De Studentenronde van Wallonië – 2de halte: NAMEN

Ja, natúúrlijk is je eigen studentenstad de beste van het land, maar GUIDO kijkt verder dan je neus lang is. Over de taalgrens, om precies te zijn. Haal een Go-Pass, tank je auto vol, pomp je fietsbanden op en strik de veters van je wandelschoenen, want dit academiejaar gaan we op bezoek bij onze Franstalige landgenoten. We zijn begonnen in het verre Luik, zakken vandaag af naar Namen, verkennen daarna het onbekende Charleroi, reizen verder naar Bergen, houden halt in Doornik en eindigen onze guindaille in Louvain-la-Neuve.

We hadden het Frank Deboosere één keer te veel horen zeggen: "Ten zuiden van Samber en Maas geldt wintertype D." Boven dat mythische duo Waalse rivieren wilden we wel eens onze eigen neus hangen, en waar kan je deze kolkende stromen alletwee tegelijk bewonderen? In Namen, de citadelstad die werd gesticht op de plaats waar de Samber stoer in de Maas gutst. Namen, de trotse administratieve hoofdstad van Wallonië. Namen, universiteitsstad!

Waar ligt de studentenbuurt?

Namen is niet erg groot, en de universiteit neemt een flink deel van de westelijke helft voor zijn rekening. De FUNDP (Facultés Universitaires Notre-Dame-de-la-Paix) werden in 1831 opgericht langs de linkeroever van de Samber, in de schaduw van de Citadel. Vandaag is het een moderne campus met wandelpaadjes tussen de verschillende gebouwen, overzichtelijk en erg dicht bij het centrum. Er studeren meer dan 5000 studenten aan de FUNDP. Tel daar nog de studenten van de hogescholen en de scholieren bij, en je komt uit op vele tienduizenden stuks studerende jeugd in de stad. De universiteitsgebouwen dateren vooral uit de betonjaren, al is het oude Arsenaal (Rue de l'Arsenal) ook van de unief en een fotootje waard.

De uitgaansstraat van Namen heet Rue de Bruxelles, de brede autostraat die het centrum van Namen van noordwest naar zuidoost doorsnijdt. Charmant is anders, maar ze is wel bezaaid met studentencafés en snackbars. Le Bunker, Namens meest beruchte en ondergrondse fuifzaal (waar je trouwens alleen met een studentenkaart inkomt) ligt onder de faculteit geneeskunde op de Place du Palais de Justice, op nog geen 100 meter van de Rue de Bruxelles. Kortom: eten, wonen, fuiven, drinken, college volgen, studeren en weer naar huis sporen kunnen in Namen allemaal binnen een oppervlak van pakweg 5 straten.

Wat is er buiten te zien?

Je kan er niet naast kijken, zelfs al dwaal je door de nauwe steegjes van de oude stad: aan de andere oever van de Samber wordt Namen gedomineerd door een grootse Citadel. Momenteel zijn daar, ten hoogte van de Grognon (waar Maas en Samber samenvloeien) verstevigingswerkzaamheden bezig, zodat je voorlopig niet zomaar om het even waar aan je beklimming kan beginnen. De Route Merveilleuse is wel open (ook per auto of busje mogelijk, langs de Maaskant), of je kan aan de andere kant de Rampe Verte nemen, enkel te voet, toegang halfweg de Rue Bord de l'Eau.

De Citadel op zich is meer indrukwekkend dan mooi (de grootste versterkte vesting van Europa, zegt men), maar dat was ook de bedoeling. De bouw begon in de vierde eeuw en nog tot in 1978 waren hier militairen gestationeerd. Vandaag is het een interessante en afwisselende klim, je moet alleen zien dat je niet in een van de vele tourist traps tuimelt. Boven wacht bijvoorbeeld een parfumier die graag zijn geurige potjes wil verkopen, er is een truttig toeristentreintje en een ingeslapen taverne. De versterkingen, het groentheater (waar jaarlijks eind juni het muziekfestival Verdur Rock plaatsheeft) en het uitzicht over de stad en haar riviervalleien zijn echter zeer de moeite waard.

Wat is er binnen te zien?

De musea van Namen liggen nogal versnipperd over de stad, maar het is de bedoeling dat daar tegen 2013 of ten laatste 2014 verandering in zou komen. Dan zou een geïntegreerd museumcomplex rond de Place Saint-Auban de collecties moeten groeperen van onder meer het Museum Groesbeeck de Croix (sierkunst, in de Rue Joseph Saintraint), het Museum Félicien Rops (prenten en schilderijen van Rops, in de Rue Fumal) en de nog uit het Vleeshuis aan de Samber te verhuizen collectie van het Archeologisch Museum (potten, pannen, helmen, zwaarden, urnen, mozaïekvloeren, haarspelden, kammen, beugels, beeldjes, sleutels, graven, juwelen, sarcofagen, bijlen, kralen en munten, tot nader order te zien in de Rue du Pont).

Waar kan je shoppen?

De wirwar van wandelstraatjes tegen de zuidrand van de binnenstad, het verkeersvrije oude Namen, is een pittoresk winkelparadijs vol leuke snuisterijenboetieks en terrasjes. De Rue de Fer en de Rue de l'Ange, die ruwweg van het station tot aan de Samber lopen, zijn niet verkeersvrij, maar vormen de centrale winkelas van de stad. Hier vind je de grotere winkels en ketens. Het zijn de drukst bezochte winkelstraten van Wallonië.

Waar komen weinig toeristen?

De landpunt tussen Samber en Maas (de Grognon) was vroeger een levendig haventje, maar daar schiet, op een handvol toeristische rondvaartboten na, weinig van over. Het is vandaag een teleurstellend parkje met een ruiterstandbeeld van Albert I en een helikopterlandingsplaats. Als je je omdraait, heb je het zoveelste fraaie zicht op de Citadel, maar voor de rest razen hier massa's auto's voorbij en valt er eigenlijk niets te beleven. Het uitzicht is wel weids: de Maas met de sierlijke Pont de Jambes en aan weerszijden daarvan het Waals parlement en de ambtswoning van de minister-president. Want Namen is wel degelijk de administratieve hoofdstad van Wallonië: in tegenstelling tot hun Vlaamse collega's zetelen de Waalse parlementariërs niet in Brussel, maar hier aan de oever van de Maas. Het is dan ook niet toevallig dat precies in Namen het derde weekend van september de Fêtes de Wallonie worden gevierd.

Waar kan je lekker eten?

Op zonnige dagen wordt het autovrije oude centrum van Namen in de late voormiddag omgetoverd tot een terrasjesparadijs waar je lekker kunt lunchen. In combinatie met de smalle straatjes en stemmige pleintjes lijkt Namen dan qua sfeer wel een stadje in Zuid-Frankrijk. Kies voor de supergezellige Place Marché aux Légumes of een van de omliggende straatjes. Vind je daar je zin niet, loop dan eens naar het kruispunt van de Rue des Carmes en de Rue des Croisiers, waar je onder meer een dampende pot verse pasta kan bestellen, of bij een slager kan gaan eten die ook dagschotels serveert. Tegenover het theater, op de hoek van de Rue de la Bavière, vind je dan weer een tot zeevruchtenrestaurant getransformeerde viswinkel. Maar goed, een eenvoudige pita of zak frieten tussen de studentencafés in de Rue de Bruxelles kan natuurlijk ook.

Waar kan je goedkoop slapen?

Wat overnachten betreft, is de goedkoopste oplossing uiteraard tussen pot en pint verbroederen met de Naamse studenten en hopen dat je op hun kot mag blijven maffen. Er studeren trouwens nogal wat Vlaamse studenten in Namen. Mocht dat niet lukken, dan raden we jeugdherberg Félicien Rops aan (Avenue Félicien Rops). Die ligt aan de andere kant van de Citadel, aan de Maas (bushalte 'Parc de La Plante').

 

(HDP)