Het jobparcours van Herman Van Molle
Nadat we het WK Voetbal hebben uitgezweet, begint op Canvas het negende seizoen van De Canvascrack. De eerste aflevering wordt op maandag 12 juli uitgezonden, en uiteraard mag je als quizmaster opnieuw de onwrikbare Herman Van Molle verwachten. Van Molle werkt al sinds mensenheugenis voor de openbare omroep en nam ruim de tijd om samen met ons zijn welgevuld jobparcours te overlopen.
"Ik heb als pas afgestudeerde bewust een jaar lang geen werk gezocht om beschikbaar te zijn voor de televisie."
GUIDO: Wat wou jij worden toen je tien jaar was?
Van Molle: Spits bij het nationale voetbalelftal. Zoals iedereen op die leeftijd zeker? Toen ik dat zei tegen mijn leraars, lachten ze me uit. Ik was toen nog zo vrank om te antwoorden: "Wedden voor een bak bier dat het me lukt?"
GUIDO: Bleef er van die droom nog iets over op je achttiende?
Van Molle: Je moet talent hebben om te voetballen hé. Dat talent was in zeer kleine mate aanwezig, maar een echte voetbalcarrière zat er niet in. Die bak bier was ik kwijt. Ik ben dan Germaanse gaan studeren, eigenlijk vanuit een negatieve ambitie. Ik wou wel Germaanse doen, maar ik wou nooit lesgeven. In die tijd kwam negentig percent van de germanisten in het onderwijs terecht, maar ik wou dat niet. Ik heb dan zogezegd bewust - maar eigenlijk uit luiheid - geen aggregaat afgelegd, zodat ik niet kón lesgeven. Tja, dan bleven er niet zoveel mogelijkheden meer over. We spreken over eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Volle crisisjaren, met weinig jobs. Mijn plan was om sportjournalist te worden. Voetbalverslaggever. Ik ben effectief een aantal weken op de sportredactie van de radio terechtgekomen, bij Jan Wauters, maar daar mocht ik geen voetbal doen. Wauters wou geen specialisten. Een sportjournalist moest allround zijn. Tafeltennis, speerwerpen, cricket... je moest van alles iets afweten. Dat interesseerde me natuurlijk niet, maar ik voelde wel dat ik in de juiste sector zat.
GUIDO: Hoe was je eigenlijk op die redactie beland?
Van Molle: Ik heb nooit gesolliciteerd. Echt waar, ik heb niet één sollicitatiebrief verstuurd. Het is me overkomen. Ik ben erin gerold.
GUIDO: Een pas afgestudeerde germanist komt toch niet vanzelf op de sportredactie van de radio terecht?
Van Molle: In mijn geval wel. We hadden als student in Leuven een poëzietijdschrift dat manueel werd gezet. Een jaar lang heb ik elke avond drie uur met de hand letters gezet. Het tijdschrift werd ambachtelijk gedrukt en in België en Nederland verkocht op driehonderd exemplaren. Het eerste nummer ging over voetbal, dat is op Jan Wauters zijn bureau beland, en zo is de bal aan het rollen gegaan. Zonder solliciteren. Ik heb wel een presentatietest afgelegd op de BRT, en die is blijkbaar op het juiste moment uit een lade gevist toen ze iemand nodig hadden. Maar echte planning zat daar niet achter.
Eén klein talentje
GUIDO: Wanneer had je door dat er misschien wel een serieuze loopbaan zat in televisiewerk?
Van Molle: Al vrij snel. Ergens in '77 of '78 stond er een eenmalig programma op stapel rond de Leuvense zanger Luk Vankessel. Tussen zijn liedjes door werd hij op de rooster gelegd door een zogenaamde alternatieve interviewer, en dat was ik. Ik mocht alles zelf schrijven en meespelen. Daar kreeg ik dan tienduizend frank bruto voor, voor twee maand werk, maar dat geld was van geen belang. Ik vond het plezant werk, dat was het enige wat telde. Mijn generatie heeft nooit over geld gesproken, zeker toen nog niet. "Ah, ik word er nog voor betaald ook!" Televisie is een geschikt medium voor mensen zoals ik, die één klein talentje hebben. Wij kunnen hier ons ding doen. Ik ben geen schrijver, geen schilder, geen componist, maar dit kan ik wel, al heb ik er nooit gericht naartoe gewerkt. Vandaag zeggen mensen vlakaf dat ze presentator willen worden. Het fameuze "iets in de media", je kent dat wel. Mijn sterkte indertijd was dat ik beschikbaar was voor de televisie. Ik heb in die beginperiode bewust een jaar lang geen werk gezocht. Ik zat thuis naast de telefoon te wachten, zodat ik onmiddellijk "ja" kon antwoorden als men mij vroeg of ik 's anderendaags om acht uur kon komen vergaderen in Brussel. Ik was beschikbaar. Op mij konden ze een beroep doen. Achteraf gezien is dat jaar een goede investering geweest, want ik werk hier nog altijd.
GUIDO: Het woord 'quizmaster' is nog niet gevallen. Wanneer is dat voor het eerst opgedoken?
Van Molle: Toen ik een contract van zes afleveringen tekende voor de IQ Kwis. Daarna volgde een evaluatie, en ik weet nog letterlijk wat erin stond: "Zijn wangen zijn te massief en zijn schoenen kraken wat."
GUIDO: Dat tweede probleem viel gemakkelijk op te lossen...
Van Molle: ... maar met het eerste zit ik nog altijd opgescheept. (lacht) Nou ja, die zes weken IQ Kwis zijn uiteindelijk veertien jaar geworden.
Van Molle versus Crembo
GUIDO: Vandaag ben je bijna een icoon geworden, de ultieme quizmaster.
Van Molle: Ik heb het geluk gehad te mogen beginnen in een goeie, degelijke quiz. Zo kreeg ik vrij snel een imago van degelijkheid, en dat paste me wel. Een jaar of twee nadat ik was begonnen, presenteerde Michel Follet de filmquiz Cinemanie op tv. Die zette vikinghoorns op zijn kop en droeg zwemvliezen, terwijl ik in mijn kostuum zat te presenteren. Even dacht ik dat ik mee moest met mijn tijd en ook zulke dingen moest gaan doen. Iemand heeft me dat toen ten stelligste afgeraden, en hij had gelijk. Gelukkig maar dat ik toen mijn kostuum heb aangehouden.
GUIDO: Zo serieus en degelijk ben je nu ook weer niet. Je smokkelt een gezonde portie droge humor in elke quiz die je presenteert.
Van Molle: Dat is zo geëvolueerd. Als je die eerste afleveringen van de IQ Kwis zou herbekijken, zou je de humor ver moeten gaan zoeken. Maar mijn stijl is op en top Brits, en dat is een beetje mijn handelsmerk geworden. Nooit lachen. Nooit laten merken dat je iets geestigs hebt gezegd. Dat bleken de mensen toen wel te snappen, maar nu niet meer. Als je vandaag met een uitgestreken gezicht iets geestigs zegt, wordt dat bloedserieus genomen.
GUIDO: Heb je het nu over je grapje in De Canvascrack, toen je kotszakjes uitdeelde bij een vragenronde over Pieter De Crem?
Van Molle: Toen ben ik echt wel geschrokken van de reacties. Ik stond ervan versteld hoe de tijden bleken veranderd te zijn.
GUIDO: Serieus? Ik dacht toen: Van Molle zit wellicht grijnzend in zijn handen te wrijven omdat zijn mop zoveel weerklank heeft gekregen.
Van Molle: Nee, ik was stomverbaasd toen ik zag wat voor heisa errond werd gemaakt. Vroeger zou dat niet het geval zijn geweest, dat weet ik wel zeker. Als hetzelfde grapje in De Slimste Mens had gezeten, dan had er geen haan naar gekraaid. Maar omdat ik het onverwachts had gedaan, in mijn onderkoelde stijl, in een programma dat niet rond humor draait, was de schok groter. Vroeger zou men dat wel gepikt hebben. Alhoewel, wie zou daar nu eigenlijk écht aanstoot aan hebben genomen? De CD&V heeft wat lawaai gemaakt, maar weet je dat op ons forum welgeteld één kijker is komen klagen dat ik misschien te ver was gegaan? Eén persoon!
GUIDO: Over subversieve humor gesproken: klopt het dat de makers van het programma M¡LF jou als presentator hadden gewild?
Van Molle: Dat klopt, maar ik had net een exclusiviteitscontract getekend bij de VRT. Ik zeg niet dat ik het zou hebben gedaan, maar ik was wel gecharmeerd door hun aanbod.
GUIDO: Ze hadden naar verluidt aan jou gedacht omdat ze je beschouwen als dé übermacho van Vlaanderen.
Van Molle: (lacht) Jaja. Ik vind de oplossing die ze bedacht hebben wel geslaagd. Dat programma komt goed uit de verf met een duopresentatie. En zet er maar gerust bij dat ik het tweede seizoen nog beter vind dan het eerste.
GUIDO: Done!
(HDP)
Foto: vrt