SIOEN wil weggeblazen worden

Het gaat de Gentse zanger Sioen voor de wind. Niet alleen mag hij deze zomer in eigen land de festivals platspelen, maar ook het buitenland lonkt: Nederland, Duitsland, Oostenrijk en binnenkort wellicht ook Frankrijk. Hoog tijd voor tekst en uitleg!


GUIDO: Is het publiek anders per land?

Sioen: Nederlanders zijn rumoeriger dan Belgen, die doodstil een en al oor zijn. Nederlanders zijn nadien wel enthousiaster. ‘Lekker vet man!’

GUIDO: Werchter was vorig jaar de eerste keer?

Sioen: We stonden tweede in de tent. Dat was fantastisch, we konden op sommige momenten bijna niet beginnen te spelen door zo onder de indruk te zijn van het publiek, een ongelooflijke sfeer. Dat was ons hoogtepunt. Dranouter was in de grote concerttent, samen met Toots Thielemans. Dat was ook grappig, want er was toen zowat veertig man van mijn familie komen luisteren. Een festivalset heeft bij ons meer poeier. Ik denk dat er nog veel schrikken van hoe zwaar we live kunnen rocken. Voor mij is het showelement op een groot podium belangrijk. We moeten kunnen improviseren en ingaan op wat het publiek wil. We gaan ook een paar covers doen voor de festivals.

GUIDO: Zoals?

Sioen: De covers van Björk tijdens ‘Heroes’ in de AB werden heel goed ontvangen, iedereen danst dan altijd. We zouden heel graag ‘November rain’ doen van Guns ’n Roses, acht minuten. Iets van Led Zeppelin. Sioen rockt ook!

GUIDO: Word je goed verzorgd op een festival?

Sioen: We worden in de watten gelegd doordat het goed gaat met de plaat natuurlijk. We krijgen nog geen champagne of kaviaar, maar het is toch beter dan vroeger.

GUIDO: Gaan jullie altijd met heel de groep naar een festival?

Sioen: We vertrekken samen in dezelfde kamionet met al ons materiaal erin. Het is goed voor de sfeer. We hoeven ook niet als we daar aankomen zomaar kunstmatig iets op te bouwen, we zitten al in de festivalsfeer van bij het vertrek. Wij strijden voor het amusement!

GUIDO: Is de backstage ‘speciaal’?

Sioen: Op Werchter staat je loge gewoon tussen loges van grote artiesten. Wij zaten vlakbij PJ Harvey, we zaten voor onze loge en zagen The Pixies passeren. Iedereen uit de Belgische muziek is er ook.

GUIDO: Ga je dan een babbeltje slaan met je helden?

Sioen: We hebben toch een hele tijd staan kletsen met Pharrell Williams. Maar veel andere artiesten zijn onbereikbaar. Ofwel hebben die een zodanige uitstraling of ondoordringbare entourage dat je dat niet doet. Alhoewel, PJ Harvey loopt daar gewoon op haar sloffen rond zoals ze thuis zou doen. Met Pharrell ging dat nog net, die was voor ons nog net geen icoon. We hebben met de gasten van Placebo naar het voetbal zitten te kijken.

GUIDO: Ga je zelf naar andere optredens kijken?

Sioen: Als ik zelf speel zie ik meestal weinig, maar ik ga dikwijls naar festivals zonder er te spelen. Ik ga graag naar Feest in ’t Park in Oudenaarde. Die hebben de goede combinatie tussen Belgische groepen en een paar grote namen, of nadruk op een bepaalde scene, hiphop of zo. Voor mij is dat het Dranouter van de nieuwere muziek, een heel toffe sfeer. We hebben daar nog niet gespeeld, daar moet ik eens voor kijken. (lacht) Cactus Festival is ook heel gezellig. Er zijn verschillende omringde plekken, kraampjes, eten. Een festival is meer dan alleen een optreden.

GUIDO: Ben je ook een festivalkampeerder?

Sioen: Vroeger met de KSA wel. In de verkeerde tent terechtkomen, drie dagen stortregen en andere drama’s, maar daar zorg je meestal toch zelf voor. Ondertussen heb ik dat toch wel een beetje gehad.

GUIDO: Hoe ben jij als publiek?

Sioen: Een goede set, goede sfeer, contact met het publiek, allemaal belangrijk. Als ik zelf op het podium sta en het publiek roept iets, dan ben ik de eerste om naar hen te luisteren. Het moet me wegblazen en ik moet waar voor mijn geld hebben! Elvis Costello op Cactus was heel indrukwekkend. Moloko op Werchter in 2003 was ook fantastisch. PJ Harvey, maar dan spreek ik zwaar bevooroordeeld. Lou Reed op Marktrock. Qua plaats om zelf op te treden is Marktrock ook machtig. Je staat daar op de Oude Markt, tussen de gebouwkes en de boomkes, met voor je het volk tot heel ver.

(LAD)