De Studentenronde van Vlaanderen: Parcours II - Eerste halte: LIER
Ja, natúúrlijk is je eigen studentenstad de beste van het land, maar GUIDO kijkt verder dan je neus lang is. Vorig jaar deden we een wilde ronde langs de grote studentensteden. Dit academiejaar volgen we Parcours II, langs de kleinere steden. Haal een Go-Pass, tank je auto vol, pomp je fietsbanden op en strik de veters van je wandelschoenen, want deze keer gaan we op zoek naar verborgen parels aan de studentenkroon. We vertrekken in Lier, reizen daarna richting Aalst, Oostende en Brugge, en via Sint-Niklaas arriveren we ten slotte in Mechelen.
Durvers beweren dat het Kempense stadje Lier al het goede van Antwerpen te bieden heeft, maar dan zonder de dikke nek van de Sinjoren. Zulke uitspraken kunnen je in Antwerpen een 'koek op aa bakkes' opleveren, maar er is wel iets van aan. Lier is laidback, heel erg pittoresk, piepklein en toch onmiskenbaar een echte stad. En nog een studentenstad ook!
Waar ligt de studentenbuurt?
Het had niet veel gescheeld of Lier, en niet Leuven, was de eerste echte studentenstad van Vlaanderen geweest. In de 14de eeuw, na de oorlog tegen de Mechelaars, wou hertog Jan II een beloning geven aan Lier. Hij gaf hen de keuze tussen een veemarkt of... een universiteit. De Kempense boerkes die het toen in Lier voor het zeggen hadden, zagen meer geld in een veemarkt, en een paar jaar later werd in Leuven de eerste universiteit van het land opgericht. De rest is geschiedenis. Het leverde de Lierenaars de bijnaam 'Schapenkoppen' op, vandaar ook het Schapenkoppenmonument aan de Kleine Nete, vlak bij de Zimmertoren.
Dit gezegd zijnde, Lier is vandaag wel degelijk een studentenstad, maar dan op kleine schaal. Zowel Artesis als de Katholieke Hogeschool Kempen hebben er campussen. Die paar honderd studenten zetten graag de bloemetjes buiten in de Eikelstraat, de met cafés en restaurants bezaaide verbinding tussen de Grote Markt en de Gevangenispoort. Wat niet wil zeggen dat je bij mooi weer geen studenten zal aantreffen op de terrasjes op het Zimmerplein, want die baden al van in de voormiddag volop in de zon.
Wat is er buiten te zien?
Lier ligt er momenteel nogal modderig bij. De Grote Markt wordt heraangelegd naar een plan van de vermaarde architecten Robbrecht & Daem, wat voor een lawaaierige bouwput pal in het centrum heeft gezorgd. Het is wel eens interessant de jonge archeologen aan het werk te zien terwijl vlak naast hen de graafmachines en kranen vervaarlijk zwaaien, met het Stadhuis, Belfort en Vleeshuis op de achtergrond, maar niet voor lang. De werken strekken zich trouwens uit tot over de Kleine Nete, want ook de grote Sint-Gummaruskerk wordt momenteel gerestaureerd. En zelfs in het anders zo stille Begijnhof liggen kasseitjes opgebroken voor verfraaiiingswerken.
Eigenlijk is alleen het van terrasjes voorziene Zimmerplein voorlopig ontsnapt aan de heraanlegwoede in het stadscentrum. De beroemde Zimmertoren was een vervallen onderdeel van de middeleeuwse stadsmuren, waar in 1930 de spectaculaire creaties van de Lierse uurwerkenmaker Louis Zimmer werden ondergebracht. De beroemde Jubelklok met z'n dertien intrigerende wijzerplaten is zijn meesterstuk, maar binnen kan je nog andere ingenieuze raderwerken van Zimmer bewonderen. Let ook eens op de zijkant, waar vier figuren in bas-reliëf (waaronder een Lierse student!) de kwartieren slaan op klokjes.
Wat is er binnen te zien?
Het
Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen & Barlon Caroly (je mag ook gewoon
'Stedelijk Museum' zeggen hoor) in de Florent Van Cauwenberghstraat zou je normaal gezien kunnen overslaan, ware het niet dat hier tot 2017 een honderdtal meesterstukken in bruikleen zijn van het voorlopig gesloten
Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Die schilderijen vormen de tentoonstelling
Bruegelland, zeer de moeite waard. Wie jonger is dan 26, betaalt maar 1 euro toegang.
Wie geïnteresseerd is in lokaal talent, kan het Timmermans-Opsomerhuis bezoeken, over de Kleine Nete aan de achterkant van de Zimmertoren. Daar gaat het over Felix Timmermans (de aan Lier verknochte auteur van onder meer de literaire klassieker Pallieter), Lodewijk van Boeckel, Flor Van Reeth en nog een handvol andere plaatselijke grootheden.
Waar kan je shoppen?
Shopaholics trekken naar de Antwerpsestraat, tussen de Grote Markt en de Afleidingsvaart. Grappig is dat je hier tussen de winkels de Campus Sint-Aloysius van de Katholieke Hogeschool Kempen aantreft, waar verpleegsters worden opgeleid. Via de andere punt van de Grote Markt winkel je vrolijk verder in de Rechtestraat en de Berlaarsestraat.
Waar komen weinig toeristen?
Lier is maar een zakdoek groot, dus het is echt niet moeilijk om op je dagtrip zowat overal geweest te zijn. Toch laten nogal wat bezoekers ten onrechte de Vesten aan zich voorbijgaan, een groene stadsrand van vijf kilometer langs de Afleidingsvaart, de Grote en de Kleine Nete. Vooral in de herfst is het er schilderachtig slenteren, en 's zomers hebben er de Vestconcerten plaats. De meest sfeervolle plaats om op de Vesten te klimmen, is langs de blauwe poort van het Begijnhof, op het einde van de Sint-Magaretastraat.
Waar kan je lekker eten?
Je hoeft de alcoholrijke Eikelstraat in principe niet eens uit te komen om tussen je slemppartijen door de innerlijke mens te spijzen, want er zijn eethuisjes van allerhande soorten. Ook de Grote Markt heeft keukens genoeg, al moet je er voorlopig wel het gedreun van de werkzaamheden bijnemen. Als het wat rustieker mag zijn, eet dan op een terras op het Zimmerplein, bij Zuster Agnes tegen de buitenwand van het Begijnhof, of op het bootterras van De Fortuin op de Kleine Nete. Vergeet vooral geen pint Caves te bestellen bij je eten (het lokale stadsbier) en sluit af met een Liers vlaaike.
Waar kan je goedkoop slapen?
De goedkoopste optie is uiteraard overnachten op het kot van een bevriende Lierse student. Niets houdt je ook tegen om een nachtje door te steken en de eerste trein terug naar je eigen studentenstad te nemen. Er is geen jeugdherberg in Lier, en al evenmin een camping binnen wandelafstand van het centrum, tenzij je stiekem je tentje wil opslaan achter een struik op de Vesten. De centrumhotels zijn niet goedkoop, al behoort het Zimmerhotel tot de Best Western-keten, dus daar kan je wel eens een promotietarief scoren, zoals het La Rocca VIP-arrangement, inclusief shuttlebus naar de bekende discotheek. Er zijn een aantal sfeervolle bed & breakfasts in het centrum, maar die zitten eerlijk gezegd niet echt te wachten op nachtbrakende studenten.
10 Lierse highlights
1) De dertien ingenieuze wijzerplaten op de Zimmertoren bestuderen van achter een lekker glas bier op een terras, en merken dat je er steeds minder van snapt.
2) Een namiddagtocht met een gehuurde Vespa (www.bwclassics.be) afsluiten in Lier, met een etentje en een paar glazen.
3) De Storytrip downloaden op www.toerismelier.be en je via je mp3-speler doorheen Lier laten leiden door Adriaan Van den Hoof en Walter Grootaers.
4) De rand van de stad op sportieve wijze leren kennen tijdens een Sightjogging over de Vesten.
5) Een boottochtje op de Nete doen in een van de oude palingschuiten die aangemeerd liggen aan het Timmermans-Opsomerhuis.
6) Na een nachtje doorzakken in de Eikelstraat tussen de bronzen schapen van het Schapenkoppenmonument gaan liggen om de zon te zien opkomen.
7) Meevieren met de supporters als voetbalclub Lierse een belangrijke wedstrijd heeft gewonnen.
8) Op zondagmorgen vroeg opstaan om in de Schapenkoppenstraat naar de duivenmarkt te gaan, een unicum in ons land (januari tot mei).
9) De nacht wegdansen in La Rocca, al bijna een kwarteeuw een van de meest roemruchte discotheken van ons land.
10) Een echt Liers vlaaike proeven bij een van de 8 bakkers die aangesloten zijn bij de Orde van het Liers Vlaaike.