Condoomgebruik blijft dalen

Een condoom wordt steeds vaker weggelaten tijdens de seks. Dat blijkt uit het Groot Condoomonderzoek van Sensoa.

Begin deze maand kwam Sensoa naar buiten met de resultaten van haar onderzoek. Dat heeft gepeild naar het gebruik, de beleving en de kennis over condooms in Vlaanderen. In totaal namen zo’n 16.000 mensen tussen 16 en 80 jaar deel aan de online enquête, en daar zijn enkele interessante bevindingen uit naar voren gekomen.

Zo blijkt dat slechts 27 procent van de bevraagden bijna altijd een condoom gebruikt, tegenover zo’n 40 procent die dat nooit doet.

Wat zorgt ervoor dat mensen zo weinig naar een condoom grijpen? Er zijn niet één maar vier redenen die een belangrijke rol spelen.

• De vertrouwensband met de sekspartner. Als je je sekspartner goed kent, ben je geneigd om het condoom sneller weg te laten
• Een verminderd fysiek gevoel tijdens de seks en de angst voor erectieverlies
• Onderbreking van de seks wordt als lastig ervaren
• De rol van de mening van de sekspartner, als hij/zij liever geen condoom gebruikt

Hoe zit het specifiek met het condoomgebruik bij jongeren?

In vergelijking met de andere doelgroepen gebruiken zij vaker een condoom, maar dat verloopt niet altijd zonder kleerscheuren. Jongeren doen namelijk vaker het condoom te vroeg af of te laat om.

Vervolgens is er de kostprijs die een groot struikelblok vormt. Zo’n dertig procent van de jongeren geeft aan dat de prijs van condooms hen heeft tegengehouden om ze aan te kopen.

Daarom pleit Sensoa voor een vlottere financiële toegankelijkheid van condooms: “We moeten onderzoeken of het aanbieden van gratis condooms voor jongeren haalbaar en effectief is, zoals dat momenteel al het geval is in Frankrijk."

In het rapport zijn nog enkele andere aanbevelingen terug te vinden. Zo vraagt Sensoa om het vrouwencondoom te verlagen in prijs, condooms gratis mee te geven bij de verkoop van de morning-afterpil en om lessen over condoomgebruik, anticonceptie en bescherming tegen soa’s verplicht te maken via de leerplannen in het onderwijs.

Tekst: Larissa Sowowna