Jean-C. Denis tekent strip van het jaar
"Die angst voor het witte blad ken ik maar al te goed"
Jazeker, de strip van het jaar komt weer uit de collectie Vrije Vlucht van Dupuis. Die maanden in Amélie is het wonderbaarlijk geconstrueerde verhaal van een mislukte schrijver die via een vergeten boek en een reis door Frankrijk zichzelf terugvindt en zijn midlife crisis overwint.Auteur van dit meesterlijke beeldverhaal is de 51-jarige Fransman Jean-C. Denis. Hij kwam zijn boek voorstellen in het stripmuseum in Brussel, en je kent ons: als ergens flessen ontkurkt worden, zijn wij ook van de partij.
GUIDO: De gebeurtenissen in Die maanden in Amélie vertrekken vanuit schrijver Aloys Clarks angst voor het witte blad.
Denis: Alle mensen die creatief bezig zijn, worden daar vroeg of laat mee geconfronteerd. Zelf heb ik er last van telkens als een boek is afgewerkt en ik aan het volgende moet beginnen. Dat gevoel ken ik maar al te goed.
GUIDO: Maar die angst voor het witte blad gaat niet zover dat ze terugkomt bij elke nieuwe pagina?
Denis: (lacht) Gelukkig niet. Als ik een strip maak, ga ik tewerk als een lezer: ik ontdek het verhaal pagina per pagina. Ik fantaseer wat er verder gebeurt, en hop: we zijn weer vertrokken voor een pagina. Ik ga 's avonds slapen, droom een beetje, het verhaal schrijft zichzelf, en 's morgens werk ik verder. Ach, 't is een beetje een karikatuur van het schrijverschap geworden, die angst voor het witte blad. Ik vond het wel leuk om in dit verhaal de schrijver die angst te laten overwinnen door hem een onbekend boek toe te spelen dat hij wil plagiëren. Maar gaandeweg laat hij zich meer inspireren door het geografisch parcours dat hij aflegt dan door het boek zelf.
GUIDO: Is je dat ook al overkomen, dat je letterlijk in de voetstappen treedt van een personage uit een boek?
Denis: O ja, meer dan eens zelfs. Voor een vorig album ben ik naar Tahiti geweest. Je weet dat de schilder Gauguin daar verschillende jaren heeft gewoond, en daar heb ik wel aan gedacht toen ik daar was. Ik had zin om de plaatsen te bezoeken waar hij woonde, waar hij was geweest... Maar goed, ik ben een heel slechte detective, dus uiteindelijk heb ik daar gewoon maar wat rondgelummeld zoals iedereen... (lacht)
GUIDO: Maar de reis uit Die maanden in Amélie heb je wel zelf uitgeprobeerd, veronderstel ik?
Denis: Ha ja, uiteraard.
GUIDO: En heb je op locatie aan de verschillende hoofdstukken gewerkt?
Denis: Inderdaad. Zo zijn er ook dingen in het verhaal terechtgekomen die rechtstreeks voortvloeiden uit mijn indrukken en ervaringen op die verschillende plaatsen. Neem nu die zwarte silhouetten langs de kant van de weg, die anonieme verkeersslachtoffers voorstellen. Ik had dat nog nooit gezien. Zonder ter plaatse te gaan, had ik die nooit in het verhaal gebruikt. De strip is de Eerste Kunst
GUIDO: Parallel met je strip heb je een roman geschreven met hetzelfde verhaal. Waarom?
Denis: Op de laatste pagina van de strip laat ik het hoofdpersonage zijn manuscript geven aan Marianne. Nu had ik wel zin om te weten wat er in dat manuscript stond, dus heb ik besloten verder te schrijven. De roman heb ik geschreven nadat het scenario af was, nog voor ik de tekeningen van de strip maakte.
GUIDO: Een andere mogelijkheid was geweest dat je zelf het boek schreef dat Clark wou plagiëren...
Denis: Ik heb dat nog overwogen, maar uiteindelijk had ik toch liever dat dat boek een mysterie bleef. Nu kan je je er nog vanalles bij voorstellen, het blijft een open boek. In de roman geef ik er wel stukjes uit, waarin ik dan een zwaardere, ouderwetse stijl hanteer. Dat was wel amusant, die stijlwisselingen.
GUIDO: Nu is er één probleem: er bestaat geen Nederlandse vertaling van de romanversie van Die maanden in Amélie. Kunnen we nu wel 100% genieten van de strip?
Denis: Het was in de eerste plaats de bedoeling er een strip van te maken, het romanidee is pas later gekomen. Dus daar zit je wel goed. De roman geeft gewoon een andere visie op het verhaal, als aanvulling. Hetzelfde verhaal vanuit een andere invalshoek. Wie daarnaar op zoek is, zal zeker iets missen, ja...
GUIDO: Die crossover tussen strip en roman rakelt een aloude discussie op: zijn strips literatuur?
Denis: Ik heb daar een duidelijke kijk op: voor mij is het beeldverhaal de oudste kunstvorm die er is. Egyptische hiërogliefen, dat zijn strips. Tekens gebruiken als symbolen, dat is exact wat wij striptekenaars doen. Op die manier is de strip de oorsprong, waaruit later de andere kunsten zijn ontstaan. De strip is niet de Negende Kunst, de strip is de Eerste Kunst!
Herbert De Paepe