Brick
Er zijn van die filmideeën die men eigenlijk meteen in de vuilnisbak had moeten kieperen, maar die het helaas toch tot in de bioscoopzaal schoppen.
Brick is zo'n film
, en het onzalige idee luidde: laten we eens een
film noir draaien met tieners. Nee, geen
Bugsy Malone-achtig spektakel met kinderen in flamboyante gangsterpakken, maar een inktzwart misdaadverhaal met doodgewone,
boring Amerikaanse tieners. Ze hangen rond in een school, op een speelplein, in een park, in de berm naast de spoorweg, kortom, overal waar tieners rondhangen, maar ze stoten louter
noir-dialogen uit. In codetaal gaat het over al dan niet mislukte drugdeals, er wordt een meisje dood teruggevonden, er loopt een kerel rond in een cape die zich
The Pin laat noemen, en stap voor stap wordt de puzzel opgelost. Ondertussen worden er uiteraard een paar pakken slaag uitgedeeld en blijken er - het zijn nu eenmaal Amerikanen - meer pistolen te circuleren onder het scholierengebroed dan gezond kan zijn. Allemaal goed en wel, maar de koude, afstandelijke manier waarop debutant Rian Johnson zijn eigen script heeft verfilmd, maakt dat je geen moer geeft om de personages. De locaties zijn te weinig inspirerend, de dialogen te gekunsteld en het verhaal gewoon saai en oninteressant. Voor de jonge acteurs moet het geen pretje zijn geweest om in dit mislukte experiment mee te spelen, want ze moeten een film lang taaie lappen tekst debiteren die vloeken met hun eigen rijpheid, en dat werkt gewoon niet. Joseph Gordon-Levitt (het irritante opdondertje uit
Third Rock from the Sun) zou je zo een hengst willen verkopen op z'n arrogante rotkop, bij Lukas Haas denk je alleen maar: "Hé, dat jochie uit
Witness heeft nog altijd van die enorme flaporen", en zelfs de verrukkelijke Emilie de Ravin uit
Lost heeft ons niet weten te beroeren. Als zij de meubelen ook al niet kan redden, dan weet je genoeg: dit is een prent om snel te vergeten.
(HDP)