DUBBELCARRIÈRE: eindredacteur bij De Standaard en mede-organisator van Zeverrock
Diebrecht De Smet is 24 en werkt als eindredacteur bij De Standaard. Wanneer hij na zijn werkuren de krant dichtvouwt, gaat zijn muziekhart sneller kloppen, want in zijn vrije tijd maakt hij deel uit van het organisatiecomité van Zeverrock
, een festival dat dit jaar vijftien kaarsjes mag uitblazen. Rock en letters, valt dat te combineren? GUIDO nam de bus naar Zevergem, nam plaats in café Boldershof (tevens deel van de backstage) en vroeg Diebrecht om tekst en uitleg.
GUIDO: Wat heb je gestudeerd?
Diebrecht: Toen ik zeventien was, wist ik eigenlijk niet wat ik wilde studeren, en toen ben ik geschiedenis gaan doen, in Gent. De eerste twee jaar waren heel gedetailleerd, met veel herhaling van in het middelbaar. Toen was ik nog niet echt overtuigd van mijn keuze, maar naarmate het vorderde werd het specifieker en kon ik meer gerichte keuzes maken. Zo werd het interessant en heb ik me alsnog geamuseerd.
GUIDO: Hoe ben je bij De Standaard terechtgekomen?
Diebrecht: Dat was een samenloop van omstandigheden. Na die vier jaar geschiedenis wou ik er sowieso nog iets bijstuderen. Journalistiek was een van de opties die ik vaag in mijn achterhoofd had. Ik ben naar de Erasmushogeschool in Brussel gegaan, en mijn stageplaats was bij De Standaard, op de sportredactie. Het is een goeie stageplaats gebleken, waar ik veel heb kunnen doen en veel heb bijgeleerd. Ik schreef zelf teksten, maar moest ook die van andere journalisten bewerken en aanpassen, zodat ik al aan het opschuiven was richting eindredactie. Geleidelijk aan ben ik in het eindredactiewerk gerold, tot ik alleen nog maar dat deed.
GUIDO: Mis je het zelf schrijven niet?
Diebrecht: Eigenlijk wel. Dat blijft toch plezieriger om te doen. Een tekst bewerken is ook boeiend, maar het is jouw tekst niet hé. Zo simpel is het. Je haalt meer voldoening uit het zelf schrijven. Daar komt bij dat je als eindredacteur onder een enorme tijdsdruk staat, zodat je het niet altijd kunt doen zoals je het zou willen.
Combineren is niet gemakkelijk
GUIDO: Hoe ziet een werkdag van een eindredacteur eruit?
Diebrecht: Rond 14 uur arriveren we en wordt er overlegd met de chef van de afdeling. Dat kan Wetstraat zijn, economie, sport, buitenland... Het aanbod van de dag wordt overlopen, en er worden al vage lijnen afgesproken van de stukken. Om kwart voor drie is er een vergadering met alle eindredacteurs en de hoofdredacteur, waarbij wordt beslist welke stukken naar de front gaan, en wat binnenin blijft. Eenmaal dat vastligt, ga je terug naar je afdeling en worden de overige stukken verdeeld over de beschikbare pagina's. Je gaat naar de lay-out, de pagina's worden uitgezet, de redacteurs beginnen te schrijven, foto's worden besteld, enzovoort. Om halfzes volgt een tweede vergadering, want het nieuws staat uiteraard niet stil. De krant wordt 'herschikt', en daarna sijpelen de eerste stukken binnen en begin je na te lezen, bijschriften te maken... Dat gaat door tot kwart voor tien, op sommige afdelingen zelfs later.
GUIDO: Alle dagen avondwerk, is dat niet moordend voor je sociaal leven?
Diebrecht: Ja. (lacht) Zeker voor iemand van mijn leeftijd. Als ze me om acht uur bellen om iets te komen drinken, ben ik nog aan het werken. Maar goed, dat is iets wat je vooraf natuurlijk wel weet. Als je dat niet ziet zitten, moet je er ook niet aan beginnen.
GUIDO: Je zit in het bestuur van Zeverrock. Moeten die mannen speciaal voor jou de vergaderingen 's voormiddags leggen?
Diebrecht: We proberen het zo af te spreken dat ik er meestal bij kan zijn. Soms moet ik er een dag vrijaf voor nemen, of we vergaderen op zaterdag. Je kan moeilijk in de organisatie zitten en de vergaderingen niet bijwonen, zo werkt het niet. Dat is zowel vervelend voor de mensen met wie ik samenwerk als voor mezelf. De twee combineren is niet onmogelijk, maar je moet het leren. Het is niet altijd gemakkelijk. Voor het festival zelf moet ik uiteraard vakantie nemen. Vorig jaar heb ik de zondag na het festival gewerkt, en dat was bepaald geen cadeau. (lacht)
GUIDO: Wat doe je bij Zeverrock?
Diebrecht: Samen met mijn broer, die ook in de organisatie zit, hou ik me bezig met alles wat papier en financiën is. Maar dat is niet zo scherp afgebakend. We zijn met een kerncomité van acht mensen, en dat overlapt enigszins. Alles gebeurt in overleg.
GUIDO: Hoe intensief moet ik me zo'n organisatie voorstellen?
Diebrecht: Het rustigst is het vlak na het festival, in de maanden september, oktober en november. Dan ligt het vrijwel stil. We houden dan wel al groepen in het oog voor het jaar daarop, maar we kunnen nog niets concreet vastleggen. Tijdens het voorjaar komt het op gang. Dat gaat dan van sponsors zoeken tot teksten schrijven en andere praktische zaken. In de zomermaanden wordt het echt druk, dan ben ik er dagelijks mee bezig.
Leve de nuloperatie
GUIDO: Zeverrock bestaat al vijftien jaar. Hoever ga jij mee terug in die geschiedenis?
Diebrecht: Nu zit ik mijn derde jaar in de organisatie. Ik kende die mensen al vrij goed en zat op café vaak tegen hen te zeuren dat ze die en die groep moesten uitnodigen. Toen ze me voorstelden om zelf bij het bestuur te komen, kon ik natuurlijk niet weigeren, na al mijn gezeur. (lacht) Ik moet wel toegeven dat je als buitenstaander eigenlijk geen flauw benul hebt van wat er allemaal bij komt kijken. Een festival is veel meer dan groepen, sponsors en een tent, dat kan ik je verzekeren.
GUIDO: Verdien je iets aan Zeverrock, of is het pure liefhebberij?
Diebrecht: Ik verdien daar niets aan. Het is elk jaar opnieuw een opluchting als we een nuloperatie hebben. Het wordt steeds moeilijker om goeie groepen op de affiche te krijgen, ook al omdat er tegenwoordig zodanig veel festivals zijn dat je het overzicht verliest. Je ziet geregeld berichten opduiken van kleinere festivals die ermee stoppen. Het kan niet blijven groeien. Maar Zeverrock bestaat al vijftien jaar, en door het feit dat er in de organisatie mensen zitten die er van in het begin bij waren, met al hun ervaring, vergalopperen we ons niet. Met een goeie 1500 toeschouwers zitten we ongeveer aan ons plafond, en we gaan niet nodeloos proberen daar nog bovenuit te groeien.
GUIDO: Heb je van je ervaring bij De Standaard iets opgestoken wat je bij Zeverrock kunt gebruiken, of omgekeerd?
Diebrecht: Mijn taalvaardigheid is er sterk op vooruitgegaan sinds ik bij De Standaard werk, en dat kan ik gebruiken om teksten te schrijven voor Zeverrock en brieven voor sponsors te maken. Daar ben ik nu veel beter in dan drie jaar geleden, maar verder is het een totaal andere wereld. Wat ik wel heb gemerkt, is dat ik door de dagelijkse stress bij De Standaard minder de neiging heb om me op te jagen bij Zeverrock. Ik ben stressbestendiger geworden dankzij mijn job. Vroeger was ik veel nerveuzer voor vanalles en nog wat.
GUIDO: Stel dat De Standaard een reporter stuurt naar Zeverrock, die het festival de grond in schrijft. Jij krijgt die tekst binnen als eindredacteur. Wat doe je?
Diebrecht: Ik zou weigeren om die tekst na te lezen, want ik ben er te veel bij betrokken. Dat kan je gewoon niet maken. Geef dat artikel maar aan een andere eindredacteur!
Zeverrock, zaterdag 11 augustus in Zevergem (bij Gent)
Met 't Hof van Commerce, Buscemi en Dirk Stoops
www.zeverrock.be
(HDP)