Strips: Luc Cromheecke - Een kwarteeuw vriendelijk stripabsurdisme
Hoewel de Antwerpse tekenaar Luc Cromheecke al meer dan een kwarteeuw vrolijk absurde strips maakt en in de loop der jaren een trouwe groep cultfans heeft opgebouwd, is hij nooit echt doorgebroken. Met de tekstloze gagstrip 'Plunk' doet hij een nieuwe gooi naar commercieel stripsucces.
GUIDO trok naar Kapellen en bracht een gezellige namiddag door in het atelier van Vlaanderens meest onderschatte striptekenaar.
De tekenaar van heerlijk anarchistische klassiekers als 'Tom Carbon' en 'Taco Zip' heeft geen vragen nodig om zijn verhaal te doen. Reis mee met Cromheecke doorheen een kwarteeuw vriendelijk stripabsurdisme.
Cromheecke: Toen ik kind was, in de jaren '60, was het beroep van striptekenaar nog iets heel speciaals, zeker als je het vergelijkt met vandaag. Het vak had nog sterallure. Striptekenaar was zowat het meest zotte dat je kon worden in je leven, en dat sprak me enorm aan. Alhoewel tekenaars als Willy Vandersteen en Marc Sleen ook veel aanzien hadden. Die stonden met een plastron op de achterkant hun albums. Dat waren geen zotte flurken , dat waren belangrijke mensen, gekleed als politiekers. In elk geval had ik geen flauw benul hoe ik dat moest aanpakken, striptekenaar worden. Ik woonde toen nog in Borgerhout, en ik had ergens gelezen dat de tekenaar van 'Suske en Wiske' zou komen signeren in Antwerpen. Ik ben dan mee gaan aanschuiven en heb een tekening van Jerommeke gekregen. Ik heb aan die man gevraagd wat ik moest doen om striptekenaar te worden, en hij heeft me het adres van Studio Vandersteen gegeven. Pas jaren later kreeg ik door dat dat helemaal Willy Vandersteen niet was, maar Paul Geerts. Ik voelde me helemaal bekocht! (lacht) "Dé tekenaar van 'Suske en Wiske'," hadden ze gezegd.
"De feestjes bij Dupuis waren op het decadente af."
Cromheecke: Toen ik een jaar of 12, 13 was, ontdekte ik het stripblad Robbedoes. Ik besefte nog niet dat het vooral Franstaligen waren die daarvoor tekenden, ik dacht dat dat allemaal Nederlandstaligen waren. Maar dankzij Robbedoes ontdekte ik een ander soort strips, naast de Vlaamse krantenstrips. In die periode was Robbedoes hét tijdschrift waar je als striptekenaar in moest publiceren om mee te tellen. Op de leeftijd van 16, 17 jaar begon ik al wat echte strips te maken, min of meer professioneel. Materiaal waarmee ik kon solliciteren, vond ik althans van mezelf. Dat heb ik opgestuurd naar Robbedoes. Die hadden toen een rubriek 'Vrij Vel' voor nieuw talent, waar Kamagurka trouwens nog in heeft gestaan. Eigenlijk was die rubriek pas afgevoerd, maar ze vonden mijn tekeningen zo goed dat ze ze toch hebben geplaatst. In zwart-wit, dus ze stonden niet in de Franse Spirou, maar dat wist ik niet. Mijn bijdrage heette 'Bob Burk'. Twee mopjes hebben ze gepubliceerd. Ik zat toen nog op school en hield er geen rekening mee dat ik dat ook op regelmatige basis had kunnen doen. Daarna ben ik naar de academie in Antwerpen getrokken, en in mijn studententijd ben ik begonnen met 'Taco Zip' op scenario van Fritzgerald, en 'Tom Carbon' met Laurent Letzer, vandaag nog altijd mijn scenarist. Ik zat dankzij 'Bob Burk' in de database van mogelijke tekenaars bij Robbedoes. Ze hadden me gevraagd om eens langs te komen, om te zien of ik geen nieuwe projecten had. Ik had het allereerste verhaaltje van 'Tom Carbon' meegebracht. Ik had dat met aquarel ingekleurd op fotokopies, en ze vonden het heel tof. Toen zeiden ze: "Wacht hier een halfuurtje," en ze vertrokken met mijn tekeningen naar een ander kantoor. Inderdaad, na een halfuur kwamen die mannen terug met goed nieuws: 'Tom Carbon' zou gepubliceerd worden, in kleur, en ook in het Frans in Spirou. Het team van Spirou had ik niet eens ontmoet, ik mocht niet mee naar hun kantoor. (lacht) Enfin, die avond was het groot feest, dat kun je geloven. 'Tom Carbon' heeft jarenlang in de Robbedoes gestaan, maar dat kabbelde zowat. We waren nog studenten, moesten ons brood nog niet verdienen, dus dat ging allemaal heel traag. Als we een verhaal af hadden, werd het gepubliceerd. Daar zat helemaal geen stress achter, we kregen nooit een deadline. We zagen de uitgevers ook nooit, behalve op de legendarische Dupuis-feesten. Toen was er nog veel geld. Dat waren heel grote feesten, op het decadente af. Er liepen obers met plateaus met kikkerbilletjes en zo. (lacht) In die tijd werd roken ook nog echt aangemoedigd. Er werd rondgegaan met schotels vol rookwaar, iedereen stond daar met een dikke sigaar in zijn mond. Voor ons als studenten was dat natuurlijk fantastisch. Op die feestjes leerden we de Franstalige tekenaars kennen, de hele oude garde van Robbedoes. Onze jeugdidolen bleken allemaal best aanspreekbaar. Geweldig. Maar wat wij toen nog niet wisten, is dat bij Dupuis de belangrijkste beslissingen juist op die feesten werden genomen. Eigenlijk moest je zien dat je niet te veel dronk, maar dat hadden wij in het begin niet zo goed door. We waren eigenlijk altijd compleet bezopen. (lacht)
"Zonder Soulwax geen Plunk!"
Cromheecke: Het figuurtje Plunk hebben we bedacht voor de opening van het Stripmuseum in Brussel. Als je de trappen opgaat, recht voor je, is er een permanente tentoonstelling over hoe een strip wordt gemaakt. Het hoofdstukje over merchandising is van Letzer en mij. Daar is Plunk geboren. In die tijd maakte ik nog dagelijks 'Taco Zip', niet meer voor Robbedoes, maar voor de Volkskrant in Nederland, samen met Fritzgerald. Die vond Plunk een leuk personage, en hij wou het eens op bezoek laten komen in 'Taco Zip'. We dachten dat dat maar voor eventjes zou zijn, maar Plunk is daar lang blijven plakken, omdat het nu eenmaal een grappig figuur is. Maar de Plunk in 'Taco Zip' is niet de oer-Plunk. 't Is Plunk, gezien door de ogen van iemand anders. 'Taco Zip' is uiteindelijk definitief gestopt, maar later hebben we Plunk kunnen reanimeren. Dat is ook een grappig verhaal. Ik kreeg op een dag telefoon van Zaki, die toen met zijn productiehuis voor VTM werkte. Hij wou me ontmoeten, want ze waren van plan om korte, tekstloze animatiefilmpjes te maken voor tussen de reclamespots op tv. Je weet dat Zaki de vader is van de Dewaele-broers, van Soulwax en 2 Many DJ's. Die mannen bleken fan te zijn van 'Tom Carbon', en ze hadden mij voor die filmpjes getipt bij hun pa. Ze vonden 'Tom Carbon' een "vree wijs stripke". (lacht) Wij hebben dan storyboards gemaakt, met Plunk, maar van die filmpjes is nooit iets in huis gekomen. De scenario's zijn in een lade beland, tot we een jaar of twee geleden bij Dupuis werden uitgenodigd, waar net een nieuwe uitgever was begonnen. Wij daarheen, met onder andere die storyboards voor de 'Plunk'-filmpjes. En dat viel meteen in de smaak. "Dit wil ik," zei de man van Dupuis. We zijn eraan begonnen, en het ging heel vlot. Zo heeft Plunk toch nog z'n eigen stripreeks gekregen.
"Ik denk meer in beelden dan in woorden."
Cromheecke: Ik ben Nederlandstalig, Letzer is een Vlaming uit Kapellen die Franstalig is opgevoed, en we werken voor een Franstalige uitgever. Die taal is altijd een probleem geweest. We vallen overal zowat tussenin. Ik ben zelf dyslectisch, dus ik denk sowieso meer in beelden dan in woorden. Waar we vooral moeten van oppassen, is dat we niet te veel Angelsaksisch getinte humor brengen. In de tijd van Tom Carbon werden we vaak op de vingers getikt door onze Franstalige bazen omdat we te veel door 'Monty Python' waren beïnvloed. Franstaligen lachen om heel andere dingen dan wij. Dat taalprobleem hebben we uiteindelijk heel elegant kunnen oplossen door voor 'Plunk' zonder tekst te werken. Bij Dupuis zagen ze dat wel zitten, want bijvoorbeeld 'Game Over', de eveneens tekstloze spin-off van 'Kid Paddle', verkoopt bijzonder goed. Een tekstloze strip is ook makkelijker te verkopen in het buitenland. Wij zijn mee op die boot gesprongen, en we hopen het beste. Het gaat ons wel goed af, denk ik. En een strip maken zonder tekst vind ik zeker niet moeilijker dan met tekst. Integendeel zelfs.
www.plunk.be
(HDP)