The Fellowship of the Ring : Orks in de metro
De extatische fanboys op het Internet hebben niet overdreven: The Fellowship of the Ring, het eerste deel in de Lord of the Rings-trilogie van Peter Jackson, is een ongelooflijke filmervaring die je met open mond ondergaat. De zwartgallige fantasywereld van Tolkien wordt door de Nieuw-Zeelandse regisseur op een dermate krachtige manier tot leven gebracht dat je er vanaf de eerste seconde volledig in wordt opgenomen. Je verzwelgt in een volstrekt overtuigend en geloofwaardig universum dat je drie uur later weer uitspuwt en uitgeput en wezenloos achterlaat, in de wetenschap dat je net een film hebt gezien die de geschiedenis zal ingaan als een mijlpaal, als een onvervalste klassieker.
Om maar iets te zeggen: toen we buitenkwamen, nog helemaal in de ban van - euh - de Ring, was het nogal mistig en donderde net met een diep gerommel een metrostel onder onze voeten voorbij. Instinctief dachten we een fractie van een seconde lang dat een leger Orks uit de mist zou opdoemen. Zó diep gaat The Fellowship of the Ring.
Het verhaal zou iedereen al jaren moeten kennen. Er valt een schaduw over Midden-Aarde: Sauron, de duistere heerser van Mordor, is verrezen en stuurt zijn zwarte dienaren uit om zijn Ring van de Macht te gaan zoeken. Die is in het bezit van Frodo, een kleine Hobbit die met de hulp van acht gezellen op queeste gaat om de Ring te vernietigen, de enige manier om de wereld te behoeden voor de definitieve ondergang.
Visueel is The Fellowship of the Ring adembenemend. Weidse Nieuw-Zeelandse panorama's worden naadloos geïntegreerd in een apokalyptische fantasiewereld vol nooit geziene special effects. De passage in de mijnen van Moria kan bijvoorbeeld nu al de annalen in als misschien wel de meest spectaculaire filmsequens ooit (die cave-troll! die balrog!) Groot, groter, grootst, maar dan met een hart en gedragen door échte personages vol heroïek, twijfel, angst en kracht. The Fellowship of the Ring is een droom van een epos, een schoolvoorbeeld voor al wie spektakel wil rijmen met intelligentie en diepgang. En dit is nog maar het begin, want er komen nog twee delen, en aangezien we het boek al hebben gelezen weten we dat die alleen maar nóg adembenemender kunnen worden.
Ook de acteurs beseffen dat ze filmgeschiedenis aan het schrijven zijn. Eliah Wood (Frodo) kijkt misschien net iets te veel met zijn beverige reeënoogjes in de camera, maar Ian McKellen is onvergetelijk als de grijze tovenaar Gandalf, en de dwerg Gimli - ook in het boek al onze favoriet - is helemaal zijn knorrige zelf dankzij John Rhys-Davies.
Is The Fellowship of the Ring de beste film aller tijden? Tuurlijk niet. Maar is het de beste film van 2001 én een avonturenprent die in het onsterfelijke klassiekersrijtje Star Wars - E.T. - Indiana Jones - Titanic thuishoort? Wis en zeker!
(JC)