Image
15/02/2004

Bernard Foccroulle, algemeen directeur De Munt

Als directeur van De Munt is de Luikse orgelspeler Bernard Foccroulle (°1953) even bevlogen als zijn voorganger Gerard Mortier.


De opera redden van de commercialisering ziet Foccroulle als zijn hoofdtaak, maar daarnaast leidt hij wel een bedrijf met 500 personeelsleden en voor iedere productie een reeks losse medewerkers.

GUIDO: Hoe komt een muzikant/artiest erbij manager te worden, het artistieke op te geven voor het organisatorische?

Foccroulle: Ik was altijd al een muzikant die zicht hield op de maatschappelijke omgeving, op de relatie met het publiek bijvoorbeeld. Ik ben een aantal jaren voorzitter geweest van de Franstalige afdeling van Jeugd en Muziek en heb mee het Ars Musica Festival opgestart. Ik heb wel nooit gedacht operadirecteur te worden. Ik heb Gerard Mortier goed gekend en zijn hele traject in De Munt gevolgd. Ik heb aan diverse producties meegewerkt, als muzikant of assistent, maar nooit was het mijn ambitie op Mortier op te volgen. Hij heeft me in maart 1989 gevraagd daarover na te denken. Kort nadien heeft hij dan von Karajan opgevolgd in Salzburg en moest ik het besluit nemen of ik zou kandideren. Ik heb toen een aantal dingen moeten laten vallen, zoals het geven van muziekonderwijs, of reduceren, zoals mijn loopbaan als orgelspeler.

Weinig managementervaring

GUIDO: Waarom hebt u ja gezegd?

Foccroulle: Voor mij is dit een stap, een periode, geen promotie. Ik beschouw me als een artiest met een specifieke functie binnen deze kunstinstelling. De kunst staat centraal. Ik weet dat het financieel evenwicht een fundamentele prioriteit is. Ik weet dat het sociale aspect zeer belangrijk is, dat het personeel het kapitaal van deze instelling is. Ik weet dat communicatie moet. Maar als we hier zijn, is het voor de kunst. Ik heb een persoonlijke visie op kunst, op opera. Ik voel de nood de opera te beschermen tegen commercialisering. Ik ben hier gekomen om die specifieke visie op kunst te verdedigen, voor meer creativiteit, voor meer openheid naar een breder publiek.

GUIDO: En slaagt u daarin?

Foccroulle: Er zijn vele manieren om operadirecteur te zijn. Ik ben altijd een ploegspeler geweest. Ik ben geen jurist, geen financieel specialist, ik had weinig managementervaring. Maar ofwel waren hier mensen die dat konden, ofwel heb ik ze aangetrokken. Opera is altijd ploegwerk: dirigent, regisseur, decorbouwer, solisten, muzikanten... Ze moeten samenwerken. Hetzelfde geldt voor het management van een operahuis. Eén persoon kan niet alles. Ik zie mezelf als degene die visie moet bieden, de piloot, niet degene die alles tot in detail beslist.

GUIDO: Is het mogelijk culturele waarden en economische noodwendigheden te verenigen?

Foccroulle: Dat is een fundamentele vraag vandaag. Je moet je financiële zekerheid uitbouwen, zonder in te gaan tegen het artistieke. Ik zal voorbeelden geven. Vandaag hebben we het voordeel dat De Munt vaak volledig uitverkocht is. Daarom proberen we het aantal voorstellingen op te trekken, om zo meer publiek aan te trekken. Zo legitimeren we ook de subsidies die we van de overheid krijgen. Bovendien verhuren we ieder jaar diverse producties, of trekken ermee naar het buitenland. Dat is een belangrijke bron van inkomsten voor De Munt. Ik wil ons publiek niet zien als klanten. In de wereld zijn er twee modellen: cultuurconsumptie of cultuurparticipatie. Ik ben radicaal voor participatie. De toeschouwers zijn een deel van de voorstelling. Zij krijgen iets, maar ze brengen ook iets in. Bij cultuurconsumptie consumeer je iets, je betaalt en gedaan. Ik wil iedereen zien als partner: abonnees, losse verkoop, jongeren, en de kansarmen waarvoor we dingen organiseren. Kunst wordt nu geïnstrumentaliseerd om geld te verdienen. Kunst wordt een manier om geld te verdienen. Hier vinden we dat geld nodig is, maar enkel als middel. De Munt is een instelling met een specifieke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Geen enkel groot bedrijf kan zich permitteren enkel haar product aan te bieden, er is altijd een maatschappelijke rol verbonden aan de hoofdopdracht. Wij nemen bijvoorbeeld veel verantwoordelijkheid op naar het onderwijs, via ons educatief departement. Ook proberen we ons publiek te verbreden, minder elitair te zijn.

Geen carrièreplan

GUIDO: U zou duidelijk geen manager kunnen zijn van om het even welk bedrijf?

Foccroulle: Da's niets voor mij. Ik heb wel veel respect voor managers. Veel grote bedrijven sponsoren De Munt, ik ken veel managers heel goed en dat zijn interessante personen. Maar het is mijn loopbaan niet.

GUIDO: Hebt u een carrièreplan?

Foccroulle: Neen. Tot 1989 had ik er nooit aan gedacht manager te worden. Toen heb ik me wel twee jaar kunnen voorbereiden. Talen leren, het huis beter leren kennen, opera beter leren kennen. Veel heb ik op het terrein geleerd. Nu ben ik vice-voorzitter van Opera Europa, een Europees netwerk van operahuizen. Dat is een fantastisch middel om collega's te leren kennen, om ervaringen uit te wisselen, om nieuwe methoden te leren. Tijdens onze laatste vergadering in Madrid hebben we over nevenrechten gediscussieerd. Hoe kunnen we de opera aanpassen aan internet, aan dvd's...? Onze volgende vergadering in Kopenhagen is een studiedag over de bouw van nieuwe operahuizen of de restauratie van bestaande.

Thuis uitnodigen

GUIDO: Een opera werkt met heel veel losse medewerkers. Hoe moeilijk is het om dat te organiseren?

Foccroulle: We hebben een 500-tal mensen in vaste dienst, muzikanten en koor inbegrepen, maar geen solisten of choreografen. Voor de vaste mensen hebben we een human resources management, met bijvoorbeeld veel aandacht voor vorming. Prioritair is ook decentralisatie, het geven van meer autonomie. We zijn gestart met 'management by objectives', op directieniveau, om het geleidelijk overal te implementeren. Dat zijn allemaal specifieke middelen om het personeel te valoriseren en te erkennen. Zo kan je niet werken met solisten. Toch proberen we ook voor hen een familiegevoel te creëren gedurende de drie maanden dat ze hier werken. Daarvoor hebben we een aantal middelen, enkele tradities. Zo nodig ik bij iedere productie die mensen bij mij thuis uit. Dat wordt sterk geapprecieerd, mensen van over de hele wereld kunnen zo een ploeg vormen. Daarover gaat het, een ploeg. Talenten laten samenwerken, niet zomaar optellen.

GUIDO: Hoe ziet uw toekomst eruit?

Foccroulle: Mijn derde mandaat startte op 1 januari, voor zes jaar. Specifiek voor opera is dat tegelijk diverse termijnen lopen. Ik moet werken aan problemen van vandaag of volgende week. Maar ik moet nu ook de programmatie van volgend seizoen afwerken én ik sta al ver met de programmatie van het seizoen nadien. Daarnaast werk ik aan meerjarenprojecten, zoals een grote concertzaal, waar Brussel nood aan heeft. Dat maakt het dagelijkse leven heel boeiend, maar ook moeilijk, omdat verschillende doelstellingen tegenstrijdig kunnen zijn.

GUIDO: En wat na De Munt?

Foccroulle: Ik denk niet dat ik elders operadirecteur zou willen zijn. De Munt is een enorme uitdaging, maar ik wil niet tot het einde van mijn leven operadirecteur zijn. Het is een fantastische ervaring, maar ik blijf een artiest, daarvoor wil ik meer tijd. Als muzikant en componist.

(DDW)

www.demunt.be


Comments

JOBS & STAGES

Primeur: Gen Z is klaar voor ondernemerschap

Bijna 3 op de 10 jongeren willen onmiddellijk na hun studies zelfstandig aan de slag. Dat verneemt GUIDO [...]

Hoeveel verdient een pas afgestudeerde?

Je hebt je studentenpet enthousiast in het zwerk gekeild, je diploma hangt ingekaderd aan de muur en [...]

  • Slider
  • Slider

TopMovies

SOCIAL





 

Job in the picture

  • Slider
  • Slider
  • Slider

GUIDO NV is het nummer 1 Belgische niche-mediabedrijf naar de doelgroep jongeren (studenten in het bijzonder), scholieren en Young Starters

Bruiloftstraat 127, 9050 Gentbrugge
Tel.: +32 (0) 9 210 74 84