Ecuador: land van contrasten
Ecuador is het land der contrasten. In een rechte lijn trek je van de kust over het Andesgebergte diep de jungle in. Onvoorstelbaar. Op enkele uren van elkaar liggen de hoogste bergen, de schoonste stranden en de mooiste natuur die je je kan inbeelden. Wij deden er 24 dagen over, maar zelfs aan een half jaar heb je niet voldoende om heel Ecuador te doorgronden. En wat dan gezegd over de mensen? Het verschil tussen rijk en arm, tussen mensen uit de Andes en van de Costa, tussen mannen en vrouwen. Hieronder geven we onze visie.
Dag 1: Aankomst in Ecuador
Met Iberia Airlines en zonder lange tussenstops reizen we van Brussel naar Quito. Als de piloot een scherpe bocht over Quito maakt, komt het eerste contrast al bloot te liggen. In het dal tussen bergen en vulkanen zien we aanvankelijk alleen grote huizen, villa's, zwembaden en tennisterreinen. Enkele honderden meters verder zie je echter vanuit het vliegtuig de armoede. Eens geland en voldaan aan alle administratieve verplichtingen, worden we voor het eerst geconfronteerd met de "problemen" waar een land als Ecuador mee te maken heeft. Een ontwikkelingsland wil ik het niet noemen, want op sommige vlakken staan ze verder dan wij. Het is wel zo dat Ecuador een van de armste landen van Zuid-Amerika is en dat zie, voel en ruik je. Naast het hoogteverschil (Quito ligt op 2800m) valt vooral de stank me op. Ik herinner me dan ook nog mijn eerste typisch westerse reactie : "Die bussen rijden hier op steenkool zeker!" Gaandeweg zullen die opmerkingen plaatsmaken voor bewondering, voor het land en voor de mensen.
Onze eerste dag zit er snel op. Met alle backpacks en ander materiaal rijden we met een bus naar onze hacienda waar we verschillende nachten zullen verblijven. De bazin van het kleine hotelletje blijkt een wulpse zwarte te zijn: Marie Louisa, geweldig mens. Na een korte verkenning van een klein stukje Quito (de buurt rond Amazonas), gaan we de jetlag wegslapen.
Dag 2-3: Quito
De volgende twee dagen wennen we aan het land en haar gewoonten. We eten en drinken op verschillende plaatsen in Quito en bezoeken het nationaal museum, enkele markten en pleinen (o.a. Place de la Independencia) en boeken alvast onze trip naar de jungle.
In Quito zien we veel mistroostige mensen. Hoe kan het ook anders met zulke verschillen tussen rangen en standen. Een anekdote: het eerste weekend komen we mensen tegen die ons vertellen dat ze geen 10 dollar per dag verdienen, de laatste avond betalen we in een bar 5 dollar voor een Smirnoff Ice!! Sommige mensen zouden een half maandloon moeten opsparen om eens naar McDonald's of Pizza Hut te kunnen gaan eten. Wat doen die godverdomde fastfoodketens daar???? De mensen zitten uitlachen of wat?? Nergens heb ik een groter verschil gezien tussen de rijke gozer die pinten van 2 dollar zuipt en bedelaars die massaal in het straatbeeld aanwezig zijn. Gelukkig blijven de grote fastfoodtenten en kledingketens beperkt tot Quito. Op de rest van onze reis zijn er nog maar drie brands die in het oog springen: Coca Cola, dat werkelijk overal aanwezig is, Nescafé, dat opvalt in restaurantjes en Pilsener, het bier dat blijkbaar een quasi monopolie heeft in Ecuador. Over naar de real stuff.
Een eerste misverstand: in plaats van naar een bepaalde grote markt te rijden, worden we door de Ecuadoraanse chauffeur ergens totaal anders uit de bus gekegeld. No problem, dan bezoeken we maar dit stadje en deze kleinere, maar wel meer authentieke markt. Leuk aan deze trip is dat ik in contact kom met enkele indigenas en een spelletje kaart met hen speel. Dat de helft van hen al serieus bezopen is, neem ik er graag bij. De pot gaat de ketel niet verwijten dat ie zwart is hé!
Dezelfde dag bezoeken we ook nog de plaats waar volgens enkele heerschappen de evenaar gelegen is. Het betreft een echt non-event. Wat kan het mij in godsnaam schelen waar de evenaar juist loopt? (De meeste mensen denken trouwens dat die door hun kont loopt!) En dan van die uiterst originele en creatieve foto's trekken met een been over en een been voor de evenaar. Lachen!! Gelukkig zijn de meesten niet echt onder de indruk en stappen we het snel af op 'munitio del mundi'.
's Avonds bouwen we een eerste feestje in Bloom's, een salsatheek in Amazonas, het ideale moment om mekaar tussen pot en cuba libre (liefst pure) te leren kennen. Aanvankelijk willen een zestal personen gaan slapen, maar daar komt niets van in huis. Na een paar uur staat iedereen te shaken alsof de salsa en de merengue voor niemand van ons nog geheimen heeft. Leuke boel.
Dag 4-6: Banos
15-16-17 juli verblijven we in Banos. Hier heeft onze reisleidster Ruth in een dicht verleden enkele maanden gewerkt en gewoond. Onmiddellijk valt haar verblijf op. Niet alleen tonen sommige mensen zich gemeend enthousiast (overal krijgt ze cadeautjes), maar zij heeft er via het project waarvoor ze werkte voor gezorgd dat er aan alle stoepranden opritten voor gehandicapten zijn aangelegd. Geef toe, je zou voor minder respect krijgen voor iemand. Je bent een aantal maanden in een dorpje en je zorgt ervoor dat het straatbeeld er door een ingreep van jou opvallend anders uitziet. Klasse! Voor Pieter breken enkele mindere momenten aan. Hij voelt zijn hart als gek tekeer gaan en denkt met angst terug aan vroegere problemen met zijn longen. Na een paar consultaties in het lokale hospitaal keert hij op zijn stappen terug en besluit toch mee verder te reizen. We waren bijna nog maar met elf kleine negers.
Banos is een klein en vrij toeristisch dorpje dat ons nog enkele dagen gunt om volledig te acclimatiseren. We volgen in een schooltje Spaanse les; doen enkele tochten met de mountainbikes, gaan raften (remember Hector!) en zelfs paardrijden. Mijn 'pieeke' heet Chocolate, een heel mooi paard, dat echter tegen het einde van de rit door zijn poten begint te zakken. De beestjes moeten dan ook serieus werken. Naar de top van de berg in draf en galop (Carine wordt daarbij zo door elkaar geklutst dat ze het voor bekeken houdt, net als Pieter) en naar beneden langs een steile afdaling vol putten en rotsen.
Een andere bijzonder leuke uitstap en voor mij meteen de uitschieter van de reis (naast zovele andere) is de tocht met de mountainbikes naar de watervallen aan de Rio Negro. Eerst een schitterende afdaling per fiets, even stoppen om met een attractie/overzet/bakje naar de flank van een andere berg te vliegen/reizen/hangen om vervolgens te voet af te dalen naar de prachtige watervallen, die je kan bezichtigen van op zo'n fantastische loopbrug. Een deel van de groep keert vervolgens met de pick-up terug naar boven, maar ik kies ervoor om samen met Henk, Stijn en Karen een poging te wagen om terug te fietsen, bergop dus. Heb ik afgezien!! Aanvankelijk rijden we op een gezapig tempo de eerste kilometers naar boven, onder meer rijdend doorheen een watervalletje (heerlijk!), maar op de laatste berg ontbindt Stijn zijn duivels en gaat er als een onvervalste berggeit vandoor, de reden waarom we hem later "Lance" zijn gaan noemen. Dat Henkie een stukje kan fietsen, lijkt me normaal, maar ik kan men bewondering voor Karen op dat moment niet onder stoelen of banken steken; Het klinkt seksistisch, maar ik heb zelden een vrouw met zo'n sprekend gemak een berg zien oprijden. Sterk!
Van onze eerste hotelletjes hebben we zeker geen klagen. Alles is eigenlijk aanwezig, no problem. Ook de mensen zijn uiterst vriendelijk. Op een nachtelijke tocht door Banos krijgen we van een zekere Josee zelfs het voorstel om "naar de chicas te gaan"... for a five dollar fuck. Ook hier heerst de inflatie! Neen bedankt, geeft ons nog maar wat van dat alcoholisch spul in je handen... Lekker slaapmutsje, al moet ik samen met Alexander en Henk eerst nog over de muur van ons hotel klimmen om binnen te geraken. Zijn wij dommeriken! Nadien bleek dat je gewoon moest aanbellen. Wij hadden die bel effe over het hoofd gezien. Kan gebeuren hé.
Dag 7: de Chimborazo
Een volgend hoogtepunt op deze reis is de beklimming en de afdaling van de Chimborazo. Ik begrijp nog altijd niet hoe we boven zijn geraakt. In een klein busje waarvan sommige onderdelen voor het vertrek nog moeten vervangen worden, laden onze gidsen al onze rugzakken in (ongeveer 15 kg per zak), plaatsen ze 12 mountainbikes op het dak en duwen ons ten slotte met zijn allen in het busje. En met dat vehikel rijden we een berg op tot zo'n 5000 meter hoogte. Onvoorstelbaar. Enfin, we bereiken de top, maar niet zonder ongelukken. Stijn, die net de status van heerser de bergen kreeg, wordt geveld door hoogteziekte en moet een tweetal uurtjes bekomen tot hij weer de oude is. De rest van de groep doet een poging om de laatste 200m naar het bergkamp te voet te beklimmen. Het blijkt verdomd moeilijk. Het is heel eigenaardig om te moeten vaststellen dat je niet anders kan dan slenterend naar boven te wandelen. Als je een aantal forse stappen uitprobeert, schiet je hart door je keel en voel je de aders uit je lijf springen. Wij toch naar boven en dan moet je willens nillens ook weer naar beneden. Opnieuw met de mountainbikes, we doen niet liever. Na enkele honderden meters valt er een volgend slachtoffer. Jongetjes onder mekaar, imponeren, gas geven, stoer doen, het zal er bij mij en enkele andere kerels uit de groep wellicht nooit uitgaan. Terwijl Alex en ik alle moeite van de wereld doen om de gids te volgen en duizend en een risico's nemen, doet Henk er nog een schepje bovenop. Gevolg: met zijn klikken en klakken tegen de grond. Niet zo fijn voor Henk, maar wel fijn om te merken dat we al van een heuse teamspirit kunnen spreken. Ruth en Karen knijpen de remmen dicht en spurten als volleerde Artsen zonder Grenzen naar Henk toe. Terwijl onze twee aimabele verpleegsters hun werk doen, kunnen Alex en ik onze lach moeilijk bedwingen. Het moest gezegd, hij ging wel heel spectaculair tegen de grond. Henk zou echter Henk niet zijn, mocht hij na enkele minuten te zijn verzorgd met zijn zere handen zijn fiets niet pakken om verder te rijden. Met de tong tussen de tanden vliegt hij naar beneden en bereikt zelfs nog als eerste de voet van de berg. Karakterkereltje, al moeten de dames weerom niet onderdoen. Zowel Stefanie als Ruth, Roos en Karen lijken uit het vrouwenpeloton te zijn ontsnapt en dalen in volle vaart af. Er zitten duidelijk vrouwen met panache in onze groep!
Overnachten doen we die avond in Rio Bamba. We gaan eerst nog een pizzaatje eten (het zou zeker niet de laatste zijn) en kruipen vervolgens onder de wol. Ik heb zelden zoveel mensen zo moe aan een tafel zien zitten! Bovendien moeten we de volgende ochtend om 5 uur uit ons 'kippe' om verder te reizen.
Dag 8: Op het dak van een trein
Zoals gezegd kruipen we rond 5u-5u30 uit ons bed. Ruth heeft er namelijk voor gezorgd dat we een volgende unieke tocht kunnen meemaken, boven op het dak van een trein. Deze drie uur durende rit - de zon was ondertussen fel gaan schijnen - is zonder twijfel de mooiste treinreis uit mijn leven. Iedereen doet een verdiende siësta en geniet van natuur en weer. Fun!
Minder gelachen heb ik tijdens de laatste rit naar Zumbawe, waar we zouden overnachten alvorens het Andesgebergte in te trekken. Deze laatste tocht doen we opnieuw vanachter op een pick-up. Stefanie (de chauffeur mag al gauw Stefa zeggen) en Roos kruipen voorin en hebben blijkbaar the time of their life, Karen, Alexander en Carine nestelen zich in het midden van de laadbak en bibi, Stijn, Timothy en Wim zitten op de kanten. Zoniet bevroren, dan toch serieus verkleumd van de kou bereiken we het bergdorpje. Ik verdenk die chauffeur er nog altijd van een gigantische omweg gedaan te hebben om langer te kunnen genieten van het gezelschap van Stefanie en Roos (En geef de sloeber maar eens ongelijk!) Henk en Ruth zijn op dat moment naar een dokter ter inspectie van Henks handen. Wat later sluiten ze bij de groep aan en wordt er nog gezellig nagekeuveld.
DAG 9: het Quilitoa kratermeer
In Zumbawe worden we op een wel heel originele manier gewekt. Rond 6 uur 's morgens vindt een of andere pierewaaier het namelijk nodig om de mensen op de plaatselijke markt met een gigantische speaker te entertainen. Dat hij daarmee ook onze dierbare nachtrust verknalt, kan hem gestolen worden. Geen erg, wij uit ons bed en op weg naar een zoveelste markt. De Vogeltjesmarkt in Antwerpen is niets vergeleken met deze bijeenkomst. De Ecuadoranen uit de Sierra dragen nog steeds hun traditionele kledij (hoe meer gouden halssnoeren, hoe rijker). Volgens familie en traditie dragen ze witte hemden, veelkleurige pacha's en hoeden van verschillend formaat. Een hapje eten bestellen op de lokale markten doe je beter niet. Onze magen zijn daar niet tegen bestand. We hebben zelfs nu al last van de dagelijkse kost.
Na een lange bekimming bereiken we de cabanas waar we de volgende nacht zullen doorbrengen. Eindelijk belanden we eens in een plaats waar van luxe geen sprake is. Als je avontuurlijk wil reizen, moet je toch ook geregeld eens in het gat van pluto, het hol van de leeuw, in the middle of nowhere of Jakamakka terechtkomen. En dit is zo'n plaatsje.
Nog voor het avondmaal (rijst met cavia! lekker!) dalen we af naar het kratermeer van Quilitoa. Het begint voorspelbaar te worden, maar ik weet wel zeker dat ik van mijn leven nog geen mooiere natuur heb gezien dan dit prachtig turkoois blauwe meer. Tijdens de afdaling moest het bij mij weer sneller gaan dan normaal en ik beland dan ook aan de verkeerde kant van het meer. Op het gevaar af als macho bekeken te worden, klauter ik ook de laatste tientallen meters naar beneden. Wat een beeld! Die twintig minuten alleen aan het water met uitzicht op de flanken van wat ooit een spuwende vuilkaan was, pakt niemand me meer af.
De weg terug naar boven laat ik net als Henk, Alexander, Stefanie en Pieter over aan een stel ezeltjes. De rest van de groep kraakt niet en doet de tocht terug naar boven op eigen benen.
In de cabanas slapen we met twaalven in een kamer (?) verdeeld over een aantal bedden die we tegen mekaar hebben gezet. Lekker gezellig samen en warm gehouden door een zelf gemaakt vuur. Henkie houdt het vuur aan de gang terwijl Carine zich te pletter zweet, Karen kreunt in haar slaap, Lexe als vanouds nog wat zever vertelt, Ruth nog wat sterke drank laat rondgaan en Wim zich terugtrekt in zijn iglotent. Fijne en gezellige avond is het, tenzij voor Henk. De arme man kruipt om het kwartier uit zijn bed om het vuur terug aan te wakkeren en wordt uiteindelijk, nadat hij even de slaap heeft gevat, door Ruth uit het bed gekegeld. Van armoede zoekt hij een ander bed op om daar toch nog enkele uurtjes te knorren.
Dag 10: Het Andesgebergte
Opnieuw staat er een stevige wandeling op het programma. De eerste kilometers zijn de hel voor mij. Ik begin op de duur de voor en nadelen van moderne ontstoppingsmiddelen met elkaar te vergelijken. Om maar te zeggen dat de diarree mijn oren uitkwam en niet alleen bij mij. Toch doorzetten. Na een wandeling van drie, vier uur door het Andes gebergte indrukwekkend!! bereiken we Latacunga, waar de locals een wel heel bijzondere variant op volleybal spelen. Ze spelen drie tegen drie, het net hangt minstens een meter hoger dan bij ons en de bal is keihard. Rare gozertjes toch, die Ecuadoranen.
De rest van de dag wordt ingenomen met de terugreis naar Quito, van waar we morgen vertrekken naar de kust. Op die terugweg begint bij sommigen de vermoeidheid wat door te wegen en de eerste kleine irritaties zijn niet ver weg meer. Normaal ook. Ik vind het sowieso al bijzonder dat we met zijn twaalven zo goed functioneren zonder echt ambras of erger mee te maken. Langs de andere kant is er, in tegenstelling tot wat vaak gebeurt op reis, ook weinig of geen sprake van romances of grote verliefdheden. Al verandert dit misschien later tijdens de reis, het blijft allemaal heel collegiaal, maar aftastend. Het wederzijds respect voor mekaar is groot, waardoor echte confrontaties uitblijven. Zien wat de kust brengt.
DAG 11: Highway to hell
Dag 11 van onze reis naar Ecuador zal voor velen een dag geweest zijn die ze zich altijd zullen herinneren. Ik kan de manier waarop ik me toen zelf voelde niet beter weergeven dan zoals beschreven in de mail die ik later stuurde van aan de kust:
---
E-mail vanuit Attacames
Een iets minder luchtige mail (en geen gezever):
we zitten vast aan de kust
maandag vertrokken we vanuit Rio Bamba om normaal s avonds aan te komen in attacames. Het is totaal anders uitgelopen. Vanwege een politiek conflict rond het kanton Esmeraldas (de bevolking ervan wil er een provincie van maken)zijn er op alle wegen en in alle dorpen barricades opgetrokken. Onze reisleidster is echt wel een vrouw met panache en zij wou er toch voor gaan om proberen de kust te bereiken. En dan ging het kort samengevat als volgt: enkele kilometers vanachter op een pick up, tegengehouden worden, mensen die ons voorspellen dat we zullen overvallen worden en na vijven zelfs erger zouden meemaken, weer wat verder rijden, te voet door een krottenwijk, waar de arme mensen die rijke gringo's aanstaren alsof ze van Pluto komen, weer eem pick up, de politie omkopen en een escorte vragen wegens echt wel gevaarlijk enz, op zulke momenten besef je pas wat de kracht en de macht van Amerika en zijn dollar is, zonder dollars zaten we nu nog vast in een of ander gehucht in de middle of nowhere, omringd door locals, boerem en militairen, overal zie je militairen.
Uiteindelijk bereiken we toch Quindide waar we kunnen overnachten. Logischerwijs vliegt iedereen na zo'n dag in den alcool en wordt het eigenaardig genoeg nog een geweldige avond. Op een bepaald moment stonden we zelfs buiten in de regen te dansen met militairen rondom ons, waarmee ook meteen duidelijk wordt dat die mannen totaal niet agressief of zo doen. Het lijkt wel of ze gewoon deel uitmaken van het straatbeeld, we kijken al niet meer op als we mannen met wapens voorbij lopen.
Na een tweede dag voorbij in brand gestoken banden, wegversperringen, kapotte auto s in het midden van de weg te zijn gereden, hebben we uiteindelijk de kust bereikt. Blijkt echter dat we met ons twaalven zowat de enige toeristen in heel dit gebied zijn, al heeft ons dat gisteren niet belet om in een strandhut een cocktailfeesje te houden. Het is echt niet zo dat we ons onveilig of bedreigd voelen. De mensen zijn hier heel joviaal en menen het goed met ons. Het probleem is gewoon dat de president niet wil tegeñoet komen aan de wensen van de bevolking van Esmeraldas. En zolang dat niet gebeurd zullen ze de hele boel blijven platleggen.
Maar wij blijven ons amuseren. De sfeer wordt alsmaar beter en er is nog geen moment van verveling geweest.
Morgen probeert onze gids een uitweg te zoeken door eventueel pér boot naar een andere provincie te reizen en als dat niet lukt, tja , dan blijven we hier maar.
Om maar te zeggen dat als ik de vijfde augustus niet kom werken, ik nog altijd in attacames zit.
Voila, ik wou dit verhaal wel effe kwijt, een beetje spanning is altijd welkom, maar het is goe het ne keer van u af te schrijven.
Tot de volgende,
Salukes
Roan
---
En dan zwijg ik in de mail nog over sommige van onze chauffeurs en de modderstromen! Een Ecuadoraan, een stuur en gaspedalen is een combinatie die nooit zal werken. Jezus Christus! Ik ben niet gelovig maar ik heb meer dan een keer tot moeder Maria gebeden om te vragen dat ze die bus alstublieft op de weg zou willen houden. Goed of slecht weer, licht of donker, verkeer of geen verkeer, rechtdoor of een blinde bocht, één devies: gas geven! En vooral niet veilig rijden. Da's voor mietjes! En ondertussen spelen ze dan van die hoempapamuziek op de bus of salsa. Om gek van te worden.
Wat me ook altijd zal bijblijven is het matchke voetbal dat ik samen met Alexander en een aantal Ecuadoranen heb gespeeld terwijl we worden opgehouden. Zij voetballen op regenbotten, wij op bergschoenen, de bal is plat en de goals bestaan uit stenen, maar niemand die erom geeft. Plezier maken we. Tot opeens een van die boefkes het spel stillegt en van ons een dollar eist voor we verder mogen meedoen. Na wat over en weer gezever liggen ze in een deuk van het lachen en mogen we opnieuw gratis mee voetballen. De sloebers! En toch zo vriendelijk en joviaal blijven! Wij komen daar als rijke stinkerds voorbij honderden meters krottenwijken en die mannen doen ons niets? Ik snap het niet. Ze blijven lachen; ongelooflijk.
En wat gezegd van Limbert? Dit kleine ventje (hij was een jaar of acht), dat zingt als Tom Waits en de smile heeft van Jack Nicholson, leidt ons samen met zijn zusje doorheen enkele gevaarlijke barricades. 's Avonds zien we hem terug in Quininde en poetst hij onze schoenen. Wat graag geven we hem de royale fooi.
In Quininde beleven we de avond van ons leven.Wat aanvankelijk slecht lijkt af te lopen (vooral aan dat politiekantoor), wordt uiteindelijk nog een historisch feestje. Fausto die ons de salsa leert, Stefanie en Karen die zich laten leiden door Latino's, de een al wat meer macho dan de andere, Stijn die een wonderbaarlijk (ahum) stukje muziek ten berde brengt (teveel pilsener zeker?), eigenlijk gewoon gans de groep die om het op zijn Henks te zeggen, SPONTAAN een feestje bouwt. En wat dan gezegd van onzen Alexander? Zijn roots liggen in Guatemala en dat wordt al snel duidelijk. Als een volleerde Latino springt, danst en lult hij de ganse avond met Fausto en zijn amigo's. Alleen al fantastisch om ze bezig te zien. De moppen die we nadien in ons bed nog tegen mekaar uitkramen, lijken voor ons ontzettend grappig, maar blijken achteraf volgens Stijn en Henk ronduit slecht. Waarvoor onze excuses. Op naar 't zeetje!
DAG 12: De Costa!
Na twee dagen bereiken we uiteindelijk toch de kust. En opnieuw zien we een groot contrast. De mensen aan de kust lijken uiterlijk totaal niet op hun landgenoten uit het Andesgebergte. Je waant je hier eerder in Zimbabwe dan in Ecuador. De mensen zijn donkerder van huid en meer uitgelaten. Ze kennen minder het harde leven van in de bergen en zijn vrolijker gestemd.
De stranden zien er geweldig uit, maar liggen er verlaten bij. Er zijn weinig of geen toeristen. De meeste strandbars blijven dan ook dicht. Een klein beetje een afknapper, vooral omdat we zoveel moeite gedaan hebben om de kust te bereiken. Geen getreur, met ons twaalf wat coktails besteld, de hangmatten uitgeprobeerd en gedronken en gelachen. 's Nachts gaan we nog een slaapmutsje drinken op het strand en duiken we nog eens de zee in. Heerlijk!
DAG 13: Vamos a la playa
Rustig dagje lijkt het te worden. Er lopen wat katers rond, maar verder lijkt er niets aan de hand. Tot Henk terugkomt van een uurtje lopen langs het strand. Hij schreeuwt het uit van de pijn. Een bezoek aan het hospitaal leert dat hij gebeten is door een vrij giftig soort vis. Een injectie en enkele uren later is hij weer de oude.
Die middag blijft het bij rusten op het strand, voetballen op het strand, volleyballen op het strand, drinken op het strand, bij het vuur zitten op het strand en slapen op het strand. Rond een uur of drie 's nachts kots ik van het strand en ga ik slapen.
Die nacht denk ik nog na over het gesprek met Carine, enkele uren eerder in de hangmatten. Straffe madam; maar waarom zo gestresseerd? Hopelijk hebben we allemaal wat bijgeleerd van die Ecuadoranen. Problemen met de overheid? Gewoon de boel platleggen en niets meer doen. Gelijk hebben ze! Gebeurt het vandaag niet, dan misschien morgen. Super! Vent toch, we zijn hier toch niet op de wereld gezet om ons dood te werken, maar wel om interessante reizen mee te maken zoals deze.
Karen en Alexander groeten hun amigo's van de cocktailbar en tot zover de kust. We'll be back!!
DAG 14: De Mangroven
Dag 14 wordt opnieuw een reisdag, maar wel een met veel afwisseling. De pick-ups en bussen kennen we al, maar vanuit Tola varen we verder met een vissersbootje. Hoewel ik zelf wel een nachtje in Tola zou willen blijven (het lijkt wel een stadje uit de Far West), reizen we dus per boot verder naar San Lorenzo. Onderweg kunnen we genieten van de prachtige mangrovewouden. Al lijken die wouden wel heel veel op elkaar. Na een uur ligt dan ook iedereen te maffen.
San Lorenzo is weer een totaal andere plaats dan bijvoorbeeld Tola. Je ziet er veel meer groen, de bevolking is nog zwarter, er heerst meer ambiance (wij passeren pleintjes waar men volley- en basketbal speelt) en ons hotel is geen primitieve cabanas maar een luxehotel, in mijn ogen toch. Spijtig genoeg moeten we vanwege de stakingen 's nachts terug uit ons bed om de bus te nemen, zodat er weinig tijd rest om het stadje nog te verkennen. We hebben dan maar extra genoten van ons avondmaal dat bestond uit gefrituurde scampi's en frieten.
DAG 15 & 16: Otavalo
Hier aangekomen, is de rust volledig teruggekeerd. Vanaf Otavalo hebben we geen problemen meer gehad wat de stakingen betreft. Met toeristen daarentegen! Neen, problemen hebben we er niet mee gehad, maar het doet toch op zijn minst heel raar (eigenlijk vond ik het maar niks) om in Ecuador, nadat je een week lang een soort E.T bent geweest, opeens tientallen mensen Nederlands, Duits en Engels te horen praten. Nou, nou, doe mij maar 'n cooolaaaaatje en vor mefrouw een juss d'orange asjeblief.
In Otavalo staat dan ook de grootste en meest toeristische markt van gans Ecuador. Je kan er de meeste Zuid-Amerikaanse spullen kopen, gaande van hangmatten tot pacha's en panamahoeden, van kettinkjes en ringen tot ceinturen, asbakken en pijpjes. Eerst heb je zoiets van 'Aan die koopwoede doe ik van mijn leven niet mee!' om vervolgens een dollar of honderd erdoor te jagen. De kampioen van het shoppen is volgens mij toch Stefanie geworden. Als ik het me nog goed herinner kocht ze drie hangmatten, twee sjaals, een pacha, een schaakbord, twee pijpkes, twee asbakjes, enkele kettinkjes, enz. Voor het overige een fantastisch, lieve meid, maar leen daar je Visakaart eens aan uit!
We zijn uiteraard niet alleen gaan shoppen in Otavalo. We hebben enkele lekkere restaurantjes gedaan, een karaoke (Starring Sexy Lexie) en een dancing. Dansen op grote hoogte is mij dunkt ook niet evident.
Net als deze tekst zat in Otavalo de groep wel een beetje in een dipje. Het besef begon door te dringen dat de reis begon te korten, en dat zorgde voor wat blues.
DAG 17: On a dark little highway
Opnieuw een overgangsdag om van Otavalo, via Quito, naar de jungle te trekken. Maar zelfs elke busreis is in Ecuador een belevenis. Sowieso door de natuur die je door het raam ziet, maar evenzeer door die knotsgekke chauffeurs.
DAG 18 21: In the jungle, the mighty jungle
De vier dagen in de jungle zijn van begin tot eind onvergetelijk: National Geographic meets Temptation Island. Hoewel we er een reis van 14 uur hebben opzitten, is iedereen nog oprecht enthousiast bij het eerste boottochtje door de jungle. Je kent het alleen vanop tv (Tarzan inderdaad) en nu vaar je er zelf door. Gelukkig blijkt al snel dat zowel slangen als krokodillen (heb ik een echte fobie voor) op afstand blijven en we hebben de tijd om de prachtige natuur te bewonderen. En niet alleen dat. We hebben wat geluk met het spotten van dieren. Op onze tochten zien we onder andere de volgende dieren: apen, toekans, een luiaard, een anaconda, een tarantula (die hing boven een van onze hangmatten, whoehaaaa!), reuzenmieren (indrukwekkend om te zien hoe die beesten hun nest bouwen), en nog zoveel meer exotische vogels en 1 kaaiman. 's Avonds duiken we zowaar het water in om een paar lengtes te zwemmen. Volgens onze gids in de jungle zijn agressieve piranha's of kaaimannen fabeltjes. Enkel wanneer er bloed aan je lijf hangt, zijn ze geneigd je aan te vallen. Voor de rest zijn dat wreed brave beestjes! Een dag later zwemmen we zelfs op enkele tientallen meters van dolfijnen. Stel het je voor. Je zwemt in het midden van de jungle, onder een stralende zon, in water waar zowel piranha's, anaconda's als kaaimannen ronddobberen. Mag ik hier even (ik had dat wel meer, maar kom) kinderlijk enthousiast over doen en met een gerust hart toegeven dat je je echt even Tarzan waant?
Ook romantische momenten zijn in zo'n omgeving niet ver weg. Tweemaal zijn we in alle stilte in ons bootje de zonsondergang gaan bekijken, om vervolgens buiten te eten, wat na te praten in de hangmatten en te gaan slapen onder muskietnetten. Ik heb het toen tegen Karen, Ruth en Stefanie gezegd en ik blijf erbij. Mijn huwelijksnacht vier ik op het plaatsje waar we die drie nachten hebben doorgebracht.
De jungletour was dan ook het perfecte slot van een avontuurlijke en heel interessante reis.
Dag 22: Party
Dag 22 bestond voornamelijk nog uit het obligate afscheidsfeestje en toen was het over. Gedaan. Al gaan we zeker terug. Is het niet naar Ecuador, dan toch naar een ander Zuid-Amerikaans land. Ciao.
(RD)