Regisseur Thomas Vinterberg over 'KURSK'
De wilde jaren van
Festen-regisseur en
Dogma-medeoprichter Thomas Vinterberg liggen al een hele poos achter hem. Met
Kursk tekent de Deen voor een klassiek drama over de ramp met de Russische onderzeeër waarbij in de zomer van 2000 - nota bene het eerste jaar dat Vladimir Poetin in Rusland aan de macht was - 118 matrozen omkwamen op de bodem van de Barentszee. De hoofdrol in de film wordt gespeeld door niemand minder dan Matthias Schoenaerts.
Thomas: Matthias, met wie ik al eerder had gewerkt in
Far from the Madding Crowd, heeft mij gevraagd om deze film te doen. Hij is een zeldzaam soort acteur: uiterst intelligent, met een enorme artistieke integriteit. 't Is ook een echte vent: trots, sexy en veel waardigheid. Bovendien heeft hij kwetsbare ogen, die altijd een beetje droefenis uitstralen. Daarbij komt dan nog dat hij de acteertechniek perfect beheerst, want hij speelt al sinds hij kind was. Matthias vervalt ook nooit in routine: ik heb hem nog nooit twee keer hetzelfde zien doen. Die waaier van talenten maakt dat ik altijd graag met hem samenwerk.
Thomas: Kursk is een film over verlies en dood, en vooral ook over wat er na de dood overblijft van de liefde. Mijn vrouw
(Helene Reingaard Neumann - HDP) is een priester. Ze is ook actrice, ze zit zelfs in de film
, maar priester is haar hoofdberoep. Wij praten vaak over dit soort dingen. Ze heeft me erop gewezen dat een eeuw geleden mensen veel meer praatten over de dood, want die maakt deel uit van het leven. Mensen stierven toen vaak jonger, dus er moest wel over gepraat worden. Vandaag is de dood een taboe geworden, en daarom vind ik het als filmmaker mijn taak om het erover te hebben in mijn werk.
GUIDO: Hoe moeilijk is het om een film te maken waarvan iedereen al op voorhand de tragische afloop kent?
Thomas: Een film maken is sowieso moeilijk. Als filmmaker hoop je dat het publiek één wordt met de personages. In
Kursk klampen de overlevende personages zich vast aan een sprankeltje hoop. Als de film werkt, zal het publiek ook hoopvol zijn, al weten ze in hun achterhoofd dat het slecht zal aflopen. Het is menselijk om dingen te negeren, om ze onder het tapijt te vegen. Wel, het lijkt erop dat mensen dat ook doen als ze naar de cinema gaan. Ze weten wel wat er zal gebeuren in
Kursk, maar ze zetten dat gevoel nog even opzij, omdat ze hopen dat we op het einde een truc zullen uithalen om alsnog de personages te redden. Dat is film: je creëert een illusie.
Kursk is gebaseerd op ware feiten, maar het blijft fictie. Het hoofdpersonage had in werkelijkheid bijvoorbeeld geen kinderen. Dat hebben we veranderd, omdat we hem representatief wilden maken voor de volledige bemanning. Eenmaal je dat doet, begeef je je in een fictieve wereld. Daarom ook heb ik de namen van de admiraals veranderd en de rol van Poetin geschrapt. Niemand heeft me daarbij onder druk gezet, voor alle duidelijkheid. Ik wou dat de film meer werd dan een vingerwijzing en die beslissing gaf ons ook meer vrijheid. Maar dat wil niet zeggen dat
Kursk niet realistisch zou zijn. We hebben een Russische consultant ingehuurd die zelf nog in een onderzeeër heeft gevaren en ik heb Matthias de handleidingen voor de duikboot laten instuderen.
GUIDO: In The Hunt for Red October, een duikbootthriller uit 1990, spreekt Sean Connery in de openingsscène een paar zinnen Russisch. De camera zoomt vervolgens in op zijn mond en dan switcht hij naar Engels.
Thomas: (lacht) O ja, ik herinner me dat.
GUIDO: De Russen in jouw film spreken Engels. Heb je geen truc overwogen om dat probleem te omzeilen?
Thomas: Nee, die truc uit
The Hunt for Red October werkt niet echt, ik vond die nogal
camp.
GUIDO: Ik vond het wel cool.
Thomas: Wel, daarin verschillen we dan van mening.
(lacht) Nee, even serieus: dat we een film maakten over Rusland waarin alle acteurs Engels spreken, vond ik in het begin een groot probleem, zodanig zelfs dat ik er bijna de brui aan had gegeven. Maar dan heb ik er eens dieper over nagedacht. Wat is taal in film? Ik weet het niet. Misschien is het niet meer dan het geluid dat uit hun mond komt. Uiteindelijk heb ik beslist het Engels als een uitdaging te zien. Als iedereen Engels sprak, moest ik een extra tandje bijsteken om de waarheidsgetrouwheid te bereiken die ik wou. Het Engels was als een geladen pistool dat tegen mijn hoofd stond en me voortdurend verplichtte om beter mijn best te doen. Ik ben ook niet naar Rusland geweest om de film voor te bereiden, eerlijk gezegd omdat ik niet durfde. Maar ik ben er wel eens eerder geweest, en hoe verder oostwaarts je door dat enorme land reist, hoe minder bullshit je hoort. Dat respecteer ik. Het is een trotse cultuur, die ik bewonder. Maar: waarheidsgetrouwheid is maar haalbaar zolang ze werkt in de film. Onze Russische consultant kreeg bijna een hartaanval toen hij in het script de wodkascène las.
"Njet!" riep hij uit. "Dat kan je niet maken! Als je wodka zou meebrengen aan boord van een onderzeeër, dan word je ter plekke neergeschoten!" Er was dus geen alcohol aan boord? "Jawel," zei hij, "rode wijn." Maar dat kon gewoon niet in de film. Het móest wodka zijn, anders zou het publiek het niet geloven. Dat enorme Russische cliché heb ik er dus toch ingesmokkeld, hoewel het pure fictie is.
(HDP)