Wees de slimste tijdens je sollicitatiegesprek
Wat is het ergste dat je kan doen op een sollicitatiegesprek? Stotteren? Niezen? Je kop koffie omstoten? Nee hoor, de echte jobkansenkiller is... stilte.
Laat nooit een gat vallen in je betoog. Zorg dat je overal een antwoord op hebt. En daar gaan wij je bij helpen. Wij luisteren naar de vragen van je toekomstige baas, wieden de domme antwoorden eruit, reiken je de slimme antwoorden aan en zorgen ervoor dat je je moeiteloos doorheen elk sollicitatiegesprek lult.
JE TOEKOMSTIGE BAAS: "Waarom zouden wij deze job aan jou moeten geven?"
Het domme antwoord:
... "omdat ik de beste ben", ook al ben je daarvan overtuigd. Arrogantie en overdreven zelfzekerheid lonen zelden of nooit bij sollicitaties, of het zou over bikkelharde commerciële functies moeten gaan.
Het slimme antwoord:
Dit is het uitgelezen moment om je allersterkste punten en argumenten nog eens bondig naar voor te brengen, zonder daarbij je medesollicitanten in een slecht daglicht te stellen.
JE TOEKOMSTIGE BAAS: "Heb jij vragen voor mij?"
Het domme antwoord:
Zeg nooit dat je geen vragen hebt, want dan geef je blijk van desinteresse, sloomheid en gebrek aan inspiratie. Vraag ook niet direct of je de job hebt, en hoeveel je zal verdienen.
Het slimme antwoord:
Je bent eigenlijk wel verplicht om op dit moment een paar vragen te stellen. De beste optie is diepere inlichtingen vragen over het bedrijf, de werksfeer, de toekomstplannen, de investeringen en de positie binnen de sector.
JE TOEKOMSTIGE BAAS: "Geef drie positieve eigenschappen van je vorige baas."
Het domme antwoord:
Als je denkt dat je je er gemakkelijk van kunt afmaken met het antwoord dat dit je eerste job is, denk dan maar iets anders. Je zal in dat geval positieve eigenschappen van je stagebegeleider of thesispromotor moeten opsommen. Zeg nooit dat die mens geen positieve eigenschappen hééft.
Het slimme antwoord:
Komaan, je bent toch geen verzuurde misantroop? Zo moeilijk kan het toch niet zijn om drie positieve eigenschappen te bedenken van een medemens?
Tekst: Herbert De Paepe