Mathias Sercu over zijn regiedebuut 'J'aime la vie'
Bijna tien jaar na zijn bekroonde tv-serie Marsman pakt acteur en scenarist Mathias Sercu - hij bedacht en schreef ook de reeks Chantal - uit met een geslaagde debuutfilm. J'aime la vie is een grappige, ontroerende en hartverwarmende prent, waarin tragisch nieuws een uiteengevallen familie met horten en stoten terug bij elkaar brengt.
"Marsman heb ik indertijd samen met Eshref Reybrouck gemaakt," zegt Mathias. "Het was de bedoeling dat we ook J'aime la vie zouden co-regisseren en dat ik Rocco zou spelen, de broer van het hoofdpersonage. Esh is echter zijn eigen weg gegaan, en toen suggereerden ze bij Lumière dat ik de film dan maar alleen moest regisseren. Mijn eerste reactie was: dat kan ik helemaal niet! Ik heb het toch gedaan, maar de regie kon ik niet combineren met de rol van Rocco, die naar Jurgen Delnaet is gegaan. Jurgen speelde ook al de hoofdrol in Marsman."
GUIDO: Een gelukkige samenloop van omstandigheden, want Jurgen is een fantastische Rocco.
Mathias: Ja hé? Jurgen is een goeie maat van mij. Ik had hem jaren geleden al een van de eerste versies van het scenario laten lezen, gewoon om zijn mening te vragen. Hij vond dat ik het absoluut moest doen, dat ik dit scenario moest verfilmen, en terloops zei hij erbij dat hij wel graag Rocco zou spelen. Met een knipoog, want hij wist dat ik dat eigenlijk zelf van plan was. Maar kijk, uiteindelijk is het alsnog Jurgen geworden.
Zeven jaar schrijfwerk
GUIDO: Klopt het dat je zeven jaar aan het scenario hebt gewerkt?
Mathias: Ja en nee. Ongeveer acht jaar geleden ben ik eraan begonnen, dat klopt. Maar zo'n scenario legt een lange weg af. Je pitcht een idee voor scenariosteun bij het VAF. Dan moet je een aantal weken of maanden wachten tot je een go krijgt. Dan ga je aan het werk, en tegen dat het helemaal goed zit en je klaar bent om het scenario in te dienen, ben je al snel twee jaar verder. Toen kreeg ik een burn-out en dacht ik: kust mijn kloten, ik stop ermee, ik ga dit niet meer doen. Toen ik daar doorheen was, waren we alweer een jaar verder. Toen heb ik het scenario ingediend en steun gekregen, maar dan kwam covid en lag alles weer stil. Vervolgens is mijn zoon ernstig ziek geworden, wat uiteraard ook impact heeft gehad. Voor je het weet, is er een lange periode voorbijgegaan.
GUIDO: Een periode waarin het scenario wel is kunnen rijpen, veronderstel ik?
Mathias: Dat is waar. Dat moet toch geholpen hebben. Het was niet dezelfde film geweest als we hem na drie jaar al hadden gedraaid. Dat klopt. Het heeft ook te maken met mezelf, met de kloppen die het leven me heeft uitgedeeld. En met leeftijd. Je bekijkt de dingen anders als je wat ouder wordt.
Tranen aan de keukentafel
GUIDO: Heb je het feit dat de film over een uiteenvallende familie gaat aangewend om de acteurs met hun eigen accent te laten spreken?
Mathias: In mijn hoofd waren het eerst allemaal West-Vlamingen. Ik ben zelf een West-Vlaming. Maar doordat het zo lang duurde, zijn een aantal rollen verschoven, en de meeste acteurs die uiteindelijk meespelen, zijn geen West-Vlamingen, dus het maakte niet meer uit. Omdat de personages als kind zijn geplaatst en elders zijn gaan wonen, was het inderdaad geen punt meer.
GUIDO: Hannelore Bedert heeft speciaal voor de film een melancholische versie van Sandra Kims J'aime la vie opgenomen. Is het niet riskant om een liedje te gebruiken dat letterlijk iederéén uit het hoofd kent?
Mathias: Ja. (lacht) Maar ik zei tegen Hannelore: als er één iemand is in Vlaanderen die dat kan, dan ben jij het. En dat is gebleken ook. Toen ik het demootje kreeg toegestuurd, zat Jan Bijvoet bij mijn vrouw en ik aan de keukentafel. Jan is de peter van mijn dochter, vandaar. Ik speelde het liedje af en we zaten alledrie te blèten. Het was er gewoon los op.
Tekst: Herbert De Paepe