Romanzo Criminale
De vuistdikke turf van Giancarlo De Cataldo was in en buiten Italië een stevige bestseller, dus de filmversie van het gangsterepos
Romanzo Criminale kon niet uitblijven. Het is echter een mislukking over de ganse lijn.
Het bronmateriaal staat nochtans als een huis: De Cataldo's roman is rijk, filmisch en episch, en plaatst de op- en ondergang van het Romeinse gangstertrio Libanees, Freddo en Dandy op ingenieuze wijze in de turbulente Italiaanse geschiedenis van de jaren '70 en '80. Dat had een knaller van een film kunnen opleveren, een vettige Italiaanse
Goodfellas. Ja, mijn oor. Michele Placido heeft er een knoeiboel van gemaakt, die tot overmaat van ramp tweeënhalf uur duurt. Het lijkt wel vijf uur, zo saai en banaal is deze film. Bovendien is-ie foeilelijk. Aangezien het Rome van vandaag flink veranderd is in vergelijking met dertig jaar geleden, heeft Placido besloten het gezichtsveld van de toeschouwer te vernauwen en zoveel mogelijk met close-ups te werken. Bovendien heeft hij die gezichten zowat de hele film lang knalhard tegenbelicht, zodat er meestal een korrelige, zwarte schaduw over valt. Met andere woorden: je ziet geen bal, dit is een visuele miskleun van formaat. Je concentreren op de verhaaltechniek dan maar? Vergeet het: 't is een rommeltje. In het begin probeer je te volgen, dat lukt niet omdat de film zo slordig is, en daarna kan het je gewoon geen barst meer schelen. Maar dan lopen die Italianen nóg eens twee uur kakelend over het scherm met een camera recht in hun bakkes en de zon in hun nek. Schele hoofdpijn kregen we ervan, en dat er tot overmaat van ramp de meest foute
seventies-soundtrack aller tijden doorheen is gemixt, was de fatale genadeslag. Na afloop van dit gedrocht waren we zowat toe aan een nekschot.
Romanzo Criminale is te mijden als bedorven lasagne.
(JC)