootste bloeiperiode van Trier was in de late klassieke oudheid, toen de stad werd uitgeroepen tot keizerlijke residentie. Keizer Constantijn de Grote vond dat de belangrijkste Romeinse stad in het noorden een bijpassende aula nodig had, en liet in Trier een gigantische basilica bouwen. Het gebouw werd voltooid in het jaar 310 en is vandaag nog intact (het wordt gebruikt als protestantse kerk). De Aula Palatina is de grootste bewaarde overdekte ruimte uit het Romeinse Rijk, groter dan het Pantheon in Rome. Hoe groot is dat dan? Wel, de Porta Nigra past er twee keer in...
5) Het Rheinisches Landesmuseum
Toegegeven: het Rheinisches Landesmuseum Trier is een tikje oubollig qua opstelling, maar het is een uit de kluiten gewassen archeologisch museum, de collectie is fabuleus, en alles wat je ziet, is gevonden in de stad of de streek eromheen. Hoogtepunten zijn de Trierse goudschat met 18 kg Romeinse munten, een zaal vol monumentale graftorens, het wijnschip van Neumagen (je ziet het op de foto) en de metershoge Polydus-mozaïek, die een heroïsche wagenrenner afbeeldt.
Tip: Als je echt álle Romeinse monumenten wil bezoeken, is het voordelig om bij de toeristische dienst aan de Porta Nigra een 'Antikencard' te kopen.
Tekst en foto's: Herbert De Paepe