Het jobparcours van WERNER DE SMEDT
Werner De Smedt is helemaal terug. Na zijn populaire rollen in De Zaak Alzheimer en Flikken leek het even of persoonlijke problemen (lees: drank en drugs) zijn carrière om zeep zouden helpen. Gelukkig vond Werner de liefde van zijn leven, werd hij clean en regent het inmiddels opnieuw werkaanbiedingen. In Zone Stad is hij forensisch expert Lucas Neefs, in Louis Louise speelde hij de gehaaide intrigant Bruno Sels en vanaf december kan je Werner De Smedt aan het werk zien op het witte doek. Hij kruipt voor de tweede keer in de huid van speurder Freddy Verstuyft in Jan Verheyens Dossier K., de opvolger van De Zaak Alzheimer.
"Ik hou er wel van om het toeval zijn gang te laten gaan."
"Ik wist al redelijk vroeg dat ik acteur wou worden," vertelt Werner. "Ik was een jaar of zes, zeven toen ik me inschreef aan de muziekacademie in Ninove, en toen al had ik het gevoel dat ik mijn plek had gevonden: op het podium. Dat was voor mij een manier om iets te bevredigen, om me te kunnen uiten, wat ik op school of in het dagelijks leven niet altijd kon. En dat is zo blijven evolueren."
GUIDO: Terwijl je nog studeerde, kwam je bij de televisie terecht. Hoe ging dat?
Werner: Mijn studieparcours is nogal grillig verlopen. Ik heb eerst in Brussel op een toneelacademie gezeten, daarna ben ik een jaar op Studio Herman Teirlinck geweest in Antwerpen, en dan ben ik terug richting Brussel getrokken, naar het conservatorium. Ik heb er zeker geen spijt van dat mijn studies op die manier verlopen zijn. Ik hou er wel van om het toeval zijn gang te laten gaan. (lacht) Toen ik aan de opleiding begon, wou ik eigenlijk theateracteur worden, maar het lot heeft er anders over beslist. In mijn tweede jaar conservatorium was een van mijn hoofddocenten Jan Devos, die ook meewerkte aan de scenario's van de toenmalige soap Wittekerke. Ze waren op zoek naar iemand die de zoon van Luc Van Mello alias Bob kon spelen. Het was nogal moeilijk om iemand voor dat personage te vinden, en Jan dacht: "Ik heb misschien wel iemand in mijn klas zitten die daarvoor in aanmerking zou kunnen komen." We hebben er toen over gepraat, en zo is de bal aan het rollen gegaan. En daar heb ik nog geen seconde spijt van gehad.
GUIDO: Acteren in een soap en tegelijk studeren... Was dat combineerbaar?
Werner: Blijkbaar wel, want ik heb mijn studies uiteindelijk toch afgewerkt. Ik heb mijn diploma aan het conservatorium gehaald. Ik geef wel toe dat dat een moeilijke periode is geweest, met heel veel werk, maar dat had ik er graag voor over. Gelukkig moest ik me alleen nog concentreren op de theorievakken, dus dat lukte wel.
GUIDO: Heb je op de set meer over acteren geleerd dan op het conservatorium?
Werner: Zo zou ik het nu ook weer niet durven stellen. Maar inderdaad, als je de kans krijgt om nog tijdens je studies in de professionele wereld te stappen, dan kan je veel leren. Zeker als je zoals ik het geluk hebt om meteen met goeie acteurs te mogen samenwerken, zoals Luc Van Mello en Peter Van Asbroeck. Dat zijn mensen die toen al heel veel ervaring hadden, zowel in het theater als voor de camera. Zij waren bereid om die ervaring met mij te delen en me af en toe bij te sturen als het nodig was. Daar heb ik veel aan gehad. En ik was toen al niet meer zo jong. Doordat ik dat grillige studieparcours had doorlopen, was ik al drieëntwintig toen ik in mijn tweede jaar zat en het aanbod voor Wittekerke kreeg. Eigenlijk werd het dus wel tijd om stilaan het studentenleven achter me te laten en te beginnen werken.
(HDP)