Bofepidemie reist van Gent naar Antwerpen
De laatste weken werden meer dan 30 Antwerpse studenten getroffen door de bofepidemie. De kinderziekte, die in de volksmond luistert naar de naam “dikoor” (waarbij het overduidelijk is welk lichaamsdeel juist opzwelt), dook in maart voor het eerst op in het Gentse studentenmilieu. Via contacten tussen studenten uit verschillende steden zag de ziekte haar kans zich te verspreiden.
De ziekte is qua symptomen vergelijkbaar met een zware griep van een vijftal dagen. Bijkomende verwikkelingen in de vorm van onstekingen aan het hersenvlies, de alvleesklier of de teelballen zorgen ervoor dat de ziekte onderzocht moet worden. Het is tijd om de bofepidemie in te dijken, omdat het aantal besmettingen waarschijnlijk veel hoger ligt dan het aantal tot nu toe geregistreerde gevallen.
Epidemioloog Pierre Van Damme van de UA legt de oorzaak van de ziekte bij de gebrekkige vaccinatie in de kindertijd van de huidige generatie studenten. Twintig jaar geleden lag de vaccinatiegraad rond 80%, terwijl tegenwoordig 95% van de zuigelingen wordt ingeënt. Wie gevaccineerd werd, is daarmee toch niet vrij van gevaar: in zo’n 8% van de gevallen heeft het spuitje vanuit de kindertijd geen enkel effect.
De ziekte is besmettelijk en kan gemakkelijk doorgegeven worden bij hoesten en niezen. Studenten met bof moeten dan ook vijf dagen thuisblijven en zo veel mogelijk contacten vermijden. De aanstormende blok- en examenperiode komt volgens Van Damme eigenlijk net op tijd om een grotere verspreiding te voorkomen. Een geluk bij een ongeluk, heet zoiets.
(MM)