Verandert de wetgeving op studentenjobs nu wel of niet?

Afgelopen zomer was het weer raak: het regende ideeën en voorstellen om de wetgeving op studentenjobs aan te passen. Jobstudenten hebben het zo al moeilijk genoeg om te weten wat hun rechten en plichten zijn, dus die ballonnetjes die vroegtijdig worden opgelaten, kunnen ze missen als kiespijn. De eindbalans? Voorlopig verandert er helemaal niets!

Deze keer was het federaal minister van werk Joëlle Milquet die in de soep roerde. In een uitgelekte nota, bestemd voor haar coalitiepartners en de sociale partners, pleitte ze ervoor om de gunstige sociale bijdragen voor studentenarbeid voortaan te beperken tot de zomermaanden juli, augustus en september.

 

Madame Non krijgt een njet

 

Gedaan dus met die lonende studentenjob tijdens het academiejaar ? Welnee. Madame Non kreeg meteen na het uitlekken van haar plannen zelf de ene na de andere njet naar het hoofd geslingerd. Eigenlijk vonden alleen de ACV-jongeren haar voorstel wel te pruimen. De oppositie maakte er brandhout van, de werkgeversorganisaties waren not amused en zelfs regeringspartner Open VLD vond het voornemen onaanvaardbaar. Kortom, het plan-Milquet werd even snel gekelderd als het werd gelanceerd.

 

De 23-dagenregel blijft gelden

 

Voorlopig blijft alles dus bij het oude, en kan je ook dit academiejaar met een gerust hart 23 dagen werken met een studentencontract, net zoals vorig jaar. In dat geval blijf je binnen het wettelijk vastgelegde gunstregime verbonden aan studentenarbeid, dat ervoor zorgt dat slechts 4,5% solidariteitsbijdrage van je loon wordt afgehouden. Vanaf de 24ste dag betaal je 13,07% sociale zekerheid. En wat de belastingcontroleur betreft: alleen als je in 2008 een netto belastbaar inkomen van 6150 euro of meer opbouwt, zal je zelf belastingen moeten betalen in 2009. Dat komt overeen met een brutobedrag van 7783,16 euro. Het blijft   bijgevolg tot nader order zeer interessant om met een studentencontract te werken, óók tijdens het academiejaar.

 

(SDB)