Studentenarbeid tijdens het academiejaar: hoe zit het nu precies?
Op 1 oktober 2005 werd de wet Noreilde van kracht, die een nieuwe regeling treft voor studentenarbeid buiten de schoolvakanties. Hoe zit het nu precies? Wat verandert er? Hoeveel mag je werken? Wanneer precies? We zetten nog eens de puntjes op de i, want er blijkt nog steeds verwarring te bestaan
.
Nog één keertje voor alle duidelijkheid: de nieuwe regeling gaat pas in op 1 oktober, dus afgelopen zomer was er helemaal geen "verdubbeling van het aantal werkdagen voor studenten", zoals in diverse kranten te lezen stond. In juli, augustus en september mocht en mag je maximum 23 dagen werken om de verlaagde sociale bijdragen van 2,5% te kunnen genieten. Wie toch langer heeft doorgewerkt, zal voor die extra dagen de volle pot van 13,07% sociale bijdragen van zijn loon afgetrokken zien.
23 dagen tijdens het academiejaar
Wat wel nieuw is, is dat je vanaf nu als jobstudent ook tijdens het academiejaar kunt rekenen op een verminderde sociale bijdrage. Je mag voortaan ook buiten de zomermaanden 23 dagen werken tegen gunsttarief. Dat is iets minder voordelig als in de zomer: er zal 4,5% van je loon worden afgehouden voor sociale bijdragen in plaats van 2,5%. Dat is wel nog altijd een stuk voordeliger dan de 13,07% die je vanaf de 24ste dag (en tot vorig jaar vanaf de eerste dag) moet ophoesten.
12,5% of 4,5% sociale bijdragen?!
Er is trouwens nog meer verwarring geweest over deze nieuwe wet. Waar de meesten het hadden over 2,5% (zomer) en 4,5% (academiejaar) sociale bijdragen, bleek niemand minder dan senator Stefaan Noreilde himself, het brein achter de wet, in zijn nieuwsbrief plots gewag te maken van respectievelijk 7,5% en 12,5% bijdragen. Dat was geen vergissing, noch een wijziging, maar een simpel optelsommetje. Als goede liberaal was Noreilde, met zijn 28 lentes trouwens de jongste senator in het halfrond, ook de werkgevers niet vergeten. Als jij in de zomermaanden 2,5% solidariteitsbijdrage op je studentenloon moest afdragen, dan moest je werkgever daar nog 5% bovenop doen. Samen maakt dat inderdaad 7,5%. Voor de 23 nieuwe studentenwerkdagen buiten de zomermaanden zijn de sociale bijdragen van de werkgever vastgelegd op 8%, wat samen met jouw 4,5% effectief 12,5% wordt. De rekening klopt dus toch. Oef!
Fiscaal plafond en wachttijd
Nog twee opmerkingen, en dan zijn jullie helemaal klaar om je tussen twee cursussen door op een studentenjob te storten. Ten eerste worden op 1 oktober 2005 de fiscale plafonds voor studentenarbeid verdubbeld. Dankzij deze ingreep loop je niet het risico dat je ouders door jouw extra inkomsten hun kindergeld zouden verliezen. Je blijft dus fiscaal ten laste van hen. Ten tweede: de dagen die je als student werkt buiten juli, augustus en september tellen mee als wachttijd voor een werkloosheidsuitkering.
Allen aan het werk!
(SDB)