De Paepe & Depuydt over hun thrillerdebuut 'Mensenvlees'
Ze zijn allebei journalist, zij bij de krant De Standaard, hij bij jouw hoogsteigen Guido Magazine. En ze zijn een stel, die elkaar als student hebben ontmoet aan de universiteit. Wanneer ze na een lange werkdag in de dagelijkse loopgraven van de journalistiek hun Gentse woonst betreden, slaat hun fantasie op hol, want De Paepe & Depuydt vormen samen een kersvers duo thrillerauteurs. Hun eerste roman Mensenvlees (uitgegeven bij Houtekiet) ligt in de winkel, een spannende exotische thriller die zich grotendeels afspeelt in het donkere hart van Afrika.
Hoe combineren Els Depuydt en Herbert De Paepe hun werk in de journalistiek met avondlijk geknutsel aan bloedstollende fictie? Hoe schrijf je een boek met twee? Blijft er nog vrije tijd over? En komt daar nu nooit eens ruzie van, want na de gedane arbeid moeten ze tenslotte ook nog als koppel door het leven?
GUIDO: Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
De Paepe:Op een fuif van de Germaanse in Gent. Kort nadat de vonk was overgesprongen, hebben ze die fuifzaal trouwens afgebroken. Toeval?
Depuydt:Het café waar we de avond hebben afgerond is kort daarop eveneens van eigenaar en look veranderd. Je ziet: we hebben onze sporen grondig uitgewist.
GUIDO: Hoe zijn jullie in de journalistiek beland?
Depuydt:Bij mij is dat stapsgewijs gebeurd. Ik ben bij de toenmalige VUM, vandaag Corelio, gestart op de dienst ronde- en winkelabonnementen. Toen er een plaats vrijkwam als eindredacteur bij Het Volk, toen nog in Gent, ben ik daar begonnen. Ik ben met Het Volk mee naar Groot-Bijgaarden verhuisd, kwam vervolgens bij Het Nieuwsblad terecht en stapte over naar De Standaard op het moment dat die krant begon met regiopagina's. Vandaag ben ik eindredacteur-coördinator van de bijlage 'Mens & Economie' van De Standaard.
De Paepe:Ik ben al jarenlang GUIDO-redacteur in hart en nieren. Als pas afgestudeerde ben ik begonnen met het updaten van de Guido Stadsgids voor Gent, mocht blijven om eindredactie te doen op de andere steden, kreeg een contract, en hop: ondertussen zit ik hier nog altijd, als hoofdredacteur. Ik schrijf een heleboel artikels zelf en doe de eindredactie op de teksten van interne en externe medewerkers. En nee, ik verklap niet wie Dr. Jos of Da Love Professor is.
GUIDO: Euh, had ik dat gevraagd misschien?
De Paepe:Nee hoor, gewoon even anticiperen.
Brainstorm met fles wijn
GUIDO: Nu hebben jullie samen een thriller geschreven. Hadden jullie al eerder professioneel samengewerkt?
Depuydt:Eigenlijk niet. Het valt sporadisch wel eens voor dat we elkaar een artikel voorleggen om de mening te vragen, maar dat gebeurt zelden. Guido Magazine en De Standaard zijn twee heel verschillende media.
De Paepe:GUIDO is veel te serieus voor dat zootje ongeleide projectielen van De Standaard. (lacht)
Depuydt:Jaja, 't is al goed. Om op je vraag te antwoorden: we hadden onze schrijfkrachten eigenlijk nooit gebundeld. Achteraf gezien hadden we dat vroeger moeten doen, want samen blijken wij perfect te functioneren, bijna als één schrijver.
GUIDO: Ja, hoe doen jullie dat eigenlijk? Zitten jullie samen achter de tekstverwerker? Romantisch!
Depuydt:De waarheid is nog veel romantischer: we zitten samen aan onze tafel, met een lekker Italiaans gerecht en een bijbehorende fles wijn. Daar en nergens anders is Mensenvlees bedacht.
De Paepe:Ik heb een Siciliaanse tante, en die heeft Els fabelachtig lekker Italiaans leren koken. Voeg daarbij het feit dat je voor geen geld een uitstekende fles montepulciano kunt kopen, en je krijgt een perfect recept voor creativiteit. Alle ideeën, plotlijnen en personages die je in het boek terugvindt, zijn geboren op de bodem van een fles montepulciano. Eigenlijk hadden we die wijnproducent moeten vermelden in een dankwoordje. (lacht)
GUIDO: Goed, dat zijn de brainstorms. Maar los daarvan heeft het boek toch zichzelf niet geschreven?
Depuydt:Na die brainstormfestijnen in het weekend, gaan we in de week elk apart aan de slag. Ik in de voormiddag en Herbert 's avonds, want we hebben niet dezelfde werkuren.
De Paepe:We letten erop dat er per week niet al te veel werk moet gebeuren, want uiteindelijk is het schrijven iets wat bovenop een fulltime job komt. Het moet leuk blijven. Meestal moet er in de week gewoon één klein hoofdstukje worden geschreven. Enfin, zelfs dat niet, eerder één scène. Ik maak daar de eerste versie van. Een bladzijde of twee, drie, afhankelijk van wat er het weekend tevoren uit de bus is gekomen.
Depuydt:Ondertussen ben ik aan het wroeten in de scène van de vorige week. Bijschaven, herschrijven, stukjes toevoegen, schrappen, dialoog aanpassen, noem maar op.
De Paepe:Bij het uiteindelijke resultaat weten we vaak niet eens meer wie wat heeft geschreven, of wie wat heeft bedacht. 't Is echt het werk van twee mensen die samen één auteur vormen.
GUIDO: Vreemd dat dit soort samenwerking niet vaker voorkomt in de literatuur.
Depuydt:Er zijn er nog hoor, maar niet zoveel, dat klopt. Terwijl je met twee gewoon veel meer kunt dan alleen. Dat ondervinden we op ons werk toch ook? Een krant of tijdschrift maak je toch ook niet alleen?
De Paepe:In het wereldje van scenaristen voor film en tv is het de normaalste zaak van de wereld dat je met meerdere personen aan een script werkt. Bij strips ook, waar scenaristen en tekenaars samenwerken. Waarom zou dat bij het schrijven van een thriller ook niet het geval kunnen zijn?
Depuydt:En het feit dat wij samenwonen, maakt alles heel praktisch. We kennen elkaar zo goed dat we aan een half woord genoeg hebben om elkaar te begrijpen. Bovendien zien we elkaar elke dag, zodat we het op om het even welk moment over ons boek kunnen hebben. Die permanente bereikbaarheid is een niet te onderschatten luxe.
Wrede thriller
GUIDO: Hebben jullie bij het schrijven van Mensenvlees iets gehad aan je ervaring als journalist?
De Paepe:Ik doe nogal veel interviews, en daar heb ik geleerd zo helder mogelijk de uitspraken van andere mensen op papier te zetten. Dat heeft me wel geholpen bij het schrijven van de dialogen. Het voelde vertrouwd aan.
Depuydt:Voor de rest is fictie een heel andere discipline. In de journalistiek beperk je je tot feiten en meningen, terwijl we in ons boek vooral vanuit onze verbeelding hebben gewerkt, aangevuld met indrukken die we hebben meegebracht van op reis.
GUIDO: Nu je het zegt: in de perstekst van de uitgeverij staat dat jullie veel van jullie eigen reiservaringen in het boek hebben verwerkt. Nu is Mensenvlees echt wel een wrede thriller. Dat moet een helse reis geweest zijn, daar in Afrika?
Depuydt:Het was een heerlijke reis, maar ik ben daar wel uit een bootje gevallen in de Okavangorivier in Botswana, tussen de krokodillen en de nijlpaarden. Die beesten hebben zich gedragen, maar het was wel even schrikken. Zoiets inspireert.
De Paepe:Met dit boek nemen we eigenlijk weerwraak op de Okavango. (lacht)
GUIDO: Doe ons ten slotte eens watertanden: waarover gaat het boek?
De Paepe:Het begint met een groepje reizigers die naar Botswana trekken voor een safari in de Okavango Delta. Ze logeren op een houseboat, diep in het moeras. Alles verloopt prima, tot hun reisbegeleidster spoorloos verdwijnt.
Depuydt:'s Anderendaags verdwijnen nog meer mensen van de boot. Het is duidelijk dat er iets niet pluis is in de Delta. De overgebleven reizigers besluiten hun lot in eigen handen te nemen en proberen eigenhandig uit het moeras te geraken. Daar komen ze echter meer tegen dan alleen wilde dieren...
De Paepe:Genoeg! De rest kan je lezen in Mensenvlees zelf: vierhonderd bladzijden bloederige, exotische spanning.
GUIDO: Moet daar zout op?
(RVC)