De Studentenronde van Wallonië, 6de halte: LOUVAIN-LA-NEUVE

Ja, natúúrlijk is je eigen studentenstad de beste van het land, maar GUIDO kijkt verder dan je neus lang is. Over de taalgrens, om precies te zijn. Haal een Go-Pass, tank je auto vol, pomp je fietsbanden op en strik de veters van je wandelschoenen, want dit academiejaar gaan we op bezoek bij onze Franstalige landgenoten. We zijn begonnen in het verre Luik, zakten af naar Namen, verkenden het onbekende Charleroi, reisden naar Bergen, hielden halt in Doornik en ronden vandaag onze guindaille af in Louvain-la-Neuve.

Louvain-la-Neuve, gelegen op het grondgebied van Ottignies in Waals-Brabant, is een Belgisch unicum. In de jaren '60 was dit nog glooiend akkerland waar bezwete Brabantse trekpaarden steunend eg en ploeg door de aardkluiten hengstten. Aan die idyllische taferelen kwam een drastisch eind in 1971, toen hier de eerste steen werd gelegd van de Université Catholique de Louvain (UCL). Half werk is geen werk, dachten de projectontwikkelaars toentertijd, en ze stampten in één moeite een volledige nieuwe studentenstad uit de grond.

Waar ligt de studentenbuurt?

Uiteraard een domme vraag in een stad die eigenlijk één groot studentenkot is. Het studentikoze hart van Louvain-la-Neuve, met de belangrijkste studentencafés en snackbars, situeert zich in de Grand'rue en de Rue des Wallons, al hebben ook de verschillende quartiers elk wel een klein horecacentrum (de Place des Ondines in Hocaille bijvoorbeeld). Maar pin je niet vast op deze locaties. Het niet aflatende gezeul met kratten bier verraadt dat zowat overal in de stad elke nacht zwaar wordt gefuifd.

Wat is er buiten te zien?

Een wandelingetje doorheen de stad leert meteen dat ze met niets anders te vergelijken is. Louvain-la-Neuve is een modernistisch architecturaal visioen dat werkelijkheid werd: een zielloze betonnen blokkendoos voor de één, een fascinerend urbanistisch experiment voor de ander. Eén ding staat vast: je kan ervan houden of niet, maar Louvain-la-Neuve is in elk geval anders, en is eigenlijk de enige stad in ons land die onvoorwaardelijk de titel 'studentenstad' verdient. Een paar hoogtepunten: de radicaal moderne Place des Sciences, de staal-met-glasmastodont Aula Magna, het immense fresco van François Schuiten en de talrijke loopbruggen over de valleien tussen de verschillende wijken.

Wat is er binnen te zien?

Eén antwoord: het fantastische Hergémuseum in de Jardin de la Source, op twee minuten van het station. Dit schitterende modernistische gebouw van de Franse architect Christian De Portzamparc is een ode aan de Klare Lijn van Hergé. Tegelijk verwijst de interne structuur van vijf door loopbruggen met elkaar verbonden tentoonstellingsruimtes naar de vijf quartiers van Louvain-la-Neuve. De collectie is om kippenvel van te krijgen, zeker als je fan bent van Kuifje en Hergé. Plaat nummer één van Tintin au Pays des Soviets? Check! Het origineel van de legendarische plaat waarin Kuifje Tchang uit de overstromende rivier redt? Check! En verder potloodschetsen, reconstructies van de tekentafels van Hergé en zijn medewerkers, vintage albums, originele inkleuringen en nog veel meer. Het enige wat ons al na tien minuten op de zenuwen werkte, was de audiovisuele gids, die vooral op kinderen lijkt gericht. En het eeuwige geknaag in ons binnenste dat een museum over Hergé eigenlijk in Brussel had moeten staan, maar goed, het is nu zo.

Waar kan je shoppen?

De tijd dat je in Louvain-la-Neuve enkel je portefeuille kon bovenhalen voor een krat bier en een portie goedkoop studentenvoer, ligt al een tijdje achter ons. Pal in het centrum werd het shoppingcenter L'Esplanade opgetrokken (aan de Place de l'Acceuil) en in de Rue Charlemagne zijn de modeboetieks als paddenstoelen uit de grond gerezen.

Waar komen weinig toeristen?

Laten we eerlijk zijn: het gros van de toeristen in Louvain-la-Neuve komt voor het Hergémuseum en zal daarna hoogstens nog eens met grote ogen door de merkwaardige betonstraatjes in het centrum slenteren, om vervolgens te concluderen: wat doen we hier eigenlijk, tussen al die studenten? Dat wil zeggen dat zowat alle andere, vaak best aangename plekken in de stad vrijwel gegarandeerd toeristenvrij zijn: het fraaie meer met z'n stadsheuvels errond, de steile trapsteegjes van Blocry, de wandelpaden in het bos van Lauzelles, de groene wijk rond de Ferme du Biéreau...

Waar kan je lekker eten?

Studentikoze hamburgers (Goldway!) en pita's bij de vleet natuurlijk, maar Louvain-la-Neuve heeft ook zo zijn culinaire hoekjes. De beste frieten van de stad vind je bij Jean-Lou, op een parking in de noordelijke wijk Blocry. Even legendarisch: de Bretoense pannenkoeken op de Place des Brabançons, de kipbrochetten met champagnesaus in de Piano tussen de Cercles en Kots-à-Projets in Hocaille en het trendy loungerestaurant Loungeatude, in een rustige uithoek naast de botanische tuin. Voor een wereldse hap op een zonnig terras kan je terecht bij Rabelais, op het gelijknamige plein.

Waar kan je goedkoop slapen?

Wat overnachten betreft, is de goedkoopste oplossing uiteraard tussen pot en pint verbroederen met de studenten uit Louvain-la-Neuve en hopen dat je op hun kot mag blijven maffen. Mocht dat niet lukken en je wil iets binnen loopafstand van het centrum, dan zal je naar het Ibis-hotel moeten, aan het bos van Lauzelles. Of je doet wat veel studenten doen tijdens de beruchte 24 Heures Vélo (een gigantisch zuipgelag eind oktober wanneer 24 uur lang met idiote zelfgebouwde fietsen door de stad wordt gehost): in het ondergrondse treinstation lig je ook droog...

(HDP)