Maak je auto winterklaar

Mutsen, sjaals, oorverwarmers en thermische onderbroeken: in de winter hebben we het graag lekker warm. En ook je auto verdient een beetje extra aandacht om koning winter te trotseren. Wij besparen je een rit naar de garage én helpen jullie gratis en voor niets met deze 'ten to do':

 

1. Gebruik krantenpapier om 's avonds je voorruit aan de binnen- en buitenkant in te wrijven. Zo voorkom je ijsvorming.
2. Zet de ruitenwissers ‘s avonds omhoog, zodat ze 's morgens niet aan je voorruit plakken.
3. Giet reinigingsvloeistof met antivriesmiddel in je ruitensproeier.
4. Controleer je batterij, want bij lage temperaturen loopt die sneller leeg.
5. Kijk na of de motorolie de juiste is voor je auto, want door de koude wordt die makkelijk dikker.
6. Was je auto nu en dan, want strooizout kan het chassis, de carrosserie en de banden beschadigen.
7. Check je lichten. Werken ze allemaal?
8. Leg een ijskrabber en een handschoen in je auto.
9. Neem overal een sleepkabel mee, want pech komt altijd ongelegen.

10.Koop een kleine buitenthermometer, die vertelt je hoe glad het wegdek kan zijn.

 

In de winter kunnen de wegen er verraderlijk bijliggen. Een nat wegdek is dubbel zo glad als een droog, een besneeuwde weg vier keer zo glad en een beijzelde weg zelfs acht keer zo glad. Als de temperatuur onder de 7 graden kruipt, plaats je beter winterbanden. Zo krijgen gevaarlijke uitschuivertjes geen kans.

 

Waarom winterbanden?

 

•  Wie winterbanden gebruikt, verslijt zijn zomerbanden niet .

•  Zomerbanden verliezen vlug grip, winterbanden kunnen op tegen sneeuw en ijzel .

•  Dankzij een bijzonder rubbermengsel dat zich aanpast aan lage temperaturen kan je makkelijker remmen .

•  Ze voeren water onder de band af om aquaplaning te voorkomen .

 

Wat na de winter?

 

•  Plaats opnieuw de zomerbanden, maar onthoud welke winterband waar zat. Volgende winter kan je de achterste met de voorste verwisselen om de banden gelijkmatig te laten slijten.

•  Maak ze schoon met water en droog ze af. Zo geef je roest geen kans.

•  Zorg dat de groeven proper zijn als je ze opbergt.

•  Bewaar ze op een donkere, droge en koele plaats.

 

 

Zo, je auto is startklaar, nu kan je niets overkomen. Mis! Als je als een gek op je rem gaat staan bij het eerste sneeuwvlokje, ben je nog steeds een groot gevaar op de weg. Pas je rijgedrag dus maar beter aan de weersomstandigheden aan. Enkele tips:

 

•  Rij bij de eerste winterse bui naar een verlaten parking en maak een paar noodstops.

•  Als de weg ondergesneeuwd ligt, rem je beter heel voorzichtig zodat je niet begint te slippen.

•  Als je toch begint te slippen, laat dan het rempedaal los tot je weer controle hebt over je auto en rem nadien op de motor.

•  Ben je aan het afdalen? Schakel dan later over naar een andere versnelling dan bij droog weer. Op die manier is de kans dat je wielen blokkeren veel kleiner.

•  Vertraag voor een bocht en hou je stuur stabiel als je draait. Kleine bijsturingen kunnen ervoor zorgen dat een van de banden niet meer reageert.

•  Als je voorste wielen niet meer reageren, haal je je voet van het gaspedaal om opnieuw controle te krijgen over je auto.

•  Glijdt de achterkant van de auto weg, dan geef je juist gas bij. Remmen is op dat moment geen goed idee, zo raak je helemaal de controle kwijt.

 

(SVR)