Kisses: The heart of the nightlife
Een stem als Hot Chip, gezellig aan tafel bij de klank van Vampire Weekend tot Hercules & Love Affair. Het klopt als eerste indruk. Maar Kisses heeft veel lagen en is nooit zo vrolijk.
Het is erg L.A., de plastic-spookstad-nonchalance loopt er vanaf, of de jaren tachtig van hoge kuiven, vrijuit snuiven en Bret Easton Ellis’ American Psycho. Neem het ons kwalijk, maar we zien om het halve nummer de lege hulzen van mensen die L.A. bevolken, angst onder de make-up. Feestjes aan het zwembad met de lichtjes van de stad in de diepte en het hoofdpersonage in een waas van paranoia. Kisses heeft afwisselend iets triest dreigends en dan weer zweverig dromende elegantie als de (ook heel L.A.) films van Gregg Araki. Dat nergens zijn zonder dat je het erg vindt, de soundtrack van de tussenwereld, tussen eighties kitschpop, ongegeneerde shoegaze en klinisch geproducete radiohits. De stem van Jesse Kivel doet veel aan dat gevoel van onbestemd nergens zijn en levert een buitengewoon fascinerende plaat af, gevaarlijk in zijn onschuld, maar vooral blijven luisteren.
(LAD)