Het jobparcours van regisseur Hans Herbots ('De Behandeling')
Hans Herbots wisselt al van bij het begin van zijn carrière film en televisie af, en hij voelt zich daar kiplekker bij. Recente tv-reeksen van zijn hand waren de ambitieuze Lanoye-adaptatie Het Goddelijke Monster en de Europese miniserie The Spiral. Nu keert Hans terug naar de duistere zaal, en dat mag je letterlijk nemen, want zijn ijzingwekkende thriller De Behandeling is een van de spannendste en donkerste Vlaamse films ooit. Hoog tijd dus voor een duik in het jobparcours van de regisseur.
"Het eerste jaar na het afstuderen vond ik het moeilijkst."
GUIDO: Wou jij altijd al filmmaker worden?
Hans: Eigenlijk wel. Toen ik een jaar of elf was, kochten mijn ouders een super-8-camera. Toen mobiliseerde ik vriendjes uit de buurt om filmpjes te maken.
GUIDO: Hoeveel bleef er over van die droom toen je achttien was?
Hans: Achttien is een cruciale leeftijd, want dan moet je keuzes maken die de rest van je leven bepalen. Ik was eerlijk gezegd een beetje bang om toen al resoluut voor het filmvak te kiezen. Journalistiek was ook iets wat me wel aansprak. Ik ben dan Germaanse gaan studeren, maar ik was niet geslaagd. De liefde voor film was wel nog altijd aanwezig, dus toen heb ik gezegd: oké, als het zo zit, ga ik naar de filmschool. Achteraf gezien ben ik wel blij dat ik eerst aan de unief heb rondgelopen.
GUIDO: Om te weten wat je niet wou?
Hans: Nee, omdat je daar sowieso dingen oppikt. Ik was niet geslaagd, maar ik heb desalniettemin veel opgestoken in de lessen, en in gesprekken met proffen en medestudenten. Zo kon ik met een zekere bagage aan de filmschool beginnen. Misschien zou ik verzopen zijn als ik direct uit de humaniora naar het RITS was gegaan.
GUIDO: Waar je dan uiteindelijk regie studeerde?
Hans: Op mijn diploma staat: 'Meester in de Audiovisuele Kunsten'. (glimlacht)
Helder communiceren
GUIDO: Heb je dat diploma meteen kunnen verzilveren?
Hans: Het eerste jaar nadat ik was afgestudeerd, vond ik een lastige periode. Ik voelde mezelf helemaal klaar om films te maken, maar de buitenwereld zag het anders. Veel meer dan dat diploma had ik nog niet te bieden. Ik wou van alles doen, maar ik kreeg niet altijd de kans, en dat was wel een beetje frustrerend. Starten in het filmvak gaat heel hiërarchisch. Je begint helemaal onderaan de ladder, als assistent van een assistent, waarna je je langzaam omhoog probeert te werken. Uiteindelijk heb ik een kortfilm gemaakt die vrij goed werd ontvangen, zodat ik relatief snel mijn eerste langspeelfilm heb kunnen draaien.
GUIDO: Dat was Falling, in 2001?
Hans: Ja, toen heb ik wat geluk gehad. Op het juiste moment de juiste mensen tegenkomen, je kent dat.
GUIDO: Je was toen toch al 29?
Hans: Juist, maar doordat ik eerst op de unief had rondgelopen, was ik al 24 toen ik van het RITS kwam. Vijf jaar later was mijn debuutfilm er, wat toch relatief snel is in de Vlaamse filmwereld.
GUIDO: Voor een buitenstaander lijkt het traag.
Hans: Je mag niet vergeten dat wij altijd aan twee, drie projecten tegelijkertijd werken. En er is ook de televisie. Toen ik van het RITS kwam, heb ik voor VTM een paar afleveringen van Wittekerke geregisseerd. Dat was een uitstekende leerschool: je leert acteurs kennen, je leert met de camera werken, je leert snel beslissen... En je verdient wat geld, zodat ik weer kon voortwerken aan mijn eigen projecten. Er zijn trouwens nog meer mogelijkheden binnen het filmgebeuren om brood op de plank te brengen. Iets schrijven voor iemand anders, of reclamefilms maken. Zo kan je weer een tijdje voort. Ik heb altijd graag heen en weer gependeld tussen film en televisie.
GUIDO: Moet je als regisseur ook lobbyen en geld bijeenzoeken?
Hans: Dat is vooral de taak van de producent, maar we moeten onszelf natuurlijk wel kunnen verkopen. Eigenlijk zou er op de filmschool een cursus management moeten gedoceerd worden. Mensen leren motiveren. Een filmploeg bestaat al snel uit honderd mensen, en als regisseur is het je taak die allemaal met de neus in dezelfde richting te krijgen. Je moet duidelijk communiceren en je ideeën helder kunnen overbrengen.
GUIDO: Moet je op de hoogte zijn van de technische kant van het filmmaken?
Hans: Dat hoeft niet per se, maar ik vind het zelf wel interessant. De cameraman heeft de technische knowhow, dus in principe hoef je dat als regisseur niet te weten. Maar als je er zelf ook iets van afweet, en het technische jargon onder de knie hebt, dan kan je veel makkelijker overbrengen wat je precies wil. Hetzelfde geldt voor de omgang met acteurs. Ik heb zelf een theateropleiding van twee jaar gevolgd, niet omdat ik ambities heb als acteur, maar om beter instructies te kunnen geven aan acteurs, door hun taal te leren spreken.
GUIDO: Regisseren komt dus vooral neer op communiceren?
Hans: Ja. En het rare is dat veel regisseurs in het echte leven helemaal niet zulke geweldige communicators zijn. (lacht)
Vastgrijpen en uitspuwen
GUIDO: Je zei daarnet dat je altijd met verschillende projecten tegelijk bezig bent. Hoeveel daarvan worden effectief gerealiseerd?
Hans: De helft van de projecten waar je aan begint, zien nooit het daglicht. De financiering raakt niet rond, er is geen interesse... Meestal ben je daar dan nog niet al te lang mee bezig, gelukkig maar. Het hoort bij de stiel. Een regisseur lijkt op een jongleur: je houdt constant drie ballen in de lucht, in de hoop er toch minstens een op te vangen.
GUIDO: Is dat niet frustrerend?
Hans: Jawel, maar ik mag niet klagen. De helft van mijn projecten wordt wél gerealiseerd, en dat is lang niet slecht. Als je pech hebt en je ziet jaren na elkaar al je projecten in het water vallen, dat moet veel erger zijn. En dat gebeurt ook. Je hangt af van andere mensen, je hebt het niet altijd zelf in de hand. Ik heb het nog niet te vaak meegemaakt, ik mag me gelukkig prijzen. Hout vasthouden dat het zo blijft!
GUIDO: Hoe ben je bij De Behandeling betrokken geraakt, je eerste pure thriller?
Hans: Toen ik twee jaar geleden in Kopenhagen The Spiral aan het draaien was, kreeg ik telefoon van Peter Bouckaert van Eyeworks. Hij had een scenario op basis van een boek van de Engelse thrillerschrijfster Mo Hayder en vroeg of ik het wou lezen, om te zien of ik geïnteresseerd was. Het klinkt als een cliché, maar ik heb dat script echt in één ruk uitgelezen. 's Morgens belde ik al terug: deze film wil ik maken. Het verhaal is enerzijds spannend en meeslepend, en anderzijds zitten er elementen in die me persoonlijk interesseren. Hoe iemand worstelt met dingen uit zijn verleden. En hoe misbruik van slachtoffers daders kan maken, zodat het zich uitspreidt als een olievlek. Het perverse mechanisme dat erachter zit, fascineert me.
GUIDO: Je hebt het publiek niet gespaard: wie De Behandeling gaat bekijken, kan zich maar beter schrap zetten.
Hans: Ja, het is een film in het genre van Seven of The Silence of the Lambs, zonder dat ik me met die voorbeelden wil vergelijken. Je begint met een intrigerende beginsituatie, en dan wordt het geleidelijk aan altijd maar spannender en spannender, naar een climax toe. Ik heb geprobeerd een film te maken die je vastgrijpt en je pas twee uur later weer uitspuwt.
GUIDO: Daar ben je ruimschoots in geslaagd. Tot slot een pronostiekje: wint The Broken Circle Breakdown een Oscar?
Hans: Ik denk dat Felix veel kans maakt. The Broken Circle Breakdown is tegelijk een heel mooie en een heel toegankelijke film. Het hoofdpersonage dweept met Amerika, er zit Amerikaanse rootsmuziek in... Dat zijn factoren die in hun voordeel spelen. Volgens mij heeft nog nooit een Vlaamse film zoveel kans gemaakt op een Oscar.
GUIDO: We duimen mee!
(HDP)