Thibaud Dooms uit 'Skunk': "Ik heb keihard mijn best gedaan"
Klaar voor een uppercut van een film? Skunk van Koen Mortier, over een jongen uit een marginaal gezin die in de jeugdpsychiatrie terechtkomt, laat je helemaal uitgeteld achter. Dat is niet in het minst te danken aan de schroeiende vertolking van Thibaud Dooms, die onlangs nog werd geselecteerd als een van de tien shooting stars op het filmfestival van Berlijn.
Thibaud komt uit Kortrijk, is pas 22 en studeerde tijdens de opnames nog aan de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans.
GUIDO: Hoe ben je in Amsterdam terechtgekomen?
Thibaud: In Harelbeke, waar ik woonde, zat ik als kind in een musicalvereniging. Sommige spelers die ouder waren dan ik, gingen naar het Lemmensinstituut in Leuven. Omdat ik de drang had om te spelen en erg naar die mensen opkeek, wou ik daar ook naartoe.
GUIDO: Lemmensinstituut, dat is secundair kunstonderwijs?
Thibaud: Ja, een heel positieve ervaring. Daarna kwam de stress: op welke toneelschool zou ik worden toegelaten? Ik heb ze allemaal proberen te doen. Amsterdam was de eerste waar ik werd toegelaten, en ik voelde me daar meteen goed. Het was echt een goeie auditie. Ik voelde me welkom. Het klikte.
GUIDO: Hoe heb je Amsterdam ervaren als studentenstad?
Thibaud: In Leuven zat ik op internaat. Dat was een relatief klein leven: ik ging naar de les, stak de speelplaats over en kwam op mijn kamer terecht. Op den duur was ik dat zodanig gewend dat ik in Amsterdam krek hetzelfde deed. Ik volgde les en ging meteen daarna naar huis om te slapen. Een Amsterdams studentenleven heb ik eigenlijk niet uitgebouwd, ik deed alleen keihard mijn best. Misschien was ik toen nog te jong. Nu zou ik dat wel anders aanpakken.
GUIDO: Bovendien stond je nog tijdens je studie op de set van Skunk.
Thibaud: Liam is een personage dat extreem ver is verwijderd van wat ik zelf ben. Ik heb geprobeerd die spanning de hele draaiperiode lang vast te houden. Het voelde niet goed om een scène te doen en daarna gewoon mijn eigen leven weer op te pikken. Om dat te realiseren, heb ik een soort eenzaamheid opgezocht. Ik ben diep gegaan voor deze rol. Je mag niet vergeten dat ik hiervóór alleen nog maar een bijrol had gespeeld, in Zeevonk.
GUIDO: Hielp het dat je veel scènes had met ervaren acteurs als Natali Broods en en Dirk Roofthooft?
Thibaud: Zeker. Dat bracht een bepaalde rust, omdat zij zo goed weten wat er gebeurt op een set. Ze waren zorgend en hebben me geholpen om uit mijn comfortzone te treden.
GUIDO: Je had zeer fysieke scènes met Colin van Eeckhout, de imposante zanger van Amenra. Heb je daar kneuzingen aan overgehouden?
Thibaud: (lacht) Dat viel goed mee. In het echte leven is Colin een schatje. Het waren gewelddadige scènes, maar je maakt daar dan een soort choreografie van. We hebben die scènes allemaal in één take opgenomen, want Koen wou dat het geweld heel echt leek. Op zo'n moment moet je elkaar vertrouwen en er gewoon voor gaan.
GUIDO: Skunk is een film als een mokerslag. Hoe zou je willen dat de toeschouwer zich na afloop voelt?
Thibaud: Ik hoop dat het publiek nog een tijdje muisstil blijft zitten. Dat ze niet goed weten wat gezegd of gedaan, dat ze helemaal door elkaar zijn geschud.
Tekst: Herbert De Paepe