Vrouwtjes met touwtjes: Katrijn is Europees kampioen ropeskipping
Katrijn Van Veldhoven staat met haar Merksemse ropeskippingclub
Hipe Skip aan de Europese top. De derdejaarsstudente farmacie aan de
Universiteit Antwerpen geraakte op haar twaalfde verstrengeld tussen de touwtjes en besteedt nu elk vrij moment aan haar hobby. Een introductie tot het ropeskipping.
GUIDO: Is ropeskipping populair in België?
Katrijn: De sport wordt steeds bekender, vooral in Vlaanderen. Er zijn hier ongeveer dertig clubs, zowel competitieve als recreatieve. Ik ben er eigenlijk pas op late leeftijd mee begonnen. Ik was uitgekeken op jazzdans en turnen, en via een demopresentatie was ik meteen verkocht aan het 'touwtjespringen'.
GUIDO: Welke verschillende disciplines zijn er?
Katrijn: Ropeskipping kan individueel zijn, of in teamverband. Bij de individuele oefeningen gaat het om uithouding, snelheid, kracht en freestyle. Bij die laatste ben je als groep vrij om op muziek oefeningen en trucs te combineren. Bij de teamkampioenschappen zijn er twee snelheidsproeven en vier freestyles. Elke freestyle met een verschillend aantal personen duurt maximum 1,15 minuut. Zo heb je de 'double dutch': vier personen waarvan er altijd twee samen in de touwen springen. Of een proef met drie personen waarbij elke persoon trucjes uitvoert. Dan heb je nog de demo waarbij een groep een show geeft van ongeveer acht minuten. De jury oordeelt op basis van de creativiteits- en moeilijkheidsgraad.
GUIDO: Hoeveel uur train je per week? Hoe combineer je het met je studies?
Katrijn: Ik train bijna zes uur per week en ik geef nog eens twee uur les. Hierbij komen vaak nog extra trainingen of speciale kampen. Ik moet er dikwijls andere dingen voor opgeven, maar de sport geeft me zoveel voldoening dat ik het niet zou kunnen missen. Mijn leven staat in het teken van mijn sport, al heb ik het er sommige momenten wel eens moeilijk mee.
GUIDO: Wat is jouw specialiteit in ropeskipping?
Katrijn: De disciplines snelheid en uithouding liggen me wel. Zo is er bij de individuele masterkampioenschappen een proef waarbij je drie minuten krijgt om zoveel mogelijk te springen. Mijn rechtervoet kwam 425 keer van de grond, geen slechte prestatie. Ik eindigde op de twaalfde plaats in heel België. In team vind ik de 'double dutch'-proeven leuker dan de 'single rope'-freestyles.
GUIDO: Vertel eens hoe je ploeg Europees Kampioen werd.
Katrijn: Je traint een heel jaar met je team naar een selectiewedstrijd toe, en de eerste twaalf teams mogen daar verder naar het Belgische kampioenschap. We doorstonden die wedstrijd met glans en behaalden de gouden medaille. Dit deden we nog eens over in Veldhoven op het Europees kampioenschap. Na een jaar van zéér hard trainen was dit de kers op de taart, een droom die uitkwam. Nu dromen we natuurlijk verder: dit jaar vindt het wereldkampioenschap plaats in Zuid-Afrika. We mogen ons verwachten aan sterke concurrenten uit Hongarije, Amerika en Japan.
GUIDO: Kan de sport gevaarlijk zijn?
Katrijn: Nee, gevaarlijk zou ik het niet noemen. Het is zeker geen risicosport, maar er komen wel geregeld blessures voor. Het is natuurlijk erg belastend voor de knieën. De snelheidsproeven worden trouwens uitgevoerd met ijzeren touwen, omdat die vlotter draaien. Nadien zien we er wel eens uit alsof we wat zweepslagen hebben gekregen, maar die korte pijn nemen we erbij!
(MT)
De prestaties van Katrijn en haar Hipe Skip ropeskipping club zijn te zien op YouTube.