Een ander zijn geluk
Iemand moet maar eens aan al die beginnende Vlaamse regisseurs duidelijk maken dat niet iedereen evenveel talent heeft als Tom Barman, en dat je dus voor je langspeeldebuut maar beter niet voor een ensemblefilm kiest. De kans is groot dat je je daaraan mateloos vertilt.
Herinner je bijvoorbeeld (of herinner je niet, dat is gezonder) Rudolf Mestdagh, die vorig jaar compleet de mist in ging met zijn
Ellektra. Nu overkomt het Fien Troch, die een aantal veelbelovende kortfilms had gemaakt, maar in haar debuutfilm
Een ander zijn geluk finaal tegen de vlakte gaat. In een klein winters dorpje wordt een jongetje doodgereden, en Fien gaat met haar camera langs bij alle betrokkenen. En dat is het dan zowat. De rode draad doorheen het verhaal zijn de vele nieuwsuitzendingen die op radio en tv op de achtergrond weerklinken. En jongens toch, wat hebben we ons daaraan geërgerd. Die journaalitems zijn zo verschrikkelijk slecht geschreven dat ze compleet artificieel overkomen. Als ze dan toch zo'n prominente plaats innemen in de film, had daar wel wat meer zorg aan kunnen worden besteed. We kunnen ons niet voorstellen dat een sympathieke jongen als bijvoorbeeld Wim De Vilder zijn medewerking als nieuwslezer aan deze film zou hebben geweigerd. En dat is lang niet alles. De dialogen zijn meestal van een storende harkerigheid, achter de ongerijmde mix van accenten zit geen enkele visie, en sommige acteurs staan er voor spek en bonen bij omdat hun rolletje nu eenmaal volstrekt onbenullig is. Fien gooit een aantal personages op een hoop, en doet er dan
nougabollen mee. Niets,
nada. En op zo'n inspiratieloos moment wordt dan de 'veelbetekende stilte' aangewend als laatste redmiddel. Dat kan werken als je Mike Leigh heet, of Dardenne. Maar die mannen hebben natuurlijk wél talent. Bij Fien Troch is stilte gewoon leegheid.
(JC)