50 tips voor de EERSTE WERKWEEK I: tips 1 tot 9
Het is zover: na honderden sollicitatiebrieven, het plaatsen van je cv op tientallen websites, een handvol sollicitatiegesprekken en een grondige kijk in jezelf heb je je eerste job gevonden.
Geen vakantiejob, maar een heus werk, je eerste serieuze stappen op de arbeidsmarkt. En nu? Hoe moet je die eerste week in het echte beroepsleven aanpakken? Guido gidst je er in vijftig tips vlotjes doorheen.
1) Heb je je persoonlijke consulent bij de VDAB al verwittigd dat je werk hebt gevonden? Hij of zij zal je met plezier schrappen uit de lijst met werkzoekenden, en zal daar bovendien de nodige beroepsvreugde aan beleven. Weer iemand aan werk geholpen!
2) Ook de RVA, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, wordt er graag van op de hoogte gebracht dat je van straat bent. Jobgewijs, bedoelen we dan. Normaal gezien geeft de VDAB-consulent wel een seintje aan de RVA, maar het kan geen kwaad zelf een mailtje met het goede nieuws te sturen naar je plaatselijke RVA-kantoor.
3) Als je een uitkering ontving als werkzoekende, in de vorm van stempelgeld of een wachtuitkering van het OCMW, moet die uiteraard worden stopgezet, want vanaf nu verdien je je eigen kostje. Ga dus eens langs bij de hulpkas of vakbond, en vertel hen dat je voortaan op eigen benen zal staan. Vergeet echter niet dat je eerste loon pas op je rekening zal staan na een maand werken.
4) Wie op eigen benen staat, moet zich inschrijven bij een ziekenfonds naar keuze. Dat is verplicht. Niet verplicht is het lidmaatschap van een vakbond. Deze werknemersorganisaties komen op voor jouw rechten, en daartegenover staat een (bescheiden) maandelijks lidgeld.
5) De centen die je vandaag verdient, moet je volgend jaar aangeven aan vadertje staat. Dat doe je door (online of op papier) je belastingbrief in te vullen. De juiste benaming daarvoor is de 'jaarlijkse aanslagbrief'. Als je die als student nog niet ontving, geef dan even een seintje bij de plaatselijke Dienst Directe Belastingen.
6) Schenk een stevige trappist uit voor je vader en koop een doos likeurpralines voor je moeder, want nu jij aan de slag gaat, zullen zij het voortaan zonder kinderbijslag moeten stellen. Normaal gezien moeten zij dat aangeven bij de bevoegde diensten, dus gelieve hen even aan te porren.
7) Eindelijk gaan de centen binnenrollen, dus misschien wordt het wel tijd om nader kennis te maken met je bankdirecteur. Banken zijn dol op klanten wiens zichtrekening maandelijks wordt gespekt met een vast loon. Het is goed voor je kredietwaardigheid (interessant als je een lening voor een auto of huis wil aangaan) en je krijgt uitleg over de vele mogelijke spaarformules.
8) Zowel middelbare scholen als hogescholen en uniefs houden graag statistieken bij over hoe het hun ex-studenten vergaat in het beroepsleven. Ook in alumniblaadjes verschijnen vaak lijstjes met oud-leerlingen die het ver hebben geschopt op de arbeidsmarkt. Een mailtje met "Ik heb werk!" naar je thesispromotor, decaan of ex-schooldirecteur wordt meestal erg gewaardeerd.
9) Hoog tijd om je contract te ondertekenen. Geen paniek als het van tijdelijke duur is, dat is niet ongebruikelijk bij een eerste job. Pas als je een serie van opeenvolgende tijdelijke contracten krijgt voorgeschoteld, moet je je afvragen of het bedrijf in kwestie je niet aan het lijntje houdt.
(HDP)