De Studentenronde van Wallonië – 4de halte: BERGEN

Ja, natúúrlijk is je eigen studentenstad de beste van het land, maar GUIDO kijkt verder dan je neus lang is. Over de taalgrens, om precies te zijn. Haal een Go-Pass, tank je auto vol, pomp je fietsbanden op en strik de veters van je wandelschoenen, want dit academiejaar gaan we op bezoek bij onze Franstalige landgenoten. We zijn begonnen in het verre Luik, zakten af naar Namen en verkenden het onbekende Charleroi. Vandaag reizen we naar Bergen, volgende keer houden we halt in Doornik en we eindigen onze guindaille in Louvain-la-Neuve.

Bergen, alias Mons, alias Di Rupo Town, ligt op drie kwartier sporen van Brussel op een natuurlijke heuvel die omzoomd is door begroeide mijnterrils. Tweeduizend jaar geleden dobbelden, dronken en vloekten de Nerviërs in dit gebied, tot ze in de pan werden gehakt door de Romeinen. Die zagen het strategisch belang van de heuvel in, sloegen er hun kamp op en noemden het 'Montes'. Een echte stad werd Bergen pas in de 7de eeuw, het begin van een eeuwenlange bloeiperiode van de vestingstad, die intra muros bleef tot in 1861 werd begonnen met de sloop van de omwallingen. Vanaf toen breidde de stad uit tot de moderne provinciehoofdplaats die ze vandaag is.

Waar ligt de studentenbuurt?

De duizenden studenten aan de universiteiten en hogescholen zorgen ervoor dat Bergen ondanks zijn eeuwenoude geschiedenis een frisse en jonge indruk maakt. De nauwe, steile straatjes zijn bezaaid met studentencafés, snackbars en restaurants, en de gemiddelde leeftijd op straat lijkt de 20 nauwelijks te overschrijden. Buiten de ring (of extra muros, zoals ze dat hier noemen) ligt zelfs een heuse Cité Universitaire. Voor de grootste concentratie van studentencafés trek je naar de Marché Aux Herbes, al werd dat plein helemaal omgewoeld door grote graafmachines toen wij het onlangs bezochten. Voor het betere terraswerk installeer je je buiten aan een van de fraaie brasseries op de Grand' Place, en als je een studentenfeest wil meemaken op een waarlijk unieke locatie, check dan of er toevallig geen fuif of optreden wordt georganiseerd in de kazematten op de Place Nervienne.

Wat is er buiten te zien?

De Grand' Place is een van de mooiste marktpleinen van België, met prachtvoorbeelden van de Bergense burgerlijke architectuur van de 15de tot de 20ste eeuw. Vooral het 15de-eeuwse stadhuis valt meteen op. Links van de ingang vind je een piepklein smeedijzeren beeldje, het 'Aapje van de hoofdwachter', de mascotte van de stad. Wrijf met je linkerhand over het geblonken kopje, dat schijnt geluk te brengen. Daarna moet je trouwens eens door de ingang naar het binnenhofje lopen: via een tunnel kom je dan in de schilderachtige en rustige 'Tuin van de Burgemeester' terecht. Nu ja, rustig: zodra het een beetje aangenaam weer is, komen verliefde studenten hier uitgebreid tongen draaien met hun lief.

Werp ook een blik op het 17de-eeuwse Belfort, want het is het enige barokke exemplaar van de Lage Landen, wat het een heel ander uitzicht geeft dan zijn neven in Gent en Brugge. In de gotische kerk vlakbij kun je de legendarische Gouden Koets van Bergen gaan bewonderen. Op zondag na Pinksteren vertrekt de koets om kwart voor tien 's morgens voor haar jaarlijkse processierondrit door de stad, vergezeld door een duizendtal figuranten, voor het feest van La Ducasse, in de volksmond ook bekend als Le Doudou. Op de Grand' Place wordt voor een publiek van duizenden de Lumeçon uitgebeeld, het eeuwenoude gevecht tussen Sint-Joris en de draak. De Montezen zijn werkelijk door het dolle heen wanneer die draak van stal wordt gehaald: tijdens het een halfuur durende 'gevecht' zwiept die herhaaldelijk met zijn staart in de uitzinnige menigte, die zich eraan vastklampt om er een sliert geluk brengend paardenhaar uit te trekken. De studenten incluis uiteraard, die van de Doudou gebruikmaken om een volle week lang te zwijnen, examens of geen examens.

Wat is er binnen te zien?

Als je geïnteresseerd bent in musea of zoveel mogelijk monumenten langs de binnenkant wil zien, is het momenteel niet de beste tijd om Bergen te bezoeken. In voorbereiding op Mons 2015, want dat jaar zal Bergen een jaar lang Culturele Hoofdstad van Europa zijn, krijgen zowat alle musea en monumenten in de stad een opfrisbeurt. Ofwel is een deel van de collectie niet te bezoeken, ofwel zijn ze helemaal gesloten in afwachting van een feestelijke heropening. Geduld oefenen dus. Profiteer ervan om de stad uit te trekken naar de spectaculair gerenoveerde oude mijnsites van Hornu (Grand-Hornu, een van de belangrijkste musea voor moderne kunst van het land) en Frameries (Pass, een interactief museum over technologie en wetenschap).

Waar kan je shoppen?

De centrale winkelwandelstraat van Bergen is de Rue de la Chaussée, die stevig bergop klimt als je ze volgt richting Grand' Place. Je vindt er zowat alle grote winkelketens. Voor een grote shopping mall moet je buiten het centrum zijn, meer bepaald aan de achterkant van het station, waar een dertigtal winkels onder dak zitten in het Centre Commercial Les Grand-Prés.

Waar komen weinig toeristen?

In de ingeslapen voorstad Cuesmes, nog net binnen wandelafstand van het centrum, ligt in de Rue du Pavillon het Vincent Van Gogh-huis. Het stemmige huisje waar de schilder woonde van augustus 1879 tot oktober 1880 is langzaam aan het wegzakken in een moeras. Het werd in de jaren '70 gerestaureerd en heeft een unieke voordeur, want de muren hebben een hellingsgraad die niet moet onderdoen voor de toren van Pisa. Binnen is eigenlijk niet veel te zien, behalve wat reproducties van werken van de meester en een video. Toch mag je dit niet missen, want zo'n schots en scheef moerashuisje heb je gegarandeerd nog nooit gezien.

Waar kan je lekker eten?

Eigenlijk hoef je de Grand' Place niet eens te verlaten als je trek hebt, want daar is keuze zat, van een McDonald's tot de betere brasseries en restaurants. In de diverse straatjes die erop uitkomen, vind je nog meer smakelijke pareltjes, zoals Tunesische couscousrestaurants en stemmige Italianen. Als de honger je overvalt tijdens een winkelbezoek aan Les Grand-Prés, hoef je niet per se terug richting stad te snellen, want het complex heeft een tiental eetgelegenheden onder dak.

Waar kan je goedkoop slapen?

Wat overnachten betreft, is de goedkoopste oplossing uiteraard tussen pot en pint verbroederen met de studenten in Bergen en hopen dat je op hun kot mag blijven maffen. Mocht dat niet lukken, kies dan voor de hypermoderne jeugdherberg aan de voet van het Belfort, binnen kruipafstand van de studentencafés. Overnachten kan er vanaf 18 euro. Nog te duur? Camping Waux-Hall, achter het gelijknamige park (Avenue Saint-Pierre) ligt op nog geen tien minuten wandelen van de Grand' Place.

(HDP)