The Antler King: "Om naar muziek te luisteren, hoef je geen moeite te doen"
Tekst: Laurent Derycke
Vanuit goeie rust naar een mooie derde plaat, Ten for a bird. The Antler King - Esther Lybeert en Maarten Flamand - heeft een heel intuïtief album gemaakt, vanuit eigen hart en huis. Nooit in ‘een’ stijl of genre, maar absoluut muziek van een muzikantenkoppel dat zoekt, vertelt en raakt.
Esther Lybeert: Deze plaat heeft een tijd geduurd, we hebben ook gewoon een hele tijd niets gedaan. Rust gezocht en vanuit die rust vertrokken. Ik had lang het gevoel dat ik niets te zeggen had, en dan zeg je misschien beter ook gewoon niets.
Maarten Flamand: We zijn ook geen veelschrijvers. Soms word ik veel te vroeg in het schrijfproces superkritisch.
Esther: Bij het eerste nummer van deze plaat… Ik had
Alleen Elvis blijft bestaan gezien met Peter Vermeersch. Zo’n toffe mens en die zei: "Muziek componeren, daar moet je niet te veel bij nadenken. Je doet iets en je laat het maar komen." De ochtend daarop heb ik ‘448 figures’ op die spontane manier gemaakt middels een gitaarriedeltje en die song is eigenlijk zo gebleven. Ik wist niet eens wat ik ging zingen toen ik op
record duwde.
GUIDO: Zijn jullie geschoolde muzikanten?
Maarten: Wat is dat?
(lacht) Ik ben klassiek gitarist van opleiding.
Esther: Ik heb niets afgewerkt, behalve mijn theaterstudies, maar daar doe ik weinig mee. Maarten is klassiek geschoold, maar totaal atypisch als klassiek gitarist. Hij denkt niet na als hij iets maakt over wat hij aan het maken is.
Maarten: Je schoolt jezelf. Als ik luidop denk, is dat toonladdertjes oefenen tot je ze op tempo kan afratelen, maar wat kan je dan eigenlijk? Je denkt natuurlijk wel na over wat je maakt, maar dan vanuit je eigen achtergrond. Wat ik wel niet meer doe, is theoretische uitleg over akkoorden of structuren.
I don’t care. Ik heb het ooit geleerd, maar ben daar niet mee bezig. Ik heb me wel moeten ontvoogden van dat denken door met muzikanten te spelen die me daar op wezen. "Nee, zo gaan wij geen muziek maken!"
Esther: Vaak is het stevig werken. Wat ga ik zeggen, is mijn metrum goed, zit de structuur goed, het arrangement...
De ondergang
GUIDO: De plaat voelt intuïtief en intimistisch aan. Vanuit jullie eigen wereld, zonder rekening te houden met wat daarbuiten aan muziek is?
Maarten: Dat is zo.
Esther: Daar kwamen we zelf ook achter.
Maarten: We zouden voor het plezier een plaat moeten maken in ‘een’ stijl, zoals andere bands dat doen. Het is ook niet om dwars te liggen of zo.
Esther: Het is die muziek die er bij ons uitkomt.
GUIDO: Zit er doorheen de plaat dan wel een constante?
Esther: Absoluut. Mijn teksten vertrekken heel vaak van wat ik rondom mij zie, in beelden, wat ik meemaak en hoor. ‘Siberian times’ gaat letterlijk over het smelten van de permafrost en wat daar allemaal in verborgen zit. Hoe we allemaal staan te kijken op onze ondergang.
GUIDO: Zonder dat je dat dan tekstueel overduidelijk vertelt. ‘Foreign land’ is ook zo.
Esther: Ik stond in de file in Brussel en er kwam een bedelaar langs de wagen. Zo’n moment heeft een rare dynamiek. Heb ik kleingeld bij, ga ik iets geven, nee vandaag geef ik niets, ocharme die mens, ik wil helpen, of ik kijk gewoon weg… Hoe kijkt die mens naar mij? ‘Orange monkey’ is letterlijk over Trump. Da’s dan de constante, dingen die me raken. Het dan toch consistente van de plaat hebben we te danken aan Jan Chantrain, onze producer. Hij is onze derde muzikant.
Maarten: Het belangrijkste wat Jan ons ooit heeft gezegd, is dat we moesten stoppen met zo serieus te zijn. "Eens jullie zaken gaan opnemen, komt er een zwaarte over jullie, die nefast is voor de muziek." Hij kan ook perfect vertalen wat wij van klankkleur willen en hij maakt het nog een stuk beter. Op ‘Future echoes’ is Esthers stem vervormd bijvoorbeeld. Dat is een baslijntje en gekraak eronder. Dat gekraak is een gitaarlijn die we weggesmeten en gerecycleerd hebben van een song waar we allemaal een saai gevoel over hadden. Ik zie tegen Jan: "Maak het kapot." Hij heeft het dan door een machine gehaald en het is toch opnieuw in een song geraakt.
Esther: Veel van mijn stem is zoals ze op de demo-opnames was, niet te gekuist, te gepolijst. Zelfs vaak eerder nog opnieuw door versterkers gehaald.
GUIDO: Soms moet ik aan Marc Ribot denken, of Tom Waits.
Maarten: Ik kan het niet verstoppen, Ribot is een hele grote. Ik ben fan, ook over hoe hij over muziek denkt. Zijn dissonantie ook.
Esther: De vorige plaat is per toeval met ons twee gemaakt, deze is heel duidelijk onze plaat. Helderder dan ooit, we staan ook zelf op de hoes!
Saaie zangeressen
GUIDO: Het belang van een album vervaagt. Naar welke platen luisteren jullie nog in één ruk?
Esther: De laatste Unknown Mortal Orchestra. Een plaat van Anouar Brahem…
Maarten: Klassiek is vaak een inspiratie. Mochten wij dan eventueel pop zijn - ik denk het niet - is het vooral klassiek dat me inspireert. Als ik naar muziek luister, ben ik op zoek naar ontroering, en dat vind ik niet gauw. Heeft het met leeftijd te maken?
GUIDO: Hoe ouder je wordt, hoe meer je al hebt gehoord.
Maarten: Zoveel muziek beluister ik ook niet.
GUIDO: En toch zeg je dat je veel met muziek bezig bent. Dat herken ik.
Esther: Ik zoek ook meer stilte.
GUIDO: Ontroering, dat is de waarde van muziek.
Maarten: Flamenco doet dat met me, uitgepuurde muziek.
Esther: Klassieke muziek is een perfecte constante. Poulenc, heerlijk! Het dubbel concerto van Bach, adembenemend! De zuiverheid daarvan. Ik ben in de eerste plaats zangeres, maar eigenlijk luister ik weinig naar zangeressen. Meestal vind ik die nogal saai. Zoals Adele die keihard uitpakt, dat doet me weinig. Geef mij maar Beth Gibbons of Stevie Nicks. Dan komt mijn haar letterlijk rechtstaan op mijn armen. Of deze morgen: een minder bekend lied van Ann Christy. Die zingt één noot, ik krijg het er koud van, instant! En gewoon zingen, niet zingen met truken! Recht in het gevoel.
GUIDO: Muziek was er voor jullie altijd al?
Esther: Ik heb ‘Soldiers of love’ nog geplaybackt. Ik zong wel echt mee, en twee jongens gitaarden op een tennisracket.
Maarten: In het derde studiejaar was ik met twee Bob Dylan-akkoorden en een mondharmonica rond mijn nek de held op het afscheidsfeestje van de klas.
GUIDO: Wat zijn de verwachtingen voor deze plaat?
Esther: Wat komt, is goed.
Maarten: We zijn al tevreden. We hebben al een song die veel gedraaid werd op de radio, ‘Orange monkey’. Een atypische niet-single, zonder refrein. En we hebben al een lijst toffe concerten in het najaar.
Esther: Voor de releaseconcerten in Handelsbeurs en Roma gaan we ook met visuals werken en dat vind ik heel leuk, dan wordt het een echt geheel, een echte productie.
Maarten: Benieuwd wat de mensen ervan gaan vinden. En ga maar even zitten bij onze plaat, dat is goed. Om naar muziek te luisteren, hoef je ook geen moeite te doen. Luister gewoon. Het komt je oren binnen, punt.
GUIDO: Fan van de secret track!
Maarten: Da’s een soort zalvende knipoog. We nemen onszelf niet al te serieus. Ik improviseer al eens voor Esther thuis met een belachelijk melodietje dat eindigt op een raar akkoord, en dat heb ik eens opgenomen. Het is vooral een grapje tussen ons beiden.
Esther: En dan heb ik er een aftelrijmpje op gezet!