Koen De Bouw: "Ik gooide een kip in het examenlokaal, en Filip Peeters beet er levend de kop af."
De uit één brok graniet gehouwen acteur Koen De Bouw (38) is al jaren niet meer van het kleine en grote scherm weg te branden. Hij schitterde onlangs nog in de Vlaamse film Science Fiction, en deze winter speelt hij samen met Tine Reymer de hoofdrol in Sedes en Belli, een nieuwe detectivereeks op TV1. Noem het een soort Merlina voor volwassenen, met actie die zich voornamelijk afspeelt in de haven van Oostende.
Wij plukten Koen "Sedes" De Bouw even weg van de set en peilden naar zijn studentenjaren. Koen volgde tussen 1982 en 1986 Studio Herman Teirlinck in Antwerpen. "Eén groot experiment," herinnert hij zich, "maar ik kijk er met veel genoegen op terug." De pretlichtjes in zijn donkere ogen gaan branden, en Koen voelt zich weer even 20 jaar...
GUIDO: Eén groot experiment?
De Bouw: Ik zal je een voorbeeldje geven. Mijn beste vriend op de Studio was Filip Peeters. Die moest een dieroefening doen op het examen. Hij speelde een leeuw, en we hadden afgesproken dat ik een levende kip in het examenlokaal zou gooien. Wat deed Filip? Hij beet die kip levend en wel de kop af! (lacht)
GUIDO: Ozzy Osbourne!
De Bouw: (komt niet meer bij) Ja! Nu gebeurt er wel één en ander op zo'n theaterschool, maar op het incident met de kip werd toch wel hevig gereageerd.
Volle week récup
GUIDO: Was je een fuifnummer?
De Bouw: Ach nee, ik probeerde mijn studies ook een beetje te financieren, en dat betekende dat ik na school nog het café introk om te gaan werken. Van fuiven of feesten kwam er dus sowieso niet veel meer in huis. Ik werkte in een studentencafé in de Kleine Pieter Potstraat.
GUIDO: Je personage Sedes worstelt met een alcoholprobleem. Misschien heb je voor die rol nog wat aan je studententijd?
De Bouw: Tja, qua alcoholmisbruik zie je wel wat in zo'n café. Maar over het algemeen kan ik nu veel minder kan verzetten dan vroeger. Ik heb ondertussen ook kinderen, en als vrienden eens blijven hangen tot 2 uur dan vind ik dat al een ramp, want 's morgens om 7 uur staan die kinderen daar. En de récup duurt ook langer. Vroeger was er geen récup voorzien, dat was ook niet nodig, maar nu moet ik toch een week uittrekken om te bekomen. (lacht)
Ongeval in kerncentrale
GUIDO: Heb je nog andere studentenjobs gedaan?
De Bouw: Yep, in de kerncentrale in Mol, bij de kuisploeg. We maakten toen de laboratoria en onderzoekshallen schoon. Dat was niet slecht betaald, maar achteraf gezien zou ik dat nooit meer doen, want zo'n risicopremie krijg je natuurlijk niet zomaar. We waren bezig met licht radioactief materiaal, en er heeft zich ook nog een farce voorgedaan...
GUIDO: Vertel!
De Bouw: De schoorsteenpijp van de oven van het licht nucleair afval moest schoongemaakt worden, een grote pijp in inox. Daarvoor lieten ze iemand uit Charleroi komen, en ik moest de ladder vasthouden waarop die man klom. Maar zonder te beseffen dat er in de schoorsteen werd gewerkt, stak iemand die oven aan, er kwam een roetwolk vrij, en die vent is afgevoerd. Ik heb er verder niets meer over gehoord, maar dat leek me toch niet echt gezond... Maar goed, mijn studentenjobs waren niet allemaal zo spectaculair hoor. Ik heb nog kapstokken uit elkaar gehaald in de C&A, een pompstation opengehouden, karretjes bij mekaar gereden in de Grand Bazar, dat soort dingen.
Burgemeester van studentenstad
GUIDO: Hoe sta je tegenover studentenclubs en -folklore?
De Bouw: Ik ben erg te vinden voor alles wat met ritus en rituelen te maken heeft, en in die zin vind ik cantussen en dopen heel positief. Bovendien vormen de studenten toch echt wel een aparte gemeenschap binnen een stad, en ik vind dat die gemeenschap z'n eigen wetten, regels en een soort van burgemeester mag hebben, met z'n eigen decoraties en riten. Ik kan me dat perfect inbeelden.
GUIDO: Maar heb je eraan deelgenomen?
De Bouw: Nee, we hadden dat eigenlijk niet bij ons op school. Het vak dat wij studeerden was op zich al één grote ritus, verkleedpartij en maskerade, dus we hadden dat 's avonds niet meer nodig.
Herbert De Paepe