Hoeveel verdien je? 4: extra verzekeringen
Als jonge werknemer is het nog ver van je bed, maar ooit zal ook jij eens in een ziekenhuis belanden, of met pensioen gaan. De sociale zekerheid zal dan financieel tegemoet komen. Toch is die tegemoetkoming beperkt. Een pensioenplan en een hospitalisatieverzekering is dan een mooie extra van je werkgever.
Ook aflevering 4 van deze reeks over loon- en arbeidsvoorwaarden omvat een stevig luik fiscaliteit. Door de hoge belastingsdruk op de lonen in België wordt creatief gezocht naar manieren om die ook op legale manier te ontwijken. De wetgever doet hiervoor geregeld een oogje dicht. Dit geldt zeker voor het extralegaal pensioen of de zogenaamde groepsverzekering. Of nog anders uitgedrukt: een pensioen in de tweede pijler. De eerste pijler is het wettelijk pensioen, via de sociale zekerheid. De derde pijler is wat je zelf opbouwt, via je bank of verzekeraar. Na de Tweede Wereldoorlog, tot 1965, werden in België heel veel kinderen geboren. Als je bij de startdatum van die babyboom 65 jaar optelt, weet je dat vanaf nu heel veel mensen met pensioen zullen gaan. Die vergrijzing zadelt de sociale zekerheid op met een zware factuur. Er kan wel iets bespaard worden op kinderbijslag, maar de extra kosten voor pensioenen en ziekteverzekering zijn vele malen hoger. Daarom vrezen velen dat de sociale zekerheid onvoldoende zal kunnen doen voor de pensioenen en de ziektekosten in de komende decennia.
Pensioen
Verzekeringsmaatschappijen zaaien regelmatig wat paniek, om mensen aan te zetten bijkomende verzekeringen af te sluiten. Die paniek is zeker niet nodig, maar het wettelijke pensioen van werknemers is niet echt hoog: 1500 euro per maand is het absolute maximum, waar de meesten onder blijven. Voor ambtenaren ligt dat anders, die hebben een veel gunstiger stelsel. Omdat de overheid ook wel weet dat het pensioen van werknemers (en zeker van zelfstandigen) wat mager is, wordt de opbouw van bijkomende pensioenrechten fiscaal gestimuleerd. Dit geldt in de derde pijler (privé) en in de tweede pijler (de extralegale pensioenen). Als de werkgever 100 euro loonsverhoging geeft, gaat bijna de helft daarvan naar belastingen en sociale bijdragen. Als de werkgever 100 euro stopt in een groepsverzekering, hoeft de werknemer niets te betalen aan de fiscus of de sociale zekerheid. Enkel wanneer je effectief met pensioen gaat, is er een kleine heffing van 17 à 18 procent. Een groepsverzekering is dus een fiscaal gunstige beloning. Maar ook de randvoorwaarden zijn in België zeer goed geregeld. Zo zijn er diverse mogelijkheden voor een werknemer die van werkgever verandert. Die mogelijkheden zorgen ervoor dat je die extra pensioenrechten goed kan beschermen. Een groepsverzekering voorziet meestal ook een extra uitkering aan de nabestaanden, bij het voortijdig overlijden van de werknemer.
Hospitalisatie
Voor de hospitalisatieverzekering geldt quasi net dezelfde logica als voor het extra pensioen. Door nieuwe en dure medische technologie en door de vergrijzing heeft de sociale zekerheid het lastig om de ziektekosten volledig te dekken. Daarom is de hospitalisatieverzekering uitgevonden. Grote kosten, zoals een ziekenhuisopname, worden gedragen door die verzekering. Enkele grote mazen in het net van de officiële ziekteverzekering worden zo gedicht. Een hospitalisatieverzekering kan je voor jezelf afsluiten, maar omwille van opnieuw fiscale redenen is het veel gunstiger dit te doen via de werkgever. Dit is, net zoals de groepsverzekering, te beschouwen als een niet-belaste loonsverhoging. Als je verandert van werkgever, verander je ook gewoon van hospitalisatieverzekering. Wel is het goed even na te kijken of je die verzekering zelf kan verderzetten na je pensioen. Als je een nieuwe hospitalisatieverzekering moet afsluiten wanneer je 65 bent, zal dat zeker niet tegen gunstige voorwaarden zijn. Tot slot nog dit. Bijna alle ondernemingen, zeker wanneer ze minstens enkele tientallen werknemers hebben, bieden hun personeel beide verzekeringen aan.
(DDW)