Fietsregels op een rij
In studentensteden palmen fietsers alle straten in en nemen ze daarbij graag ook voorrang, tot grote ergernis van vele automobilisten. Maar wanneer ben je in je recht en wanneer moet jij de volle pot betalen als je tegen een vierwieler knalt? De regels nog eens op een rijtje.
- Op een zebrapad mag je niet fietsen. Afstappen en te voet gaan dus. Op het trottoir geldt dezelfde regeling.
- Lichten mogen zowel los (aan je kledij of rugzak) als vastgemaakt (op je fiets) hangen.
- Knipperlichten zijn toegelaten.
- Zie je een rood rond bord met een witte horizontale streep in het midden? Dan mogen gemotoriseerde voertuigen niet door, maar ook jij mag die straat niet in.
- Een fietspad dat afgebakend is door middel van een onderbroken witte lijn is een verplicht fietspad. Wie daarop rijdt, heeft voorrang op automobilisten die uit een zijstraat komen.
- Heeft de weg een andere kleur waar het fietspad zou moeten liggen, maar staan er geen witte strepen aan weerszijden? Dan is dit geen verplicht fietspad, maar een fietssuggestiestrook. Op die strook heb je als fietser geen voorrang op automobilisten die uit een zijstraat komen.
- Wil je als fietser oversteken? Dan heb je geen voorrang op de automobilisten, ook niet als je op een oversteekplaats voor fietsers rijdt.
- In de bebouwde kom mag je met twee naast elkaar fietsen, zelfs als daarbij de auto achter je niet voorbij kan. Ook buiten de bebouwde kom mag je met twee naast elkaar fietsen, maar enkel en alleen als tegenliggers kunnen passeren en als je de auto achter je niet hindert.
- Een bel moet hoorbaar zijn vanop een afstand van 20 meter.
(SVR)